Bloedzuigers en bombast
.
Coppola zwaait wild met zijn armen. “Kunnen jullie dan helemaal niets alleen!”, schreeuwt hij naar zijn special effects-mensen. Het lijken wel opnames met de verborgen camera, zo onthullend en gruizig zijn de beelden van de speciale special effects-documentaire. Coppola had ze nog zo gezegd: geen computerbeelden. En het toch doen! “Ik wilde het per se met oude technieken doen, maar met die mensen… ik merk het telkens opnieuw: ze proberen de macht over te nemen, tot je het doet zoals zij willen. Uiteindelijk heb ik ze moeten ontslaan”, licht de regisseur zijn besluit toe. Coppola’s zoon Roman neemt de verantwoordelijkheden over, en voert de scènes uit zoals zijn vader het wil hebben, op de ambachtelijke manier. Beeldje voor beeldje, of met een geschilderd decor, of met rear projection (zoals ook oude auto-scènes wel werden opgenomen). En alles gefilmd in de studio, om het kunstmatige karakter te benadrukken.
Transsylvaanse womanizer
Veel regisseurs zouden bang zijn om aandacht te vestigen op dat artificiële aspect, maar Coppola lijkt er in te zwelgen. Het kan hem niet overdadig genoeg zijn: speelgoedtreintjes die naar de horizon tuffen, bordkartonnen achtergronden, Gary Oldman als eeuwenoude aristocraat in snoepjesrode kamerjassen en dubbelbultige pruiken. Een mindere regisseur was uit de bocht gevlogen, maar Coppola weet het allemaal net binnen de grenzen van de goede smaak te houden. Hij wisselt Dracula’s sleetse, zwarte mantel in voor een modieus ensemble met hoge hoed. De tijdgenoten konden het ook waarderen: Bram Stoker’s Dracula won drie Oscars, voor kostuum, make-up en sound effects.
Maar Coppola’s belangrijkste bijdrage aan het genre is niet de aankleding, maar het personage van Dracula zelf. Voor het eerst is de Transsylvaanse womanizer een tragisch karakter met gevoelens en wensen en een verleden. De Roemeense vorst vindt bij thuiskomst van het slagveld in 1462 zijn geliefde dood en begaat de ultieme zonde: hij vervloekt God! Dracula de Spietser valt in een peilloze diepte, om daar als vampier uit te verrijzen. De ondode herkent zijn grote liefde in de negentiende eeuwse Mina, de verloofde van vastgoedmagnaat Jonathan Harker (respectievelijk Winona Ryder en Keanu Reeves; Coppola “wilde graag met opkomende acteurs werken”). Daarop besluit hij naar Londen te verhuizen. In een waanzinnig tempo volgen dan korte optredens van Anthony Hopkins en Tom Waits, gieren stormen over Londen als de Vervloekte zijn intocht maakt, drinken drie duivelsbruiden Harkers bloed, verschrikkelijk allemaal, met blote tieten en bloedfonteinen, echt een juweeltje. “It never stops doing stuff“, merkt Coppola terecht op. Een heuse orgie van bloedzuigers en bombast.
Artistieke pretentie
En wie de hoofdfilm onverhoopt toch moe wordt, kan zijn lol nog op met de extra’s. Coppola’s commentaar op de hoofdschijf is uitgebreid, met veel zijsporen en details, maar nooit saai of geforceerd; de man heeft eerder teveel te vertellen. In In-Camera: the Naïve Visual Effects of Dracula gaan de makers dieper in op de prachtige effecten, zoals gezegd allemaal handgemaakt; en in Methods and Madness volgen we hoe de vormgeving en storyboards tot stand zijn gekomen. In de making of komt elke acteur wel een keer aan het woord, en heeft de regisseur getracht een soort artistieke pretentie in de materie te leggen met prachtige montages en weer die gruizige videobeelden van de set, waardoor je het gevoel krijgt de acteurs niet op hun hoede zijn, en zich blootgeven. De frustratie van een volle filmset, als Gary Oldman maar niet begrijpt wat Coppola wil! “Ik heb alleen maar een teken nodig,” jammert Oldman, “dat ik weet wanneer ik moet beginnen, gewoon een teken!” Maar de regisseur verroert zich amper. “Je moet gewoon beginnen te praten als ik je het beeld zie inlopen”, zegt hij. Waar een acteur natuurlijk niets mee kan.
Een prachtig verzorgde dubbelhoes, voor een genredefiniërende speelfilm. Hartstikke nep en over the top, maar “wonderfully so!“.