Kunst / Achtergrond
special: A year at the Stedelijk: Tino Sehgal

Twaalf keer Sehgal – een nieuw werk als toegift

Een retrospectief van een jaar. Twaalf werken in de vorm van geconstrueerde situaties, elke maand één. Dagelijks opgevoerd vanaf het moment dat het Stedelijk opengaat totdat het sluit. Tino Sehgal choreografeert met zijn werken, die elke maand in een andere zaal van het museum te vinden zullen zijn, niet alleen hen die zijn werken vertolken, maar ook het gedrag van het museumpubliek.

Twaalf uit twaalf – zondagmiddag 27 december 2015: Ann Lee & Marcel (2015)

In augustus 2015 was op de benedenverdieping van het Stedelijk Sehgals situatie Ann Lee (2011) te zien. Ann Lee gaat over een mangakarakter dat in 1999 door de kunstenaars Pierre Huyghe en Philippe Parreno van een Japans bedrijf gekocht is. Zij doopten hun aanschaf ‘Ann Lee’ en hadden als insteek haar een leven buiten de mangawereld te geven. Huyghe en Parreno implementeerden Ann Lee in hun oeuvre en nodigden eveneens andere kunstenaars uit om haar een ‘gezicht’ te geven (lees meer over dit project in Twaalf keer Sehgal – augustus).

Sehgals Ann Lee bestaat, naast een vertolker – een meisje dat tenger, kind-achtig en niet groot van stuk is – uit het videowerk Anywhere Out of The World (2000) van Parreno, waarin een geanimeerde Ann Lee – in beeld gebracht tot aan haar middel, lege oogkassen, lichtblauw t-shirtje en piekerige plukken blauw haar langs het gezicht – zichzelf voorstelt. “My name is Ann Lee – Ann Lee. You can spell it however you want, it doesn’t matter. No, it does not”. Ze vertelt bovendien dat ze afhankelijk is van de invulling die anderen haar geven: “I’m no ghost, just a shell”.

Hoewel ik december, en daarmee de laatste twee situaties van A year at the Stedelijk: Tino Sehgal, al heb gezien, bezoek ik op 27 december 2015 opnieuw het Stedelijk. Alleen die dag – en slechts voor een paar uur – is Sehgals nieuwe werk Ann Lee & Marcel (2015) te zien. Over waar het werk plaatsvindt bestaat geen twijfel, dat is aangekondigd. Zaal 1.16, 15.00 uur. Iets voor drieën is de deur van de desbetreffende zaal, die zich bevindt achter Edward Kienholz’ The Beanery (1965), nog gesloten. Niemand lijkt te wachten. Niemand lijkt zich af te vragen wat er zich achter die deur afspeelt.

Monoloog, dialoog

De titel van het werk doet vermoeden dat Ann Lee of Ann Lee er deel van zal uitmaken. Bij het betreden van de zaal is er een eerste herkenningspunt: het tapijt dat op de grond ligt komt overeen met dat van de zaal waar Ann Lee in augustus te zien was. Waar ik me destijds afvroeg of de blauwe vloerbedekking onderdeel uitmaakte van het werk of al aanwezig was in de zaal, maakt Ann Lee & Marcel duidelijk dat het hoort bij de manier waarop Sehgals Ann Lee óf Parreno’s Anywhere Out of The World gepresenteerd wordt.

Het licht in de ruimte is uit, het raam verduisterd. Op de muur verschijnt een blauw projectievlak waar niet veel later de geanimeerde Ann Lee in verschijnt: Anywhere Out of The World. Na ongeveer vier minuten is de video afgelopen en doet een meisje het licht aan. Om vervolgens naar het midden van de zaal te lopen en met haar voeten te testen of de grond stevig genoeg is alvorens ze, op een trage maar vloeiende manier, begint met spreken. “Hi, my name is Ann Lee and this is a work by Tino Sehgal. How are you? Have you heard of me? Pierre Huyghe, Philippe Parreno? No? Pierre Huyghe and Phillipe Parreno, they had done this project where they freed me from the world of manga I was destined for. Have you heard of it?” Ann Lee kijkt de zaal in. “No”, luidt het antwoord van een van de toeschouwers. “No? Okay.” Over Huyghe en Parreno zegt ze vervolgens: “They had made me an animation character that spoke in art videos. It was quite amazing.”

“What’s a video?” De vraag wordt gesteld door een jongen, zijn leeftijd is moeilijk te schatten – een jaar of 12, maar 14 jaar of ouder zou ook kunnen. Hij heeft zijn jas nog aan. “It’s like a film but different technology”, antwoordt Ann Lee. Er ontstaat een gesprek tussen de twee.

“What is this place, it seems so familiar?”, vraagt de jongen aan Ann Lee.
“This place, it is a place where exhibitions take place.”
“Exhibitions, I remember exhibitions, but I don’t see any objects.”
“Yes, I work for an artist called Tino, instead of objects there is always somebody doing something. We take turns so it happens all day for a month and right now it seems like it’s you and me. What’s your name?”
“Marcel.”

“Well, what do you remember?” “Chess”

Verwijzingen zijn Sehgal niet vreemd. In zowel de titel als in de choreografie van Instead of allowing some thing to rise up to your face dancing bruce and dan and other things (2000) verwijst hij naar de kunstenaars Dan Graham en Bruce Nauman, in Kiss (2002) en Kiss (clean version) (2006) worden diverse kusscènes uit de kunstgeschiedenis opgevoerd, in This is exchange (2002) is de filosoof Locke het wachtwoord waarmee bezoekers drie euro kunnen ‘verdienen’ en in This variation (2012) is onder andere Good Vibrations van de The Beach Boys te ontdekken.

Dat de vertolker die een dialoog aangaat met Ann Lee, Marcel zegt te heten is dan ook moeilijk als een toevalligheid te lezen. En als Marcel Ann Lee’s vraag “Well, what do you remember?” met “Chess” beantwoordt, kan ik me niet aan het idee onttrekken dat Sehgal hier verwijst naar Marcel Duchamp (1887-1968), grondlegger van de ready made en naast kunstenaar een fanatiek schaker. “I am still a victim of chess. It has all the beauty of art – and much more. It cannot be commercialized. Chess is much purer than art in its social position”, zegt Duchamp in een interview van maart 1952 met Time Magazine. Al eerder was er een connectie tussen Sehgal en Duchamp, toen hij in februari en maart This is good (2001) liet opvoeren tussen een aantal werken uit de collectie van het Stedelijk – waaronder ook Duchamps La boîte-en-valise (1936-1941), een koffer met daarin miniatuurreproducties van Duchamps eigen oeuvre.

Delays and dimensions

“So what do you do here? I still haven’t fully understood.” De vragen die Marcel aan Ann Lee stelt geven haar de gelegenheid meer te vertellen over haar ontologie en geschiedenis. “First, I was two-dimensional, then three-dimensional. Now I figured it was time to become – stilte – four-dimensional.” Marcel onderbreekt haar: “What do you mean by four-dimensional?” Interessant aan de dialoog die ze opvoeren is onder meer dat, hoewel ze de vragen die ze stellen zelden rechtstreeks tot de toeschouwers richten, het haast onmogelijk is om je als bezoeker niet ook af te vragen hoe je erover denkt. “Being here, in space and time, together with you I guess”, luidt het antwoord van Ann Lee, nadat ze even heeft nagedacht. In Ann Lee is de vertolker in zekere zin meer afhankelijk van het publiek, dat lang niet altijd antwoord geeft op de vragen die ze tot hen richt terwijl ze hen ondertussen één voor één aankijkt. Nu is er Marcel, die de dynamiek verandert en Ann Lee in een andere context plaatst.

“I like delays.”
“Why do you like delays?”
[…]
“It’s a way to keep a certain suspense in the moment, keeping the present more lively.”
[…]
“But isn’t that also a way of escaping from the present moment. […] It’s like living in anticipation. Somehow confusing the present with the future.”
“But why not? If there is a certain joy, a playfulness in it?”

Het is bevreemdend om te horen hoe overtuigend deze pubers analyseren en reflecteren. In de tijd dat ik getuige ben van Ann Lee & Marcel zie ik het werk meerdere keren en voeren de vertolkers twee verschillende gesprekken, waarvan sommige delen overlappen. Zo vraagt Marcel in beide varianten of hij met Ann Lee mee mag doen – “Can I join you?” – en stelt hij aan het publiek de vraag “Would you rather be too busy or not busy enough?” Ook leert Ann Lee Marcel haar manier van bewegen – “I do this slow movement” – door hem uit te nodigen tegenover haar te komen staan en hem te vragen haar ogenschijnlijk onwennige en langzame bewegingen te spiegelen. Marcel, op zijn beurt, constateert dat Ann Lee “a rather flat breath” heeft en stelt voor, als Ann Lee hem vraagt wat ze daaraan kunnen doen, om samen diep adem te halen – wat ze vervolgens een aantal keer, in hetzelfde ritme, doen. Ideeën, werelden en bewegingen worden uitgewisseld en gedeeld.

Ann Lee doorloopt met haar overgang van comic book, naar animatie, naar een persoon in een tentoonstellingsruimte de tweede, derde en vierde dimensie. Ann Lee en Marcel vragen zich ten overstaan van het publiek af of er zoiets is als een vijfde dimensie. “Another dimension”, zegt Ann Lee, en Marcel herhaalt. Zo klinkt er om beurten “another dimension”, alvorens ze het tegelijkertijd – en steeds melodischer – uitspreken. Tussen de herhalingen door maken ze een geluid dat futuristisch en computerachtig aandoet: ‘ieeeeeoeeee’. “Another dimension, ieeeeeoeeee, another dimension, ieeeeeoeeee, intergalactic planetary, planetary, intergalactic, intergalactic, planetary.” Al dansend door de ruimte voeren Ann Lee en Marcel een versie van de Beastie Boys’ Intergalactic op. Even abrupt als dat ze ermee begonnen zijn, stoppen Ann Lee en Marcel na een paar minuten met dansen. “That was fun.” “Yeah, it was really fun.”

Wat is aanwezigheid?

“Are you always fully present in the present?”, is Marcels reactie wanneer Ann Lee het volgende zegt over delays: “[…] to me it’s collapsing the present with the future, so you can never be fully present in the present”. Can you ever be fully present in the present? De paradox is gelegen in het feit dat de vertolker die deze vraag stelt tegelijkertijd het werk is. Hoewel dat voor de vertolkers niet per se hoeft te gelden, zijn Sehgals situaties als idee altijd volledig aanwezig in het moment – present in the present. Ze vallen slechts samen met dat ene, unieke moment; ze zíjn dat moment.

Een plek hebben, of kennen, in tijd en ruimte is wat centraal staat in Ann Lee & Marcel. Want hoewel Ann Lee vertolkt wordt door een meisje van vlees en bloed, vertegenwoordigt ze tegelijkertijd ook het concept van een mangakarakter dat, zoals ik in augustus schreef, “gemaakt is om vermaakt te worden, gemaakt is om opgeroepen te worden door anderen”. De vraag is dan ook wie of wat er bevrijd wordt wanneer Marcel, als reactie op Ann Lee’s ontboezeming dat ze nog nooit buiten een tentoonstellingsruimte is geweest, haar hand pakt en “I’ll take you. Let’s go!” zegt.