Achtergrond

Kwetsende kunstenaars: wie heeft de kaders?

special: Naar aanleiding van de Vrijheidscolleges 2016
vrijheidscolleges

Naar aanleiding van de Vrijheidscolleges besteden wij aandacht aan een van de vier ‘vrijheden’ die aan bod zullen komen, namelijk de vrijheid van meningsuiting. Hoewel dit recht een onmiskenbaar kenmerk is van onze democratie staat zij toch constant onder druk. Vooral in de kunsten, waar de artistieke expressie soms tot kwetsende kunst kan leiden. En dit kunnen we voorkomen, toch?

Vrijheden

De Vrijheidscolleges, een jaarlijkse serie lezingen die gegeven worden in de aanloop naar Bevrijdingsdag, zijn eind maart van start gegaan. Deze gratis seminars zullen gedurende de komende weken in aanloop naar 5 mei door het hele land worden gegeven. De beweegreden hierachter is stilstaan bij de democratie en haar ‘vrijheden’, die Franklin D. Roosevelt ooit in zijn toespraak naar het Amerikaanse volk memorabel de four freedoms heeft genoemd. Naast de vrijheid voor meningsuiting zullen in de toespraken van bekende Nederlandse schrijvers, artiesten en politici ook de rechten vrijheid van religie, vrijwaring van angst en vrijwaring van gebrek aan bod komen. Deze worden ook wel ‘de vier pijlers van de democratie’ genoemd. Ze vormen als het ware een fundament waarop we onze regels met betrekking tot onderlinge omgang in de samenleving baseren. Maar de vrijheid van meningsuiting bepaalt ook het cultureel kader voor onze maatschappij en ligt daarmee ten grondslag aan de artistieke expressie.

Land van provocatie

We kennen Nederland als een cultureel divers land waar tolerantie de norm is en (zelf)reflectie en expressie worden aangemoedigd. Een land waar de Nederlandse kunstenares Joanneke Meester een stuk van haar huid laat wegsnijden om hier een pistool van te maken, genaamd Pistol Own Skin, waarmee ze het toenemende geweld in Nederland aankaart, waar kunstenares Sooreh Hera de profeet Mohammed afbeeldt als homo en de expliciete seksscènes in de boeken van Nederlands bekendste schrijfsters zoals Saskia van Noort en Heleen van Rooyen ook wel als literaire porno worden bestempeld.

Kortom, alles kan en veel mag. Het creëert soms controversie en provocatie, en leidt in enkele gevallen ook tot censuur. De tentoonstelling van Dirk Hardy, die vorig jaar is geweigerd in het gemeentehuis Binnenmaas door de kwetsende content van zijn werk, waarin zowel Hitler als Christus te zien waren als attributen van beeldvorming en propaganda, is daarvan een voorbeeld. Nadat de aanstootgevende afbeeldingen op verzoek van de gemeente zijn verwijderd kon de tentoonstelling alsnog doorgaan. Op deze manier staat de artistieke vrijheid constant onder druk. We kunnen dergelijke censuur maar tot op zekere hoogte bevechten en onze uitingen verdedigen, want hoewel de kunstenaar zich kan beroepen op de vrijheid van kunst is het publiek nog altijd vrij om beledigd of gekwetst te zijn.

Een denkbeeldige grens

Gezien de aard van onze samenleving en de vier pijlers die deze nastreeft is een algemeen verbod op bepaalde kunstuitingen vanuit de regering niet gangbaar. Wel kan op bezwaar een aangifte worden gedaan van belediging en is het verder aan de rechter om te bepalen of de vrijheid van meningsuiting middels de artistieke expressie in dat geval is overschreden. Zover hoeft het niet te komen, mits kunstenaars de grens naar het kwetsende toe maar niet overschrijden. Maar hier ontstaat het probleem. De grens tussen vermaken en kwetsen is geen gegeven regel.

Toch heeft Spinoza een poging gedaan deze grens expliciet te maken door te stellen dat alles wat aanzet tot handelen zich niet meer binnen de veilige kaders van de vrijheid van meningsuiting bevindt. Volgens deze filosoof zou het aanzetten tot handelen dus over de grens van vermakelijk liggen, of in ieder geval maatschappelijk ongewenst zijn. Hoewel dit klinkt als een harde scheidslijn, is het toch te vaag om hier heldere richtlijnen uit op te kunnen trekken omdat de motieven voor handelen en de reacties daarop persoonlijk zijn. De grens lijkt daarom volledig subjectief te zijn.

Kwetsend of uit context?

Gelukkig geeft Joep Schrijvers, initiatiefnemer van het virtueel Museum voor kwetsende kunst, ons hierin enig houvast. Volgens hem is kunst vaak kwetsend zodra iets heiligs wordt ontheiligd. Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn de Mohammed Cartoons waarop de profeet menselijk wordt gemaakt. Door te worden afgebeeld in situaties die voor de maatschappij als moreel verwerpelijk gelden wordt de profeet als het ware van zijn gezag ontdaan. Het algeheel vermijden van deze onderwerpen om beledigingen te voorkomen lijkt een beetje radicaal en zou ook niet hoeven.

Zolang de intentie van de kunstenaar maar niet uit zijn context wordt getrokken, zei cabaretier Jan Jaap van der Wal in een interview tijdens de Vrijheidscolleges van vorig jaar. Hij benadrukt hoe bijvoorbeeld grappen uit hun context kunnen worden geplaatst waardoor ze kwetsend worden. Terwijl kwetsen nooit de intentie is, hoe ruw sommige grappen ook kunnen zijn. Het is de vluchtige en beknopte tweet of Facebook post die ervoor kan zorgen dat de grap zijn context verliest. Wat overblijft is slechts de paar kwetsende woorden, die vervolgens op social media de volledige lading krijgen. Maar kan dit uit ‘context worden getrokken’ ook gelden voor bijvoorbeeld de kunst van bovengenoemde Sooreh Hera en Dirk Hardy? Het betreft hier tastbare artefacten die anders dan de mondelinge overdracht van Jan Jaap van der Wal niet een eigen leven kunnen gaan leiden waarbij woorden kunnen worden verdraaid. Hiernaast speelt het dynamische karakter van kunst een grote rol, waarbij haar betekenis door de verschillende referentiekaders vrij kan worden geïnterpreteerd.

Iets bestempelen als ‘kwetsende kunst’ is daardoor sterk afhankelijk van iemands smaak en voorkeur. Dit maakt het voorkomen ervan lastig. Gevoelige thema’s vermijden die in het verleden voor opruiing hebben gezorgd kan een oplossing zijn, die weliswaar niet helemaal strookt met de samenleving zoals deze door ooit Roosevelt en zijn four freedoms is geïdealiseerd. We kunnen de vraag of een dergelijk kader bestaat daarom verschuiven naar de vraag of deze binnen onze huidige maatschappij wel gewenst is. Maar dan zijn we mogelijk weer terug bij af.

De Vrijheidscolleges zijn nog tot 5 mei te bezoeken, zie agenda of bekijk hier de opnames.