Van cultacteur tot box office superster
.
Scène uit Blow |
John Christopher Depp II (1963) heeft altijd al een voorliefde gehad voor duistere projecten. Zijn rollen zijn net zo divers en excentriek als hijzelf: van drugshandelaar tot Don Juan en van Buster Keaton-wannabe tot schrijver van Peter Pan. Nog opvallender is misschien wel dat Depp zich niet laat leiden door commerciële belangen: van Ed Wood (1994) en Fear and Loathing in Las Vegas (1998) tot Chocolat (2000) en Pirates of the Caribbean (2003), Depp heeft het allemaal gedaan.
Voor hij in 1984 zijn eerste filmrol kreeg in A Nightmare On Elm Street, was Depp vooral geïnteresseerd in muziek. Op zijn zestiende stopte hij met school en speelde in verschillende bandjes, waaronder The Kids, waarmee hij ooit eens opende voor Iggy Pop. Ondertussen verdiende hij zijn geld met verschillende baantjes, zoals het verkopen van pennen. Uiteindelijk was het James Dean die zijn interesse voor acteren opwekte.
Rebel without a cause
“Ik kende iemand die helemaal bezeten was van James Dean”, zegt Depp in een radioprogramma van de BBC. “Hij gaf me de biografie The Mutant King en ik vond het heel interessant. In diezelfde periode zag ik Rebel Without a Cause en ik dacht: wow, die jongen heeft echt wat! Vanaf dat moment was ik verslaafd.”
Pas echt bekend werd Depp toen hij in 1987 de rol van politieagent Tom Hanson in de televisieserie 21 Jump Street op zich nam. Binnen twee jaar groeide hij uit tot een tieneridool, en daar had het gemakkelijk bij kunnen blijven. Toch koos Depp ervoor het imago van zich af te schudden en hij trapte zijn filmcarrière af met Edward Scissorhands (1990) van Tim Burton.
A match made in heaven
De samenwerking tussen Burton en Depp beviel beiden blijkbaar goed, want na Edward Scissorhands werkten ze nog vier keer samen. Aanvankelijk moest Burton nog zijn best doen om de studiobazen ervan te overtuigen dat Depp geschikt was voor de hoofdrollen in Ed Wood (1994) en Sleepy Hollow (1999). Depp zou lastig te verkopen zijn, vaag, excentriek en niet geschikt voor het grote publiek. Zes jaar later zouden diezelfde studiobazen aan Burton vragen of hij al aan Depp had gedacht voor de rol van Willy Wonka in de remake van Charlie and the Chocolate Factory…
Scène uit Fear and Loathing in Las Vegas |
De afgelopen zes jaar heeft Depp steeds grotere commerciële successen geboekt. Was hij voor die tijd vooral geliefd bij een select publiek en filmcritici door rollen in onder meer Fear and Loathing, Donnie Brasco en Ed Wood, na 2000 was het grote publiek aan de beurt. De successen volgden elkaar in hoog tempo op: Chocolat (2000), Blow (2001) en From Hell (2001) leidden uiteindelijk tot de rol die hem definitief een boxoffice hit zou maken: Pirates of the Caribbean (2003).
Arrr!
Het piratengenre was al tientallen jaren eerder een stille dood gestorven en de film was gebaseerd op een pretparkattractie, maar toen Depp het script voor Pirates las dacht hij: “Jack Sparrow is een vrije geest. Een soort Keith Richards.” Met de rocklegende in gedachten zette hij uiteindelijk de rol neer die hem op veertigjarige leeftijd zijn eerste Oscarnominatie opleverde. En ook het publiek viel als een blok voor de excentrieke, achterbakse Sparrow en bezocht massaal de bioscoop. En opeens was Depp big business.
Scène uit Pirates of the Caribbean |
Veel leek hij zich er niet van aan te trekken. De keuze van zijn rollen was nog steeds even onvoorspelbaar als altijd. Zo speelde hij in de Stephen King-verfilming Secret Window en de onafhankelijke Britse kostuumfilm The Libertine, beiden uit 2004. Datzelfde jaar speelde hij ook de schrijver van Peter Pan, J.M. Barrie, in Finding Neverland, wat hem weer een Oscarnominatie opleverde. Ook deze won hij niet, maar het was genoeg om de studio’s in Hollywood wakker te schudden. Voor de rol van Willy Wonka kreeg hij achttien miljoen dollar.
“We waren al een maand bezig met de opnames van Charlie, en ik werd een beetje zenuwachtig, want ik kreeg helemaal geen telefoontjes”, aldus Depp in een interview met Entertainment Weekly. “Ik vroeg aan mijn agent of er nog iemand van de studio had gebeld om te klagen of te vragen waar ik in godsnaam mee bezig was. Toen dat niet zo bleek te zijn, dacht ik: Jezus, ik doe niet genoeg, er is iets mis! Dus toen een aantal mensen van de studio langskwamen op de set moest ik het gewoon weten. Toen ik helemaal verkleed was als Wonka vroeg ik hen: oké, wie was de eerste die een beetje bezorgd begon te worden? En er was een prachtige, dertig seconden durende stilte. Toen zei Alan Horn, directeur van Warner Bros.: Ja, dat was ik. Ik voelde me meteen beter.”
Eens een rebel, altijd een rebel. Want hoewel schoolverlater, rocker en herrieschopper Depp inmiddels met zijn vriendin Vanessa Paradis en hun twee kinderen in Frankrijk is gesetteld, weet je nooit wat zijn volgende filmrol zal zijn. Zoals hij het zelf zegt: “Ik wil niet op mijn 85ste van mijn kleinkinderen horen: ieuwww, opa heeft echt domme shit gemaakt! Ik hoor ze liever zeggen: wow man, you’re nuts!”
Pirates of the Caribbean: Dead Man’s Chest draait vanaf donderdag 13 juli in de bioscoop.