Ingewikkelde uitleg van cultuurverschillen
Is er een manier om mensen die afkomstig zijn uit culturen die extreem van elkaar verschillen, nader tot elkaar te laten komen? Met elkaar te laten samenwerken? Vriendschappen te laten sluiten, of zelfs verliefd op elkaar te laten worden? Superposition van Toneelschuur Producties zoekt naar die grootste gemene deler.
Vier topwiskundigen uit Japan en Nederland moeten samen een model ontwikkelen dat cultuurverschillen tussen mensen met uiteenlopende achtergronden concretiseert. Hoe groot die verschillen precies zijn, zou je moeten kunnen opmeten, uitdrukken in statistieken, formules, percentages. De vier wiskundigen doen dit in opdracht van een zestal tech-giganten: met hun berekeningen denken bedrijven zoals Meta groot geld te gaan verdienen.
De Japanse Madoka en de Nederlander Finn zijn gespecialiseerd in kansberekening; de Japanse Shihoko en de Nederlandse Cecile zijn statistici. Met elkaar moeten ze toch een pink kunnen krijgen achter die cultuurverschillen.
Rituelen
Om te beginnen leren ze elkaars begroetingsrituelen. Wat voor welkomstcadeautje je meebrengt; hoe je in elkaars taal een paar woordjes zegt; welke handelingen en uitdrukkingen gepast of juist ongepast zijn. Vervolgens zijn ze drie jaar tot elkaar veroordeeld. Drie jaar, waarin echte toenadering uiteraard zo eenvoudig niet blijkt. Toch gaan ze steeds meer op elkaar lijken, en uiteindelijk proberen ze zelfs in elkaars schoenen te gaan staan.
Cultuurclash
Regisseur en bedenker Vanja Rukavina weet met zijn Bosnisch/Nederlandse wortels wat een cultuurclash is. Hij zet die botsing en de culturele spagaat op scherp door juist Japanners en Nederlanders tegenover elkaar te zetten: de verschillen kunnen bijna niet groter zijn.
Rukavina kiest een natuurkundige vorm om het in Superposition te hebben over cultuurverschillen. Op internet verwijst hij naar de kwantummechanica: ‘Als een elementair deeltje zich in ‘superpositie’ bevindt, bevindt het zich in twee (of meerdere) staten tegelijk.’
De uitwerking in het theater van die theorie is nodeloos ingewikkeld. Er gebeurt op de speelvloer wel erg veel tegelijkertijd. De tekst staat bol van wiskundige theorieën. De acteurs spreken afwisselend Nederlands, Engels en Japans: de vertalingen worden via boventiteling geprojecteerd in drie talen. Er is een heleboel ruis, maar geen van deze elementen heeft echt te maken met cultuurverschillen.
Sterke acteurs
Dat Superposition niettemin een plezierige voorstelling is, is te danken is aan de acteurs. Regisseur Rukavina houdt de personages tamelijk karikaturaal, maar de acteurs zijn zo sterk dat ze binnen dat keurslijf zinnige karakters opbouwen.
Bram Suijker is de ongelikte beer Finn, in zwart hardrock-T-shirt en met lange paardenstaart. Met zijn handen in zijn zakken flapt hij er allerlei lompigheid uit. Daarmee vormt hij een karikatuur van de antisociale bèta, maar Suijker maakt er een geloofwaardig personage van.
Keja Klaasje Kwestro speelt de zenuwachtige, liefdeloze statisticus Cecile. Ze begrijpt dat de Nederlandse directheid niet goed valt bij de Japanners; Kwestro laat de vrouw in een kramp schieten, waardoor ze sociaal niet meer functioneert.
Spagaat
Teamleider Madoka (Rino Daidoji) is niet goed in talen. Daardoor is ze in de gelegenheid in het Japans de ongezouten waarheid te zeggen over alles en iedereen: die Hollanders verstaan haar toch niet. Rukavina laat Daidoji de prototypische keffende Japanner spelen.
Mizuki Kondo speelt de Japanse Shihoho. Haar personage is eigenlijk het meest fascinerend. Zij is vriendelijk tegen Madoka, zoekt tegelijkertijd toenadering tot de Nederlanders. Kondo zet haar overtuigend nederig-Japans neer, met emotionele uitschieters wanneer ze de grenzen van haar eigen culturele normen overschrijdt. Zij is daarmee degene die de spagaat tussen de culturen het overtuigendst neerzet.
Schoolkrijt
Het decor (Dymph Boss) houdt het midden tussen een Japans gebouw – met grote egale vlakken in frames – en een wiskundelokaal, want op die egale vlakken kun je met schoolkrijt schrijven. De soundscape (geluidsontwerp: Daniel van Loenen) bestaat voornamelijk uit elektronische repeterende muziek en is nu en dan te aanwezig, waardoor hij hindert in plaats van ondersteunt.
Jammer dat Rukavina kiest voor de karikaturale benadering van de cultuurclash, want het probleem is reëel. Zulke cultuurverschillen zijn er wel degelijk, en het zou mooi zijn als we wat meer moeite deden daar overheen te stappen.
Regie: Vanja Rukavina
Spel: Rino Daidoji, Muziki Kondo, Keja Klaasje Kwestro, Bram Suijker
Scenografie en kostuums: Dymph Boss
Geluidsontwerp: Daniel van Loenen
Lichtontwerp: Wout Panis
Fotografie: Sanne Peper
Voorstelling met boventitels in Nederlands, Engels en Japans