Het generatieconflict als spiegel voor nu
Vroeger, in de jaren zeventig, toen vochten ze nog voor hun idealen… De tijd heeft een zekere romantiek verleend aan de conflictgeneratie van de babyboomers. Joris Smit gebruikt dit gegeven om een tijdloos thema aan te snijden: generatieconflicten. Hij zet daarbij zijn bloedeigen vader Bartho op het podium, om nu eens flink met hem te gaan botsen. Maar daarbij houdt Joris zelf de touwtjes strak in handen.
Macht
Bartho krijgt echter amper de kans om zijn zoon ook maar iets duidelijk te maken. Joris heeft namelijk ook een hiërarchie omgekeerd: vanavond, in het theater, bepaalt hij wat zijn vader zal zeggen. Het podium is niet Bartho’s terrein, maar dat van Joris, en daarom geeft Joris hem tekst. Het is immers zijn voorstelling. Joris praat en praat en praat, soms op moordend 2009-tempo, soms proberend met weloverwogen bewoordingen de jaren-zeventig-sfeer terug te halen. Bartho zit aan een tafel en kijkt, luistert en geeft af en toe antwoord, zoals Joris hem opdraagt. Ook hier zal hij in verzet moeten komen. Maar wanneer hij dat doet, op een moment dat Joris zich woedend en wanhopig afvraagt wat het leven anno 2009 in een egocentrische digitale wereld nu eigenlijk nog voor zin heeft, leest Bartho alsnog een brief voor die hij uiteindelijk ondertekent met ‘Joris’. De verwarring is compleet, maar de laatste, ontroerende verzetsdaad van Bartho maakt veel goed. Het generatieconflict blijkt wel degelijk tot begrip te kunnen leiden: iedere periode heeft zijn eigen sterke kanten en daar kunnen vader en zoon tenslotte toch een biertje op drinken.
Geëngageerd
De stijl van Smit doet sterk denken aan (en is waarschijnlijk ook sterk geïnspireerd door) de jonge theatermaakster Laura van Dolron. De acteurs lijken zichzelf te zijn (maar blijken vaak toch een rol te spelen), spreken direct tot het publiek, hebben weinig decor nodig en weten veel metatheatrale verwarring te veroorzaken. Dat laatste doet Smit door op een briljante manier de rol van zijn vader te vertroebelen. Het wordt nooit helemaal duidelijk of deze nu namens zichzelf spreekt, omdat zijn zoon de macht over zijn tekst heeft. Is het een generatieconflict? Of is het gewoon een contrast tussen twee visies van Joris? Die dubbele bodem zorgt ervoor dat je als toeschouwer flink aan het denken gezet wordt. Daar bovenop snijdt Smit een wezenlijk hedendaags probleem aan. Veel jonge mensen twijfelen aan de huidige tijd: wat gebeurt er allemaal? Waarom gaat het zo snel en waarom staat niemand op om er iets tegen te doen? Het antwoord van de vader, die alles iets meer in het licht van de tijd kan bezien, is hoopgevend: ‘Jullie generatie is misschien niet zo idealistisch, maar wanneer je wel geëngageerd bent, ben je het ook écht! Jij durft alleen ergens over na te denken, terwijl het bij ons ook wel fashionable was om samen met iedereen in verzet te komen.’ Maar of dit nu de mening van Bartho of Joris is, blijft in het ongewisse. De toeschouwer stopt nooit met twijfelen, en dat is nu net wat de maker wil bereiken.
Dennendal is een indringende blik op de eigen tijd via een vergane tijd geworden, waarin de niet-acterende maar desondanks sterk overtuigende vader en de bijzonder innemend acterende zoon het publiek met veel stof tot nadenken de zaal laten verlaten. Dit is wat geëngageerd theater moet zijn.