Zwijmelen, meezingen en lachen
De Ierse singer-songwriter Gavin James is bekend geworden met het lieflijke, gevoelige ‘The Book of Love’, een cover van het gelijknamige nummer van The Magnetic Fields uit 1999. De rest van zijn repertoire is in diezelfde stijl. De grote zaal van Paradiso staat vanavond dan ook voornamelijk vol met jonge stelletjes, gekomen om lekker samen te zwijmelen. De sfeer is daar echter niet helemaal naar. Er wordt vooral veel gelachen.
Gavin James timmert al even aan de weg. In 2012, toen pas 19, bracht hij zijn eerste single uit. Daarna volgden enkele EP’s en een livealbum. Sinds maart dit jaar heeft hij ook een eigen studioalbum: Bitter Pill. Vanavond speelt hij zowel oudere singles als nummers van zijn nieuwe plaat.
Gevoelige gitaarliedjes
Het voorprogramma van vanavond is Craig Gallagher. Hij doet een dappere maar helaas vergeefse poging om de aandacht van het publiek te krijgen. Alleen de eerste paar rijen voor het podium lijken te genieten van zijn mooie, warme stem. De rest van de aanwezigen heeft te druk met praten. Misschien komt dit omdat Gallagher meer tijd besteedt aan het vertellen van lange anekdotes en het stemmen van zijn gitaar tussen de nummers door, dan aan muziek spelen.
Het optreden van Gallagher gaat naadloos over in dat van Gavin James. De overeenkomsten tussen de mannen zijn groot: beiden zijn Iers en spelen gevoelige gitaarliedjes, en zelfs qua postuur lijken ze op elkaar. Waar James voorheen meestal alleen met een gitaar op het podium stond, wordt hij nu tijdens sommige nummers bijgestaan door een pianist. Dit is zeker een mooie toevoeging, minpuntje is alleen dat de gitaar vrij hard staat afgesteld, en zo de zang en piano soms overstemt.
Veel sympathie vanuit publiek
Regelmatig vraagt James het publiek mee te zingen met de vele oh’s, oeh’s en ah’s in zijn nummers. De zaal doet dit gewillig en enthousiast, en James krijgt na elk nummer een oorverdovend applaus. De bezoekers hebben hem duidelijk in hun harten gesloten. James oogt sympathiek en bescheiden en lijkt, ondanks zijn op jonge leeftijd behaalde succes, nog erg normaal gebleven te zijn.
De waardering is wederzijds: halverwege de set verlaat James het podium om midden tussen het publiek onversterkt het nummer ‘You Don’t Know Me’ te spelen. Iets wat niet veel artiesten hem na zullen doen, met minstens tien flitsende mobieltjes op nog geen halve meter afstand. Een ander bijzonder moment op de avond is als zijn zus, van wie hij vertelt te hebben leren zingen, het podium op komt om samen met hem Frank Sinatra’s ‘Moon River’ te zingen.
Geen gepaste sfeer
Ondanks de gevoelige liedjes van James, hangt er in de zaal geen intieme sfeer die je hierbij wel zou verwachten. Dit komt voornamelijk door de praatjes van James tussen de nummers door. Hij blijkt een bijzonder opgewekt persoon te zijn met veel humor. In bijna elke zin maakt hij een grap. Hierdoor creëert hij meer een sfeer alsof hij in een pub staat te spelen en op deze manier het publiek voor zich moet winnen. Dit contrast tussen zijn liedjes en zijn gedrag is wat vreemd, en de fans die dachten een avondje weg te kunnen dromen en wellicht zelfs een traantje weg te kunnen pinken bij hun favoriete nummer komen hiermee een beetje bedrogen uit. Dit is jammer, want als James de nadruk had gelegd op het overbrengen van gevoel hadden de nummers veel meer indruk kunnen maken.
Na nog geen uur verlaat James al het podium, om binnen tien seconden terug te keren voor een toegift van ruim een kwartier. Hij maakt de avond mooi rond door het allerlaatste nummer samen met Gallagher te spelen: een cover van ‘Dancing In The Dark’. James kleurt vanavond overal netjes binnen de lijntjes, laat geen valse noot horen en weet het publiek prima te vermaken. Toch keert waarschijnlijk een deel van het publiek licht teleurgesteld weer huiswaarts, omdat ze niet de emotie gevoeld hebben waar ze vooraf op hoopten.