China’s plaats op het wereldtoneel
Zal de opkomst van China leiden tot een oorlog met Amerika? Zal China naarmate het rijker wordt, democratiseren? Deze grote vragen behandelt Henk Schulte Nordholt in zijn boek China en de Barbaren.
‘Als je vandaag wilt begrijpen, moet je op zoek gaan naar gisteren’, zo zei de Amerikaanse schrijfster Pearl S. Buck. Niet geheel toevallig leefde zij een groot deel van haar leven in China. Wellicht is in geen ander land het verleden zo actueel als in China. In China en de barbaren duikt sinoloog en zakenman Henk Schulte Nordholt de geschiedenis in om het huidige China uit te leggen.
Superieure beschaving
Schulte Nordholt behandelt de rijke geschiedenis van het land, een geschiedenis die ervoor zorgt dat de Chinezen overtuigd zijn van de superioriteit van hun beschaving. Tijdens de Eeuw van Vernedering (1839-1949) werd de soevereiniteit van dat superieur geachte China geschonden door Europeanen en Japanners. Deze periodes van trots en schaamte (rancune) verklaren voor een groot deel de beweegredenen van de Chinese politieke elite.
De legitimiteit van de Communistische Partij is ook gegrondvest in het verleden. Na de Tweede Wereldoorlog herstelde de Communistische Partij, na een bloedige burgeroorlog te hebben uitgevochten, weer de Chinese soevereiniteit. De Eeuw van Vernedering was afgelopen.
Na de dood van Mao Zedong in 1976 maakte de Partij langzaam de stap van een communistische naar een kapitalistische economie. De enorme groeicijfers die China daarna wist te bewerkstelligen hadden als resultaat dat honderden miljoenen Chinezen uit de absolute armoede werden getrokken.
Nationalisme
Inmiddels hapert de Chinese economische groei en is de Partij op zoek naar een nieuwe bron van legitimering van haar machtspositie. Die zoekt men in het nationalisme. Zo wordt schoolkinderen niet alleen over de rijke geschiedenis van China geleerd, maar wordt in de lesboeken ook de nadruk gelegd op de misdaden die de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog in China hebben begaan. De Japanse oorlogsmisdaden worden telkens opgerakeld wanneer Tokio en Beijing weer eens in de clinch liggen over een door beide landen geclaimde eilandengroep in de Zuid-Chinese Zee.
Volgens Schulte Nordholt speelt de Partij met vuur. Hoewel ze er niet op uit is, neemt het risico op oorlog toe als de Partij de toevlucht blijft nemen tot nationalisme. Mocht China democratiseren zal de kans op oorlog sterk verminderen, zo meent Schulte Nordholt. Dan zou de regering het nationalisme niet nodig hebben om zijn machtspositie te legitimeren.
Derde weg
Maar is een democratisch China realistisch? Schulte Nordholt ziet het niet gebeuren. De Partij is in staat te hervormen zolang het haar machtspositie verstevigt, niet wanneer het die ondermijnt. De huidige koers zal worden voortgezet, hetgeen de kans op een democratische revolutie alleen maar groter maakt. Dat zal hoogstwaarschijnlijk tot chaos leiden, zo meent Schulte Nordholt, omdat er geen democratisch kader bestaat om dat in goede banen te leiden.
Schulte Nordholt ziet een derde weg als het meest realistisch – en wenselijk. Hij baseert zich hierbij op een systeem van de neoconfucianist denker Jiang Qing. Drie kamers zouden volgens hem de macht in handen moeten hebben: het Huis van het Volk, het Huis van Uitmuntende Personen en het Huis van de Natie. Het eerste is een soort parlement en wordt door het volk gekozen. In het tweede Huis nemen wijzen plaats, vooral confucianisten maar ook taoïsten, boeddhisten, moslims en christenen. Het laatste Huis bestaat uit cultuurdragers zoals dichters en kalligrafen. Wetten worden pas aangenomen als twee van de drie Huizen het ermee eens zijn.
China doorgronden
China’s enorme geschiedenis en de rijke spirituele en filosofische tradities: alles komt in dit boek aan bod. Het probleem is dat het allemaal vrij ongestructureerd gebeurt. Schulte Nordholt springt van de hak op de tak waardoor de informatie minder goed beklijft en je je afvraagt waar de Tweede Opiumoorlog ook alweer over ging, hoewel hij het al meerdere keren (kort) behandeld heeft.
Toch zou het zonde zijn om het boek daarom te laten liggen. Schulte Nordholt heeft lang in China gewoond, sinologie gestudeerd en honderden boeken over het land gelezen. Nog steeds, zo bekent hij in de inleiding, heeft hij China niet ten diepste kunnen doorgronden. Na lezing van dit boek zal ook de lezer China niet doorgronden, maar het helpt wel te begrijpen waar het land vandaan komt en waar het naartoe gaat.