Spectaculair maar generiek
.
En dan wel in de vorm van een prequel, terug naar de roots van de immens populaire serie die in 1966 voor het eerst op het televisiescherm te zien was. Eindelijk zouden we zien waar de schuimrubber- en kartonavonturen van James T. Kirk en zijn bemanning op de Enterprise begonnen, en hoe de legendarische personages samen op het schip waren beland. Een veelbelovend project, toch?
Irritant jongetje
Helaas valt het resultaat tegen. Wat een uitdieping van de welbekende personages had kunnen zijn, is precies het tegenovergestelde geworden. Na een visueel overdonderende introductie met daarin de geboorte en jeugd van Kirk, volgt een parade aan slecht uitgewerkte personages en achter elkaar geplakte actiescènes. De slecht gecaste Kirk (Chris Pine) hangt al snel de keel uit en doet geenszins denken aan de sympathieke jaren zestig held die William Shatner portretteerde. Deze versie is een irritant verwend jongetje dat overal tegenaan schopt, alles oneerlijk vindt en zich door een reeks van toevalligheden en ongeloofwaardigheden omhoog werkt naar de positie van kapitein op de USS Enterprise. De door Eric Bana gespeelde Romulaanse schurk Nero mist elke diepgang en zijn beweegredenen worden onvoldoende belicht om echt begrijpelijk te zijn. Nyota Uhura, het enige vrouwelijke personage, had enigszins geëmancipeerd kunnen zijn, maar is gereduceerd tot een oninteressante love interest die er vooral is om het hart van tienerjongens op hol te brengen.Gelukkig valt er ook nog wat te genieten bij deze film. Zachary Quinto (Heroes) is een briljant gecaste Spock en veruit het meest interessante karakter in de film. Karl Urban zorgt met zijn McCoy voor de komische noot, samen met Simon Pegg’s Scottie. Deze laatste wordt echter veel te laat in de film geïntroduceerd en had veel meer uitgewerkt mogen worden. John So en Anton Yelchin zetten een degelijke Sulu en Chekov neer. J.J. Abrams (Lost) bewijst dat hij zich kan redden in het actiefilm genre, en maakt deze film een lust voor het oog. Star Trek is daardoor vermakelijke sciencefiction maar weet zich niet te onderscheiden van andere films uit het genre. Wat resteert is een spectaculair ogende maar generieke film die niet aan de verwachtingen weet te voldoen.
Geen nieuwe werelden
Onvermijdelijk bij veel prequels, zoals ook al blijkt bij X-men Origins: Wolverine, is dat de hele film niets meer is dan een introductie van personages. Zo blijft een gevoel van incompleetheid hangen, alsof alleen de eerste helft is vertoond. Het gebrek aan een echt interessant verhaal verergert de zaak. Een rommelig plot waarin tijdreizen en gebazel over lotsbestemming wordt afgewisseld met de ene rangwisseling na de andere haalt de lol uit de film. De kenmerkende spanning van het ontdekken van nieuwe werelden en beschavingen is net zo hard terzijde geworpen als de rest van het Star Trek concept. Hoewel het de bedoeling was de reeks nieuw leven in te blazen, rest nu slechts een angstig vooruitzicht op een reeks middelmatige vervolgen die onstuitbaar aan de horizon opdoemen.