Theater / Achtergrond
special: Poesjkin Festival

In de ban van Poesjkin

Wat hebben Nederland en een Russische schrijver met elkaar te maken? Meer dan je op voorhand zou denken. Zo moest meteen na de dood van de Russische schrijver het Nederlandse gezantschap in Rusland bewaakt worden. Van 5 tot en met 20 mei staan Apeldoorn, Nijmegen en Arnhem in het teken van Alexandr Poesjkin (1799-1837).

Lees nu online de recensies van: Paradijs Poesjkin |
Tsaar Saltaan, Prins Guidoon en de Zwaan | Mozart en Salieri | Boris Godoenov | Boxing Pushkin | De man die aan het leven hechtte

~

Het lijkt rechtstreeks afkomstig uit een negentiende-eeuwse Russische roman. Een beroemde schrijver is gelukkig getrouwd met een beeldschone dame, maar is zo jaloers, dat hij uit wantrouwen in een brief de Nederlandse gezant, die een oogje op de dame in kwestie heeft laten vallen, een syfilislijder noemt en zijn Franse adjudant “Votre bâtard ou soi-disant tel”. Omdat de Nederlandse diplomaat niet mag duelleren, daagt daarom de Fransman de beroemde schrijver uit. Nog voordat beide duellisten tien passen hebben genomen, schiet de Fransman de schrijver in zijn buik en twee dagen later overlijdt hij – met als gevolg een politieke rel.

Geen wonder dus dat alleen al het leven van Poesjkin inspiratie genoeg biedt voor vele kunstenaars. In zijn korte leven schreef Poesjkin echter ook een groot aantal werken dat nog altijd tot de verbeelding spreekt. Het bekendst is de roman in verzen Jevgeni Onegin, maar zijn bewerking van het Russische sprookje, Roeslan en Ljoedmila is zeker in zijn geboorteland nog geliefder.

Karel van het Reve vatte het werk van Alexandr Poesjkin in de voor hem zo kenmerkende stijl bondig samen: “Wat hem van zijn tijdgenoten onderscheidt, is wat Mozart van zijn tijdgenoten onderscheidt.” Geen radicale vernieuwer dus, wel een geniaal dichter, toneelschrijver, romancier en essayist wiens werk de basis vormde voor vele opera’s, toneelstukken en dansvoorstellingen die de komende drie weken in het oosten van ons land te zien zijn. 8WEEKLY doet verslag.

Kijk voor meer informatie over de voorstellingen op: www.poesjkinfestival.nl

Paradijs Poesjkin
door Toneelgroep Oostpool, Introdans en het Gelders Orkest. Regie: Leopold Witte. Gezien op 5 mei, in Huis Oostpool, Arnhem

Foto: Antoinette Mooy
Foto: Antoinette Mooy

Met Paradijs Poesjkin schotelen Toneelgroep Oostpool, Introdans en het Gelders Orkest de toeschouwer een heerlijke melange van theater, dans en muziek voor. Alexandr Poesjkins De Zigeuners vormt de basis voor deze gevarieerde, dynamische voorstelling die een grote passie voor het leven laat zien. Speciaal voor het Poesjkin festival staken Toneelgroep Oostpool, Introdans en het Gelders Orkest de koppen bijeen om tot – een hele mond vol – muziektheaterdansvoorstelling te komen. Paradijs Poesjkin is een uitermate verfrissende bewerking van het verhaal De Zigeuners van Alexandr Poesjkin waarin drie kunstdisciplines in elkaar zijn gevlochten en samenkomen in een dynamisch geheel.
Een pittige klus. Met de drie grootste Gelderse gezelschappen één voorstelling maken, geïnspireerd op het werk van Alexandr Poesjkin. En dat met een repetitieperiode van slechts een krappe maand. Aan Leopold Witte de taak om deze lastige taak tot uitvoering te brengen en het mag gezegd; het is hem meer dan goed gelukt.

Zigeunerbestaan

In een decor van aan elkaar gelaste golfplaten en roestige olievaten wordt Poesjkins De Zigeuners verteld. Deze achtergrond in combinatie met de perfecte outfits – sjofele hoedjes, net iets te ver openhangende bloesjes, leren gilets – en smoezelige verlichting zorgen ervoor dat je de sfeer van het zigeunerleven zowat op kan snuiven.

De jonge Aleko vlucht na het plegen van een misdaad naar het platteland waar zigeunerin Zemfira hem onderdak verleent. Hoewel Aleko gelukkig is met Zemfira lijkt hij maar niet te kunnen wennen aan het zigeunerbestaan waarin vrijheid en onbekommerdheid hoog in het vaandel staan. Hij blijft zich buitenstaander voelen en wordt ziekelijk jaloers, wat uitmondt in een bloedige moord.

Foto: Antoinette Mooy
Foto: Antoinette Mooy

Zemfira wordt afwisselend gespeeld door danseres Femke Feddema en mezzosopraan Jacqueline Janssen en de rol van Aleko wordt om beurten vertolkt door danser Ross Martinson en bariton Marc Pantus. Een slimme keuze, want ze zorgt voor veel dynamiek in het stuk en houdt het geheel gevarieerd en boeiend. Dans wordt afgewisseld met Russische zang en instrumentale intermezzo’s die de strijkers, blazers en het Moldavische trio verzorgen.

Meesterverteller

Meesterverteller Paul R. Kooy, in de rol van oude man, praat de voorstelling aan elkaar en doet dat met verve. Zijn heldere stem die met passie vertelt over de wondere zigeunerwereld sleept je helemaal mee in de wereld die op het toneel wordt gecreëerd. De zangers daarentegen kunnen wat minder goed met de gesproken tekst uit de voeten. Beiden weten de teksten niet tot leven te brengen. Helaas, want als ze zich bij het vertolken van de prachtige liederen hadden gehouden was het geen gemis geweest.

Maar op een enkel minpuntje na is Leopold Witte er uitstekend in geslaagd de drie gezelschappen te verenigen in een heel aangename voorstelling. Jammer alleen dat Paradijs Poesjkin halverwege tijdelijk verzandt wanneer de ruzie tussen Zemfira en Aleko te langdradig wordt uitgespeeld. Maar gelukkig wordt de dynamische draad weer snel opgepakt op het moment dat Zemfira danst met haar minnaar. Een scène die typerend is voor het stuk; een kolkende liefdesdans waarin de twee compleet versmelten en de passie voor elkaar – en het leven zelf – ervan afspat. (Lieke Jordens)

Tsaar Saltaan, Prins Guidoon en de Zwaan
door Theatergroep Kwatta en ensemble uit Het Gelders Orkest. Gezien op 6 mei in het Badhuis, Nijmegen

Foto: Edwin Deen
Foto: Edwin Deen

Grote Russische literatuur die jonge kinderen aanspreekt. Het klinkt als een sprookje, maar dat is het niet. Wannie de Wijn flikt het namens Theatergroep Kwatta met zijn Tsaar Saltaan, Prins Guidoon en de Zwaan (6+). Zijn zwierige, in meerdere opzichten muzikale bewerking van het oorspronkelijk wat stijve gedicht van Poesjkin raakt groot en klein in hart en ziel.
Tsaar Saltaan gaat over ‘een soort koning’ die een van drie zusters kiest om mee te trouwen. De tsaar vecht in een oorlog als de twee jaloerse achterblijvers hun zus en haar pasgeboren kind in een ton stoppen en in zee dumpen. Moeder en zoon stranden op een afgelegen eiland, waar prins Guidoon snel groot wordt en een zwaan van een wisse dood redt. De sierlijke vogel schenkt hem een gouden koninkrijk.
Een stel zeelieden vormt jarenlang de enige band tussen zijn rijk en dat van zijn trieste vader. ‘Tsaar’ Saltaan laat zich ondanks herhaaldelijke uitnodigingen tot drie keer toe door de samenzweerderige zussen en schoonmoe Adelheid van een reisje naar zijn zoon afhouden. Uiteindelijk wint de liefde. Vanzelfsprekend, want het moet wel raar lopen wil de vertelling uit 1831 daar niet (ook) over gaan; dat was immers het jaar dat Poesjkin eindelijk trouwde met de zeer gewilde, wonderschone Natalja. Hij noemde haar zijn ‘113e liefde’, in Kwatta’s stuk heet ze ‘wonder 113’.

Foto: Edwin Deen
Foto: Edwin Deen

Schakelen

Floris Verkerk en Marike van Weelden stelen de show met hun grappige en soms ook ontroerende spel. Ida Gorissen en Egidius Pluijmen gooien daar nog eens hun prachtige klassieke zangstemmen bovenop. Alle vier schakelen ze naadloos over van verteller naar personage; en dat gebeurt voortdurend, soms zelfs binnen een zin. Ze buigen hun gezichten en stemmen in alle richtingen om de talloze rollen in het stuk kracht bij te zetten. Van suffe scheepsjongen naar stoere prins; van schele zuster naar chique tsarina; van prachtige sopraanzwaan naar koddige lakei. Het kan, mag en gaat allemaal in dit stuk dat spektakel biedt zonder ook maar één echt spectaculair ding te gebruiken.

Muzikanten op de vloer

De Wijns vloeiende bewerking van de Nederlandse vertaling staat nog steeds goeddeels op rijm, al spot hij er ook mee – ontzettend grappig. De taal is eenvoudiger dan het origineel, sommige dingen zijn wat meer uitgelegd, maar de schrijver behandelt zijn jonge publiek geenszins als watjes. Soms gaan Guidoons complexe avonturen misschien wat snel en door de herhalingen in het verhaal duurt het al met al een tikje te lang. Maar De Wijn weet weg met metrum: de tekst swingt als er vaart in moet en slowt op de vertederende momenten. Daardoor blijft de lijn prima te volgen voor de jonge zaal.
Wat ook helpt, is dat het stuk slim is ingebed tussen een ouverture en een finale, daarmee bovendien stiekempjes refererend aan Rimski-Korsakovs opera over dit sprankelende sprookje. De vloer is de hele voorstelling door ook voor de muzikanten van het Gelders Orkest. Ze zijn, net als de cast, gekleed in feestelijke folkloristische kostuums in verzadigde kleuren (ontwerp: Femke Ratering), prachtig passend bij de donkergroene wand en bordeauxrode vloer met manshoge behangmotieven (decor: Francy van den Heuvel). Ze spelen nauwelijks een rol, letterlijk dan, want figuurlijk zorgen ze aan de hand van de composities van Dolf de Kinkelder voor een groot deel van de sfeer, de spanning en de ontroering, als was het filmmuziek. Wat is het mooi om te zien hoe een professionele harpiste op haar stille momenten staart naar de spelers aan de koninklijke tafel en samen met de kindjes in de zaal helemaal verdwijnt in het verhaal van Tsaar Saltaan. (Moon Saris)

Mozart en Salieri
door Keesen & Co. Gezien op 13 mei, in Concertgebouw de Vereeniging in Nijmegen

Foto: Ludgard Kok
Foto: Ludgard Kok

Op een druilerige zondagmiddag stroomt het publiek het Concertgebouw de Vereeniging in en wordt bij het naar binnengaan verrast door een jonge dame die voor op de stoep wat zit te tokkelen op haar gitaar. Nadat de toeschouwers hebben plaatsgenomen bijt Monique Kuijpers in de rol van Salieri het spits af. Ze wordt al snel onderbroken door het publiek dat haar er op attent maakt dat ze nauwelijks te verstaan is. Bij gebrek aan microfoons start Kuijpers opnieuw met een flinke stoot extra volume en zonder zich uit het veld te laten slaan door de plotselinge onderbreking.

Roddel

Mozart en Salieri gaat over de roddel die vlak na het overlijden van Mozart de ronde begon te doen; Mozart zou vergiftigd zijn door Antonio Salieri. Al snel werd duidelijk dat het allemaal lariekoek was en dat de componist overleed aan een lange, uitputtende ziekte en niet door een door nijd verteerde Salieri. Dit neemt niet weg dat het een interessant gegeven is dat voor velen tot de verbeelding spreekt en dus ook voor Alexandr Poesjkin die er in 1830 een toneelstuk over schreef.

Cd-box

Toegegeven; Poesjkins taalgebruik is niet bepaald modern te noemen en het vergt dan ook even wat tijd om eraan te wennen. Maar wanneer dat is gebeurd is het eigenlijk een heel luchtig en aangenaam stuk dat vol zit met kleine grapjes die een mooie tegenhanger vormen voor het wat stijve taalgebruik. Bijvoorbeeld wanneer Mozart aan Salieri zijn requiem wil laten horen en daarbij twee moderne cd-boxen op tafel legt. Of wanneer de jonge muzikante die buiten zat te spelen ineens figureert als blinde fiedelaar. Af en toe moet Mariana Aparicio Torres als Mozart wel even op zoek naar haar precieze tekst, maar het is tenslotte een lezing, geen opvoering van het toneelstuk. Kortom: Een vermakelijke lezing en een fijne aanvulling op de rest van de programmering van het Poesjkin Festival.
Mozart en Salieri is nog op 16 mei te zien in Schouwburg Orpheus in Apeldoorn en op 20 mei in Musis Sacrum in Arnhem. (Lieke Jordens)

Boris Godoenov

van Modest Moessorgski op tekst van de componist naar Aleksandr Poesjkin door De Nationale Reisopera, Gelders Orkest o.l.v. Vasily Petrenko. Gezien op 12 mei in Schouwburg Orpheus in Apeldoorn

Foto: Hermann & Clärchen Baus
Foto: Hermann & Clärchen Baus

Al tijdens zijn kroning voelt Boris Godoenov het onheil naderen. Hij wordt echter overstemd door bellen, kerkklokken, orkest en bovenal het volk, dat luidkeels zijn nieuwe tsaar bezingt. Een ware orkaan van geluid wordt de zaal in geslingerd.
Het duurt nog ruim een jaar voor het nieuwe thuistheater in Enschede in gebruik genomen wordt, maar de Nationale Reisopera laat nu al zien klaar te zijn voor monsterproducties. Voor Moessorgski’s Boris Godoenov verleent het Stadsjongenskoor Oldenzaal vocale bijstand, is het koor met 25 man uitgebreid en is een internationale cast van topsolisten verzameld. Het resulteert muzikaal in een van de beste voorstellingen van de reisopera van de afgelopen jaren, op bewonderenswaardige wijze geleid door de nog jonge maar veelgevraagde Russische dirigent Vasisly Petrenko.

De opera beschrijft de ondergang van tsaar Boris Godoenov die op de troon is geplaatst na de moord op de troonopvolger Dmitri. Al snel gaat het gerucht dat de tsaar de troon onrechtmatig verkregen heeft. Boris wordt waanzinnig van angst en schuld en een ‘heilige dwaas’ durft de tsaar openlijk als moordenaar aan te wijzen. Het volk keert zich af van de schuldige tsaar en hij sterft als een gebroken man.

Sleutelwerk

Boris Godoenov is meer dan het werk dat het meest typerend is voor Moessorgski, het is een sleutelwerk in de Russische muziekgeschiedenis. De opera is een muzikaal volksdrama, een historisch epos én een schitterend voorbeeld van een negentiende-eeuwse nationalistische opera. Toch was de opera niet meteen een succes. In de zomer van 1870 leverde Moessorgski zijn werk in bij de directie van het Keizerlijke Theater te St. Petersburg maar het werd als onspeelbaar afgewezen omdat het te hoekig, te tegendraads en te ruw zou zijn. Bovendien ontbraken een liefdesintrige en echte vrouwenrollen. Moessorgski herzag zijn opera aanzienlijk, maar pas in 1896, na de dood van de componist, publiceerde Rimski-Korsakov een gladgestreken versie, die wereldwijd een succes werd. Tegenwoordig wordt gelukkig weer vaak teruggegrepen naar de oerversie, waarin het door noodlot geplaagde en onderdrukte volk in het middelpunt staat.

Fraaie massascènes

Ook bij de reisopera stelt regisseur Robert Lehmeier nadrukkelijk het volk centraal. Dat resulteert in fraai gestileerde massascènes, waarin in het volk verandert van marionetten die gebiologeerd staren naar monitoren waarop de beeltenis van de nieuwe tsaar te zien is in boosaardige plaaggeesten van diezelfde tsaar. Het paleis oogt in handen van Lehmeier en decorontwerper Tom Musch als een soort commandobunker, als een kruising tussen Der Untergang en Orwells 1984. Dit werkt uitstekend, maar even vaak laat het duo de toeschouwer verbijsterd achter.

Clichébeelden

Foto: Hermann & Clärchen Baus
Foto: Hermann & Clärchen Baus

Lehmeier en Musch proppen deze voorstelling zo vol met intrigerende beelden, zelfs gefilmde beelden worden ingezet, dat er regelmatig geen touw meer aan vast te knopen is. Overdaad schaadt, zeker hier. En wie nu nog denkt weg te kunnen komen met het clichébeeld van een vrouw (hier de dochter van de tsaar) in een wit gewaad met bloedvlekken in de schaamstreek, heeft de afgelopen twintig jaar geen theatervoorstelling bezocht. Ook het veelvuldig zwaaien met een losse tl-buis is onderhand zo vaak gezien (Toneelgroep Amsterdam!), dat dit verworden is tot een nietszeggend toneelbeeld.

Overtuigende titelrol

Dat deze voorstelling toch een groot succes genoemd kan worden, is te danken aan het koor, orkest, Petrenko en vooral de Litouwse bas Almas Svilpa. De titelrol is onwaarschijnlijk zwaar, maar vanaf het begin tot het einde weet hij te overtuigen, of hij nu als verlosser in een soort luier staat te zingen of getooid is met het kleed van de tsaar. Svilpa weet de waanzin van Boris bijna tastbaar te maken en in de sterfscène zowaar ontroering op te roepen. In deze enscenering een prestatie van formaat. (Henri Drost)

Boxing Pushkin

door Orkest de Ereprijs i.s.m. Generale Oost en Studio for New Music Moscow. Gezien op 14 mei in De Schouwburg in Arnhem

Foto: Deen van Meer
Foto: Deen van Meer

Zijn levenspad was boeiend tot en met de laatste meter. Maar een gemakkelijk leven was het zeker niet. Zoveel wordt wel duidelijk na het zien van het spannende gevecht van Boxing Pushkin . De ‘dansante reis door het leven, het werk en de roem van Alexandr Poesjkin’ voert de toeschouwer mee naar een tijd die inspirerend is, maar ook levensgevaarlijk voor intellectuelen met uitstraling en poëtisch talent. De kracht van het stuk zit vooral in de wijze waarop zang, dans, kleding, licht en geluid aaneengevlochten zijn. Regisseur en choreograaf Andrea Boll van het Hans Hof ensemble zet met Boxing Pushkin ook een visueel spektakel neer.

Op zich is een boksring een logische setting voor een theaterstuk over iemand wiens leven werd gekenmerkt door veel strijd. Poesjkin leefde in de tijd van opstanden, verbanningen en de terreur van het Romanov-bewind.
Toch verrast het decor je bij binnenkomst. De boksring is een heuse arena. De belichting en de kleuren versterken dit beeld. Als je dan ook nog eens original Poesjkin-vodka, gedichtenbundels en Russische pennen voor een zacht prijsje krijgt aangeboden, weet je al dat van een avondje passief achterover leunen geen sprake is. Je staat er als toeschouwer gewoon meteen middenin.

Belichting bepaalt sfeer

De belichting vervult in het stuk een belangrijke rol. Het drukt de grootsheid uit van Poesjkin als hij hoog in de touwen staat om zich te laten bewonderen. In de scène waarin de dansers Poesjkins amoureuze talent laten zien wordt gebruik gemaakt van een zwoele, sensuele belichting. De zakelijke belichting markeert tot slot ook het ontnuchterende moment dat iedereen beseft dat het spelen van de rol van Poesjkin toch wel erg vermoeiend is. ‘Qui veut essayer? toi? Bonne chance!’

Boksring biedt mogelijkheden

De dansers maken prachtig gebruik van de choreografische mogelijkheden van de boksring. Hangen in de touwen, tot grote hoogte klimmen en dan omlaag springen: het kan allemaal.
Boxing Pushkin is een acrobatische dansvoorstelling die iets verteld over belangrijke aspecten van het leven van de grootse dichter en schrijver. Het begrijpen van de inhoud vergt van de toeschouwer wel de nodige voorkennis. Maar gelukkig blijkt alleen de combinatie van zang, dans, kleding, licht en geluid ook al een prachtige ervaring. (Jan Willem Bakker)

De man die aan het leven hechtte

door
De Plaats i.s.m. kamerkoor Novo Cantare, De Veluwse Cantorij en Oost Nederlands Kamerkoor, gezien op 19 mei in de grote Mariakerk, Apeldoorn

Foto: Karlijne Pietersma
Foto: Karlijne Pietersma

In de grote Mariakerk in Apeldoorn komt iedereen bij elkaar in het ‘voorschip’. Er is geen podium, zangers van de koren zitten gemoedelijk in de zijbeuken. Een man borstelt zijn jacquet nog even af. De ander schudt de speelkaarten onder een voor deze gelegenheid geplaatste boom. Wanneer dirigent Rob Vermeulen zich achter zijn lessenaar installeert, tussen de achterste rij stoelen met verwachtingsvol publiek, stijgt ook daar de spanning in deze verheven omgeving.

Het verhaal is gebaseerd op de novelle Het Schot van Poesjkin. Robert van Leeuwen en Jacques Riebeek, de vertellers, nemen je mee in een spannend verhaal over Silvio, een in zichzelf gekeerde militair temidden van ’15 x 2′ officieren, waar iedereen tegenop kijkt. Niet in het laatst om zijn feilloze schot. ‘Hij schiet de pit uit de kers’. Met kracht, overtuiging en een dosis humor weten Van Leeuwen en Riebeek het publiek vast te houden tot en met de laatste zin. Het is hierbij nodig om te draaien op de harde houten stoelen om de acteurs te blijven volgen. Letterlijk en figuurlijk, want zij zijn niet altijd even goed te verstaan door de geweldige akoestiek van de kerk. De koren zijn hiermee echter gezegend en genieten duidelijk van hun rol. De baspartij van het Oost Nederlands Kamerkoor bezorgt hierbij meerdere malen een prettig kippenvel. Hans Scholing vertolkt zingend het relaas rondom Silvio. Met échte bakkebaarden begint hij wat mat, maar maakt dit ruimschoots goed door de manier waarop hij zijn ‘praat-zang’ teksten in een perfect metrum plaatst. De ‘wijn’ bij het afscheid van Silvio smeert waarschijnlijk ook zijn stem, want de uithalen daarna maken indruk.

Foto: Karlijne Pietersma
Foto: Karlijne Pietersma

In de ruim een uur durende voorstelling wordt toegewerkt naar het verhaal achter de wraak van Silvio op de man die hem beledigd heeft. Silvio wacht op het wreken van zijn eer, tot het leven van zijn rivaal er werkelijk toe doet. Dat moment is aangebroken wanneer die de liefde van zijn leven vindt. Dezelfde liefde echter, zal hem verlossen van zijn zinnen op wraak en hem zijn leven weer teruggeven. De manier waarop deze Poesjkin is bewerkt en neergezet is een schot in de roos en ijlt op de terugweg naar huis nog lekker na.
Vandaag 20 mei de laatste! (extra) voorstelling in de Anthonius van Padua Kerk in Nijmegen om 15.30 uur. (Willeke Verwoerd)