Muziek / Album

Avant-gardistische samenwerking deel drie

recensie: Kieran Hebden en Steve Reid - Tongues

Elektronicafanaat Kieran Hebden en meesterdrummer Steve Reid hebben elkaar definitief gevonden. Na het vorig jaar verschenen The Exchange Session vol. 1 en 2, is Tongues alweer het derde album dat beide heren gebroederlijk volspelen. Waar het op de vorige twee schijfjes vooral ging om verkenningen, klinkt Tongues voor het eerst als een redelijk evenwichtige samenwerking. Waarmee overigens niet is gezegd dat het album de aanschaf waard is.

~

Terwijl de eerste albums nog vol stonden met experimentele muzikale jams van rond de vijftien minuten, hebben de mannen het op Tongues over een geheel andere boeg gegooid. Voor het eerst wagen Hebden en Reid zich nu ook aan de structuur van het popnummer. Tongues klinkt daarmee meteen iets meer Kieran Hebden dan Steve Reid. Hebden komt oorspronkelijk uit de pop-rockhoek, en heeft een verleden in bandjes en projecten als Fridge en Four Tet. Fridge is het postrockbandje dat Hebden in zijn tienerjaren startte. Met het eigenwijze soloproject Four Tet maakte Hebden vervolgens een experimentele ‘knip-en-plak’ mix van avant-garde en freejazz, folk, drum’n’bass, hiphop en Duitse en Franse elektronicapop, thuis opgenomen in zijn woning in Londen en bewerkt met behulp van computer en hifi. Hoe vreemd het resultaat ook klonk, de muziek was vaak uiterst dansbaar vanwege de evidente songstructuur.

Gedreven

Zijn muzikale partner Steve Reid is een 63 jaar oude veteraan uit de jazz en black music-hoek, die in zijn lange carrière al samenwerkte met grootheden als Fela Ransome Kuti, Fats Domino, Dionne Warwick, Miles Davis, Chaka Chan en James Brown. Je zou denken dat Reid het onderhand allemaal wel moet hebben gezien en gehoord. Toch blijkt de passie nog lang niet verdwenen. Reid is bijvoorbeeld laaiend enthousiast over zijn nieuwe partner in crime. In een recent interview noemde hij Kieran Hebden zelfs zijn “new musical soulmate”. Dat terwijl Reid in zijn leven als muzikant toch behoorlijk wat moet hebben meegemaakt.

Wat beide mannen bindt, is hun onvolwaardige liefde voor het experiment. Geld en succes blijven altijd en eeuwig ondergeschikt. Dat is maar goed ook, want met hun nieuwe project is erkenning ver weg. Hoe fijn de geluidsexperimenten af en toe ook klinken, Tongues is als album natuurlijk veeeel te avant-gardistisch om de massa te bereiken. Het album knispert en kraakt, borrelt en pruttelt dat het een lieve lust is. Monotone basdrums, jazzy bekkens, koebellen, vervormde computergeluidjes, minimale pianoklanken en als je geluk hebt af en toe ook nog zoiets als een halve melodielijn. Duidelijk muziek voor de echte liefhebber. Het meest aangenaam is nog Greensleeves, een spookachtige bewerking van de traditional met een hoofdrol voor een bijna valse piano. Maar daarmee red je het natuurlijk bij lange na niet bij het grote publiek.

Uiteindelijk is Tongues vooral interessant voor Steve Reid en Kieran Hebden zelf en voor de liefhebber van avant-garde muziek. Ieder ander kan deze plaat het beste links laten liggen.