Hoe eng is het eigenlijk om een voorstelling te maken?
Om een voorstelling te maken, heb je theatermakers nodig. En creativiteit. En een onderwerp. En heel veel doorzettingsvermogen en onderling vertrouwen. En publiciteit in de pers. Over het maakproces van een voorstelling gaat De hondenpoepaanval van Wunderbaum en Theaterhaus Jena. Een knappe, maffe, kritische voorstelling-in een-voorstelling-in-een-voorstelling.
Op 11 februari 2023 smeerde de gefrustreerde Duitse choreograaf Marco Goecke hondenpoep in het gezicht van een danscriticus die zijn voorstellingen voortdurend afbrandde. Het incident haalde de wereldpers. De aanval werd zowel schandalig als hilarisch gevonden, maar de frustratie van de choreograaf ook wel een beetje begrijpelijk: je gooit je ziel en zaligheid in de strijd om kunst te maken, maar een en dezelfde criticus maakt je keer op keer met de grond gelijk.
De zowel maatschappijkritische als geestige groepen Wunderbaum en Theaterhaus Jena gebruiken het hondenpoepincident om op een wonderlijke manier een vertelling neer te zetten over het maken van een voorstelling en alles wat daarbij komt kijken, van het eerste idee tot de uiteindelijke uitvoering.
Brieven
Op zes stoelen die maar een paar meter verwijderd staan van de eerste rij, nemen zes spelers plaats achter microfoons die hun stemgeluid versterken. Ze hebben allemaal een pak papier in de hand. Het zijn de uitgedraaide e-mails die vijf spelers en een gastdanseres elkaar hebben geschreven gedurende het maakproces van een voorstelling die het hondenpoepincident tot onderwerp heeft.
Elke schrijver leest zijn eigen brieven voor. De belangrijkste rode draad is de chronologie: de voorleessessie komt aanvankelijk over als een soort voorgelezen briefroman, waarvan de datum bepaalt wanneer een brief aan de beurt is. Maar regisseur Walter Bart laat de spelers niet alleen lezen. Ze acteren ook met hun gezicht, met hun handen. Ze reageren op elkaar, zijn boos, blij, verontwaardigd, geschokt, geïrriteerd.
Kwetsbaarheid
Op het eerste gehoor zijn het nogal koddige, triviale epistels. Maar wanneer je beter luistert, klinken alle twijfels en irritaties, maar ook de kracht en de creativiteit van de makers er doorheen. Ze gaan over de onzekerheid van theatermakers, hun kwetsbaarheid, over de neiging weg te lopen, niet te komen opdagen op repetities. Over het maakproces niet meer zien zitten, over het weigeren iets te doen, over het eisen iets te mogen doen.
Repetitieproces
Al is het incident met de choreograaf en de negatieve criticus het schijnbare onderwerp, in werkelijkheid gaat De hondenpoepaanval over een heel scala aan onderwerpen die tamelijk onvermijdelijk zijn tijdens het maak- en repetitieproces van een theatervoorstelling. Het smeden tot één geheel van alle losse spelers. Het elkaar leren vertrouwen en op elkaar leren bouwen. De onzekerheid over het eigen talent, ontstaan door wat de kranten schrijven. De onderlinge irritaties, de verliefdheden. Het lief doen tegen elkaar, maar achter elkaars rug negatief zijn. De angst voor slechte kritieken.
Terwijl aanvankelijk lijkt alsof ze stuk voor stuk gewoon hun mails voorlezen, krijgen de personages al snel een eigen karakter. Pina Bergemann lacht over alle onzekerheden heen. Nikita Buldyrski experimenteert onhandig met creativiteit. Henrike Commichau durft niet goed te zeggen wat ze echt vindt. Danseres Linde Decron is bloedserieus. Leon Pfannenmüller worstelt met trauma’s uit het verleden. Anna K. Seidel is een strak aangebonden maker die twijfelt aan haar motivatie om hier bij te zijn.
Droste-effect
Halverwege de voorstelling kantelt opeens de vertelling. Dat is een verrassing, die moeten we hier niet verklappen. En dan komt er nog een, en dan nog een, wat De hondenpoepaanval het Droste-effect geeft van een voorstelling-in-een-voorstelling-in-een-voorstelling. Grappig en origineel, maar ook volstrekt serieus. Zo laat deze zowel ironische als ernstige voorstelling zien wat theatermakers allemaal moeten overwinnen en doorstaan om uiteindelijk tot een product te komen.
De hondenpoepaanval wordt Duits gesproken, met Nederlandse boventiteling.
Concept: Wunderbaum
Choreografie: Edoardo Cino
Scenografie: Maarten van Otterdijk
Kostuum: Carolin Pflüger
Nederlandse vertaling: Andrea de Koning