Het ware
Het jaarlijkse Oerol-festival is sinds 1982 uitgegroeid tot een internationaal fenomeen, dat jaarlijks populairder lijkt te worden. Tien dagen lang verwelkomt Terschelling tienduizenden toeschouwers voor (locatie) theater en dans, straattheater, beeldende landschapskunst en muziek. Dit vijfde jaar op rij zag ik wederom bijzondere voorstellingen, maar miste ik de ‘sense of place’ die ik voorgaande jaren zo sterk heb ervaren. De wisselwerking tussen de omgeving en de voorstellingen, maakte voor mij eerdere edities van het festival zo waardevol. Het grote aanbod dwingt daarbij om keuzes te maken bij de samenstelling van je persoonlijke programma, waardoor ik een beperkt beeld heb kunnen vormen van deze gehele editie. In twee delen, het ware en de verbinding, beschrijf ik mijn theaterervaringen op het eiland.
YoungGangsters – DisasterLicious
In een oer-Hollands decor, zo knallend van kleuren dat ik me even in de Efteling waan, neemt het publiek plaats als ramptoeristen. Maar niet voordat er eerst gezamenlijk opgewarmd is: enkele oefeningen in overleven vormen een voorbereiding op de flauwheid die komen gaat. Toeschouwend vanaf de tribune voltrekt zich een rampenplan in de pittoreske setting van een vissersplaats met dijk, molen en heel veel water. Er is tweedimensionaal water, dat als afscheiding dient van de arena waarin het spektakel zich plaatsvindt, en driedimensionaal dat door de lucht vliegt richting publiek. In afwisselend Engels en Nederlands met een vet Amerikaans accent, wordt de Hollandse cultuur met musical-elementen, volksliederen en veel slapstick op de hak genomen. Mijn smaak is het niet, maar van mijn buurvrouw hoor ik dat ze al jaren terugkomt voor dit spektakeltheater dat volgens haar ‘heel speciaal’ is. Dit belevingstheater steekt naar mijn idee weer de draak met theater dat steeds meer een ‘beleving’ moet worden om publiek te trekken, zoals ‘ervaringstheater’.
Tussen al het komische door, wordt de kern waarop onze samenleving letterlijk is gebouwd geraakt: ‘God created the world, we created the Netherlands.’ In een land waarin alles maakbaar lijkt te zijn, is de vraag wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van het gemaakte. Met een herhaaldelijk scanderen van ‘it’s up to you’, met bijpassende beweging, is het uiteindelijk aan de burgers om de gaten te dichten. De vluchtende burgemeester, al wegrennende nog wat roepend over onderzoeken en stenen die naar boven gehaald worden, verbeeldt de overheid die het af laat weten op dit gebied. Allerhande korte termijnproblemen vragen aandacht, waardoor de rest op de lange baan geschoven wordt en er geen ruimte meer is voor investering in de dijken. In een groots gevecht met het doorbrekende water is het aan Hansje Brinker om zijn lijf te offeren aan de dijk. Maar na het vele bloed en zweet zijn de gangsters nog niet klaar. Bij de dood van Hansjes geheime liefde, want ‘de zee geeft en neemt’, komen de krokodillentranen. De ware vraag die Lotte Bos en Annechien de Vocht oproepen over individuele of collectieve verantwoordelijkheid, wordt door drie publieke helden die plaatsnemen op het toneel aan het einde beantwoord.
Nineties Productions / Touki Delphine – Billy the Kid: a post-truth concert in court
Met het uiten van het dwingende ‘rise’, wordt het publiek van Billy the Kid uitgenodigd door de rechter om als jury plaats te nemen op de tribune en van daaruit te oordelen over zijn leven.
Vanaf de dag dat hij wordt vermoord, 14 juli 1881, wordt zijn verhaal verteld door musicerende spelers en spelende musici. Een verteller laat met gedetailleerde beschrijvingen van delen uit Billy’s leven een film afspelen in je verbeelding. Tegelijkertijd worden deze door de anderen voorzien van een meeslepende soundtrack. Ingenieus gevormde klanken, zoals kletterende paardenhoeven en knerpende voetstappen nemen je mee naar de cruciale momenten voor, tijdens en na Billy’s dood. Krachtige country laat de Amerikaanse vrijheid klinken die zo hard bevochten is en nog steeds wordt. Een grappig intermezzo van twee voormalig bende-leden, vertaald als ‘bla bla bla’ in de boventiteling, zorgt voor de benodigde lucht die dit andere perspectief op Billy brengt. De moord vanuit de kogel gezien, met als bestemming Billy, is een verrassende invalshoek en de snelle afwisseling van vertelperspectieven houden het spannend. Heerlijk aanstekelijk is Sallie, naar eigen zeggen Billy’s eerste liefde, die als r&b zangeres met veel bling bling haar geliefde eert.
Gespeeld wordt met echt en onecht, met het spelen van het spel dat theater is. Het script moet het ontgelden, in een meta-theatrale tekststrijd. Vlak voordat ik afhaak komt er weer een lekker nummer, wederom met teksten die tot overdenken stemmen. Snel wordt er geschakeld tussen toen en nu, met een humoristische beschrijving land ik in 2018 op Terschelling, kijkend naar hetgeen er nu op de vloer gebeurt. Gestuurd word ik door de betoverende stem van de verteller, die met zijn tekst het theater even onttovert. En de onwetendheid van het publiek aankaart, want waarom zijn wij Billy the Kid als een belangwekkend figuur gaan zien?
Een absurd gesprek tussen een hooibaal en het paard van Billy, vertelt een groter verhaal over het vertellen van verhalen en de waarde die er (al dan niet) aan toegekend wordt. Weer staat het ware tegenover het onware en worden de uiteenlopende kanten van Billy’s menszijn op verschillende manieren belicht. Broodnodig binnen de discussies over alternatieve feiten. De performers verhouden zich elk op eigen wijze tot de Amerikaanse landverovering, van culturele invloed die overgaat in culturele toe-eigening binnen de eigen kledingkast tot aan het rustige dagelijkse Amerikaanse leven tegenover de hevige krantenkoppen.
Dat de cowboyhoed van de rechter witte veren draagt en al vanaf de start de rivaliserende partijen in zijn hoofddeksel verenigde, concludeer ik pas na afloop van deze gelaagde meeslepende rechtszaak. In bijna 80 minuten is de tijd voorbij gevlogen en hebben de verschillende waarheden die ten tonele zijn gebracht, mij in hun greep gehouden. Wie of wat Billy the Kid was, is aan de toeschouwer die in het donker achterblijft.
Veenfabriek / La Compagnie du Tire-Laine – Pinokkio
Grenzend aan het bos en de duinen is een mediterraan zanderig dorpsplein gecreëerd, met parasols en slim gespannen zonne-/regenschermen boven de tribunes. De muzikanten van het Franse muziekensemble zorgen voor een feestelijke, uitbundige sfeer en blijven het verhaal gedurende de gehele voorstelling ondersteunen en onderbreken. Pinokkio danst, springt en zwiert terwijl het publiek plaatsneemt, tot hij op is en in een boot gaat slapen. Deze bevindt zich midden in een ballenbak, bestaande uit grote en kleine ballen.
Deze eigen versie van de Veenfabriek start klassiek vanuit het personage Gepetto, maar al snel wordt Pinokkio’s lotsbestemming bevraagd in gevatte, lekker klinkende en regelmatig rijmende teksten. Draaiend rondom het ware en de waarheid die Pinokkio zal gaan verkondigen om een echte jongen te worden. Zijn helper Japie is getransformeerd naar mevrouw Krekel van Bureau Jeugdzorg. Alcoholgebruik, kindermisbruik, kleur en afkomst worden terloops humoristisch aangestipt maar vervliegen snel in de opvolgende woordenstromen. Terwijl de vertelling aan het begin in traag, mediterraan tempo door de hoofdstukken heen leidt. Door de opeenvolging van grote thema’s als beïnvloeding, rechtvaardigheid, vertrouwen en waarheid zijn de verhaallijnen soms lastig te volgen. Hoogtepunt in traagheid is de monoloog van (uils)kuiken, waarin zij op karikaturale wijze tot de anti-climax komt dat je takken beter in een boom kunt laten hangen. Tot in het absurde wordt dit uitgereikt, tenslotte gaat de tak praten en wil deze Pinokkio spreken.
Even later is Pinokkio geketend en wordt hij in het keurslijf van een robotachtig skelet gedwongen, als een beugel waarmee hij volwassen dient te worden. Een vierstemmig lied over opgroeien, verpakt in een carnavalskraker, brengt een ironische lamlendigheid in het spel bij de grote levensvragen over het waarom en waartoe. Eindigend in een poetry slam over het leven van de toeschouwers en Pinokkio. Na de antwoorden komen de vragen, worden luchtbellen geblazen en ijsjes als zoethoudertjes uitgedeeld. Dan worden de toeschouwers de vloer opgetrokken door de spelers, om samen te dansen als op een dorpsfestijn. Alle houten klazen zijn verzameld.
De Utvalgte – The Ship – vol.4
Na buitenlocaties in Frankrijk, Noorwegen en Groenland is de Noorse theatergroep in een Nederlandse duinpan geland. Een gravende langharige man, type Viking, vormt minutenlang het beginbeeld. Tot hij onderbroken wordt door één van zijn medespelers, die een relaas afsteekt over een vulkaan die deels onder Terschelling zou liggen. Hier wordt een apocalyptisch verhaal gestart dat begint (en eindigt) met lava. Hij interacteert als een ware mc met zijn tegenspeler en het publiek. Maar hoe hij zijn best ook doet, geloven doe ik hem niet. De gasboringen worden kort even aangestipt, omdat deze als oorzaak worden gezien van de toekomstige vulkaanuitbarsting. Heel even ga ik mee in zijn idee over de stupiditeit van boren aan de rand van een tektonische plaat, maar in het geharrewar van de rest van de voorstelling vergeet ik dit al snel.
Vage personages trachten een te grote scope aan menselijke wezenlijkheid te vangen, waardoor de flarden die zij weergeven opgaan in de prachtige avondhemel boven de zee. Aan het begin verkondigde de mc nog dat hij dacht dat het een avond om nooit te vergeten werd en zich vereerd voelde om op zo’n mooie locatie te spelen. De locatie beklijft inderdaad, maar zelfs deze kan de mensheid vanavond niet redden. Ik voel me als toeschouwer verloren tussen de vijf personages die mij niet kunnen overtuigen. De drone die even mee komt spelen is een leuke gimmick, de geit die het toneel op wordt gedwongen, had beter met rust gelaten kunnen worden. De indrukwekkende live muziek (afkomstig van slechts één gitaar) en bijzonder tastbare visuals op het duinzand vallen helaas weg in het chaotische geheel.
Bambie / Eef van Breen Group – Bambie is Back!
Bambie leidt je het Hoornse bos in, naar een open plek waar een huiselijk decor is gevormd. Hierin wordt de toon aan het begin meteen gezet in een slaapkamer met scheef romantisch vergezicht, dat direct recht gehangen wordt. Even later loopt een speler het bos in, om daarna met de deur in huis te vallen. Een tweede, derde, vierde, vijfde en zesde volgen, tot er in een kring achter elkaar aan gelopen wordt en de spelers uiteindelijk weer samen komen. Gedurende de voorstelling wordt er voortdurend uit elkaar bewogen en toenadering gezocht, veelal uitmondend in anticlimaxen. Een mooie verbeelding van het menselijke leven, op humoristische wijze heel herkenbaar gebracht.
Vol verrassingen houdt Bambie je scherp, van een schaatsbeweging in een mini pas de deux tot aan het vallen van een tak uit een nabije boom. Samen maken de spelers theater van korte toneelstukjes met ironische verwijzingen die de vierde wand doorbreken, zoals ‘ik ben dood, ja’. Ook de voorbereidende handelingen worden benadrukt door deze enorm uit te rekken. Zo duurt het tijden voordat er uiteindelijk samen gemusiceerd kan worden, wat vervolgens weer van korte duur is. De spanning in de handelingen wordt bereikt door de geconcentreerde vertraging vooraf. Ook de aankondiging van een theaterkus via trompetgeschal volgt ditzelfde stramien, net voor de climax wordt deze onderbroken door ademtekort en een rood aangelopen hoofd. De snelle opeenvolging van verschillende scènes blijft boeien, de samenhang wordt behouden door gelijksoortige opbouw.
De relaties tussen beweging en geluid zijn dankzij een zeer strakke timing fenomenaal, net als het spel dat constant gespeeld wordt met de wetten van theater. Constante verwijzingen naar het ‘nu’ duiden op de live-kwaliteit van toneelspel, maar vormen ook een sarcastische verwijzing naar mindfulness. Bijzonder grappig verbeeld in het opzetten van een boompje, één wordend met de natuur op zen-muziek. Soms in vertraging, dan weer in versnelling wordt het ware leven getoond in al zijn absurditeit. Door de magnifieke speelstijl blijft de subtiliteit behouden en blijft het bijna 1,5 uur lang heerlijk om naar te kijken. ‘Het gaat maar door’ verzucht een toeschouwer grinnikend achter me. Bambie is terug met haar ware mime-theater.