Boeken / Fictie

Een roman zonder concessies

recensie: Alisa Ganíjeva - De Russische muur

Wat gebeurt er wanneer het land waar je deel van uitmaakt een muur om jouw deelrepubliek bouwt? Het overkomt de inwoners van Dagestan in De Russische muur, een roman die niet voor iedereen even toegankelijk is.

De Russische muur confronteert haar lezer met Dagestan, een land waar weinig mensen weet van hebben. Dat wil zeggen, er zit een antropologische dimensie aan deze roman van de Dagestaanse Alisa Ganíjeva (1985). Als ze het land al kennen, zullen veel Nederlanders Dagestan, de autonome Russische republiek die grenst aan Tsjetsjenië, de Kaspische Zee, Azerbaijan en Georgië, vooral in onheilspellende nieuwsberichten tegengekomen zijn. Misschien dat Tolstojs novelle Hadji Moerat enkelen bekend voorkomt. Zij zullen overdonderd zijn door De Russische muur.

Complex

Toegegeven, dat was ik ook. Dagestan staat etnisch gezien bekend als de meest complexe regio in de Kaukasus (en dus, in ieder geval geografisch gezien, in Europa). Zoals in De Russische muur veelvuldig besproken wordt, bestaat de republiek uit dertig volkeren, die allen minderheden zijn. De meesten zijn islamitisch, allen delen ze het Russische Sovjetverleden. Even makkelijk leeft dat niet altijd samen.

En dan besluit Rusland, in een niet al te verre toekomst, een muur om de republiek te bouwen. In de daaropvolgende chaos en het machtsvacuüm proberen de verschillende groepen, extremistisch-islamistische groepen voorop, het voor het zeggen te krijgen: ‘Elke dag bracht weer nieuwe allianties en organisaties die uiteenvielen, fuseerden of veranderden. […] Op iedere straathoek ontstonden vechtpartijtjes, gevloek vermengde zich met Koranverzen.’

Veelgelaagd portret

Het beeld dat ontstaat van Dagestan is er een van een land in verval, waarin enkele personages zich staande proberen te houden. Zij zijn over het algemeen gematigde of seculiere moslims uit de middenklasse, zoals Sjamil, een amateurjournalist van ergens in de twintig. Hij, zijn vrienden en zijn familie doen pogingen om te navigeren in het nieuwe Dagestan: te overleven in een land waar nieuwe machtshebbers, hoe kort ze ook aan de macht zijn, meer geïnteresseerd lijken in culturele verboden dan ervoor zorgen dat in de basisbehoeften van de bevolking voorzien wordt.

De grote kracht van De Russische muur is het veelgelaagde portret dat Ganíjeva schetst van het land, de tradities en de onderlinge verschillen. Zoals vertalers Annelies de Hertogh en Els de Roon Hertoge opmerken, klinken er maar weinig Dagestaanse stemmen in de Russische literatuur. De hierboven genoemde Tolstoj schreef wel over de Kaukasus, maar kwam er niet vandaan; het verwijt van cultureel imperialisme ligt dan al snel op de loer. Ganíjeva kwam weliswaar in Moskou ter wereld, maar als een kind van Dagestaanse ouders. Ze heeft oog voor de ongelooflijke complexiteit van haar romanwereld. Dat is knap.

Onverschrokken

De keerzijde van die aandacht voor detail is dat de leesbaarheid van de roman eronder lijdt. Veelvuldig wordt naar een woordenlijst achter in het boek verwezen, waar Arabische termen, historische gebeurtenissen en etnische groepen verklaard worden. Zo’n lexicon is een teken van een dieperliggend obstakel voor de gemiddelde Nederlandse lezer: om De Russische muur volledig te kunnen waarderen, moet er flink wat werk verricht worden. De woordenlijst verklaart veel, maar veel betekenis en nuance zal ook verloren gaan. Dat is geen verwijt naar de vertalers, die hun werk vakkundig hebben gedaan; het is veeleer een teken van de onverschrokken houding waarmee Ganíjeva haar literatuur schrijft. Aan concessies doet ze niet.