Droog als een Securitateverslag
Tijdens zijn verblijf in Roemenië in de jaren zeventig en tachtig, wekte Jan Willem Bos de interesse van de Securitate, de beruchte Roemeense geheime dienst. Door een wetswijziging in 2006 krijgt hij als buitenlands staatsburger het recht zijn dossier in te zien en hij besluit een aanvraag in te dienen. In Verdacht. Mijn Securitatedossier doet Bos verslag van zijn bevindingen.
Jan Willem Bos studeerde Roemeense taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens zijn studententijd bracht hij meerdere bezoeken aan Roemenië, waaronder een langer verblijf als uitwisselingsstudent in 1978. In de jaren tachtig was hij enige tijd werkzaam als docent aan de Universiteit van Boekarest. Aangezien iedere buitenlander in het paranoïde Roemenië een potentiële spion was, hield de Securitate een dossier over hem bij. Bos slaagt er in Verdacht niet in de potentie van een persoonlijk verhaal over deze interessante tijd volledig te realiseren.
Politieke politie
Verdacht is ingedeeld in drie delen. Het eerste deel schetst de recente geschiedenis van Roemenië. De nadruk ligt hier op de periode waarin het land werd geregeerd door Nicolae Ceauşescu. De lezer krijgt een beknopte beschrijving van de beklemmende realiteit in een land dat zucht onder een misdadig regime. Bos richt zich vooral op de rol die de politieke politie, zoals hij de Securitate omschrijft, speelde in het onderdrukken en controleren van de gehele Roemeense bevolking.
In het tweede deel beschrijft Bos de inhoud en geschiedenis van het dossier dat de Securitate van hem heeft aangelegd. Bos vertelt uitgebreid over zijn tijd als uitwisselingsstudent in Boekarest en hoe de geheime dienst in geïnteresseerd raakte in zijn doen en laten. Bos had het geluk dat de persoon die werd benaderd om met enige regelmaat verslag over hem uit te brengen, een goede vriend was: Doru. Hij stelde hem op hoogte van het verzoek, en samen besloten zij dat Doru, om eventuele repercussies te voorkomen, erop in zou gaan. In het derde en laatste deel van het boek geeft Doru een reactie, waarin hij vertelt hoe hij de affaire heeft ervaren. Dit interview is zeker interessant maar het bevat weinig nieuwe informatie en is erg kort in vergelijking met de eerste twee delen.
Bureaucratisch
De omslag en titel doen vermoeden dat de uitgever het boek in de markt wil zetten als een spannend werk over de praktijken van een repressieve organisatie achter het IJzeren Gordijn. Helaas sorteert dit een averechts effect; vanaf het begin is pijnlijk duidelijk dat deze pretentie niet wordt waargemaakt.
Het eerste deel is zeer informatief, zeker voor diegenen die weinig of niets afweten van de politieke geschiedenis van Roemenië. Het tweede deel daarentegen verzandt al snel in een droge opsomming van hetgeen de Securitate aan informatie over Bos bijhield. Soms krijgt de lezer het gevoel zelf een bureaucratisch dossier door te moeten spitten op zoek naar informatie die het vermelden waard is. Verder heeft Bos moeite de neiging te onderdrukken zichzelf nader te verklaren wanneer dit absoluut niet nodig is. Ofwel door in andere bewoordingen twee maal exact hetzelfde te zeggen, ofwel door het vanzelfsprekende hardop uit te spreken.
Paranoia
Verdacht wordt vooral interessant wanneer Bos zijpaden bewandelt en meer vertelt over dissidenten uit het Roemeense culturele milieu. Belangrijkste verdienste van het boek is dat het vanuit een persoonlijk verhaal de paranoia, die inherent is aan totalitaire machtsstructuren, zichtbaar maakt. Misschien is het simpelweg een onmogelijke opgave om uit zoiets droogs als een Securitatedossier een goedlopend verhaal te destilleren. Het feit dat de context, Roemenië onder Ceauşescu, consequent interessanter is dan het onderwerp, het Securitatedossier van Bos, doet afvragen of dit laatste misschien verkeerd gekozen is.