Een ondergraven Othello
Voor de moderne bewerking van Shakespeares Othello van ZEP Theaterproducties heeft regisseur Peter Pluymaekers de inzet van radicale middelen duidelijk niet geschuwd; zo ligt de tekstbewerking in handen van niemand minder dan Brainpower himself. Het resultaat is zeer toegankelijk voor jongeren, maar laat kwalitatief te wensen over.
De introductie van moderne straattaal in Othello maakt de voorstelling weliswaar zeer toegankelijk, maar het overdreven taalgebruik leidt vooral tot meligheid, waardoor de voorstelling te veel aan de oppervlakte blijft. Het is een nobel streven om Shakespeare naar het jonge publiek te brengen, maar op deze manier moet daarvoor een te hoge prijs worden betaald. De overvloed aan platte woordkeuzes staat bijna elke vorm van subtiliteit en poëzie in de weg en bovendien werkt de klaarblijkelijk onoverkomelijke dwangrijm onbedoeld op de lachspieren.
Veel effect, te weinig intentie
De spanningsopbouw komt de eerste helft moeizaam op gang. De tekstbewerking is vooral afleidend in plaats van verrijkend en het spel blijft lange tijd oppervlakkig. De noodzaak van de acteurs blijft op de achtergrond, waardoor er te weinig gelaagdheid kan ontstaan. Dit wordt gecompenseerd door flitsende overgangen, dansjes (met en zonder het publiek), vechtpartijen en het zingen van bekende popliedjes, maar een gevoel van leegte blijft overheersen. Er gebeurt ontzettend veel, maar tegelijkertijd te weinig. Het verhaal lijkt ons jammerlijk genoeg slechts te worden verteld en niet daadwerkelijk getoond.
Toch begint de spanning voor de toeschouwer toe nemen vanaf het moment dat de manipulaties van Jago (Kenneth Herdigein) steeds meer hun uitwerking gaan hebben op de nietsvermoedende Othello (Thomas de Bres). De dramatische ironie haalt je weer bij de les: hier gebeurt iets. De Bres’ tekstbehandeling is, voor zover de bewerking het toelaat, een noemenswaardige verademing. De toegenomen spanning draagt bij aan de geloofwaardigheid van alle acteurs. Daarbij zorgt hun fysieke spel voor een aangename energie en dynamiek in de voorstelling, al wordt dit vervolgens weer grotendeels teniet gedaan door de talloze hippe zinsneden.
Doorgeschoten vernieuwing
Het is onnodig om je in zoveel bochten te wringen om een moderne Shakespeare te maken. De charme van zijn werk schuilt voor een belangrijk deel in de geweldige thema’s die op zichzelf al zo tijdloos zijn dat ze actueel blijven. Straattaal kan daaraan een interessante dimensie toevoegen, maar in deze vorm belemmert het de acteurs om tot geloofwaardig en interessant spel te kunnen komen. Theatergroep ZEP werkt volgens het concept ‘Low Culture, High Level Theatre’ en richt zich in de eerste plaats op jongeren. Hopelijk weet het gezelschap met Othello deze doelgroep wel te enthousiasmeren, maar voor de ervaren kijker is het weinig prikkelend.