Leegte
.
Hoewel je de hoofdpersonen vaak mag volgen en je ze op eenzame, soms intieme momenten mag observeren, kom je als kijker nooit echt te weten wat er in hun hoofden omgaat; dat mag je zelf invullen.
Ware aard verborgen
In Los Muertos (Lisandro Alonso, 2004) volgen we Vargas, een man die na een lange tijd in de gevangenis op vrije voeten komt, en in het moerassige oerwoud op zoek gaat naar zijn dochter. Door een aantal mensen die kort voorbij komen wordt de suggestie gewekt dat Vargas een gevaarlijke gek is, die zijn eigen broers heeft vermoord. De moord zelf is niet te zien, alleen de slachtoffers en de benen van de mogelijke moordenaar. Vargas lijkt een kalme, ingetogen man die alvast een mooie blouse koopt voor zijn dochter en snoepjes meeneemt. Toch is er ook soms een glimp van onrust op te merken op zijn verder ontoegankelijke gezicht. Gedurende zijn boottocht door het oerwoud kom je langzamerhand iets meer over hem te weten, maar uitsluitsel over zijn ware aard blijft buiten bereik. Soms stopt de camera zijn achtervolging, en kan alleen het geringe geluid een indicatie geven van de gebeurtenissen buiten beeld.
Regisseur Alonso maakte met zijn vorige film La libertad ook al zo’n minimalistisch portret van een eenzame man in de natuur, en durft te spelen met de verwachtingen van zijn kijkers. Zijn films zijn vooral een hele bijzondere, vervreemdende ervaring. Ook Amat Escalante durft te breken met conventies in zijn debuut Sangre (2005), al ontstaat bij hem de vervreemding in het alledaagse, en speelt zijn verhaal zich af in een stedelijke omgeving. Zijn band met een andere eigenzinnige Mexicaan, Carlos Reygadas, uit zich onder andere in lange takes, een minimalistische aanpak en een voorkeur voor amateur-acteurs.
Doelloos en krachteloos
Net als in Los Muertos wordt in Sangre een eenzame man gevolgd; al is Diego op een hele andere manier eenzaam dan Vargas. Diego heeft namelijk gewoon een baan, een huis en een vrouw. Zijn leven is echter zo’n sleur geworden dat het weinig meer voorstelt, en Diego weet het zelf ook, als hij “sukkel” mompelt tegen zijn spiegelbeeld.
Diego zelf lijkt ook niet zo bijzonder, met zijn kalende hoofd, bleke buikje en loensende blik. Tijdens zijn werk telt hij het aantal mensen dat een gebouw betreedt, daarna kijkt hij languit op de bank naar Mexicaanse soaps met zijn temperamentvolle vrouw Blanca. Diego verschrompelt steeds meer door haar overheersende vorm van liefde, en lijkt volledig doelloos en krachteloos, bijna levenloos; op een paar momenten na, die dan ook gelijk heel indrukwekkend zijn. Als Blanca weer eens niet naar hem luistert rolt er opeens een traan over zijn onbeweeglijke gezicht, en bij een dramatische gebeurtenis kan hij alleen heel zachtjes “help” uitbrengen. Zijn gebrek aan levenslust kan zo ook heel pijnlijk worden: soms gebeurt er wel iets, maar Diego doet niet echt mee. En wanneer hij eindelijk besluit om iets te ondernemen, iets simpels, zoals het plukken van een peer, blijkt deze al rot te zijn. Hij is te laat.
Ondanks het feit dat de kijker nooit helemaal kan begrijpen wat er in het hoofd van de personages in Los Muertos en Sangre omgaat, maken de vragen die continu worden opgeroepen en de oogstrelend mooie, lange shots deze films toch heel intrigerend. En als de credits uiteindelijk op het scherm verschijnen, merk je pas hoezeer je aan het beeld gekluisterd was. Ondanks het feit dat je de personages niet echt kunt begrijpen, en ze waarschijnlijk ver van je eigen belevingswereld afstaan, raak je toch betrokken bij hun lot.