Een verontwaardigd Slowakije
.
Een typisch antwoord van een regisseur die vóór Hostel al verantwoordelijk was voor een van de meest bloedige en gewelddadige, tegelijkertijd amusante en absurde films van de laatste vijf jaar, Cabin Fever (2002). De ingrediënten waren even simpel als doeltreffend: een groep jongelui heeft voor een kort uitje een bungalow gehuurd in redneck Amerika. Daar aangekomen vallen ze langzaam maar onafwendbaar ten prooi aan een vleesetend virus, met als bloederig hoogtepunt een meisje dat de korsten van haar benen scheert. Met een schamel budget van anderhalf miljoen en een uiteindelijke opbrengst van vele tientallen miljoenen dollars werd Cabin Fever een culthit die Roths portemonnee ook nog eens aardig spekte.
Veevoer
En nu is daar Hostel. Zoals gezegd speelt een groot deel van de film zich af in Slowakije, maar we beginnen in Amsterdam. Was Slowakije grauw, Amsterdam wordt net zo clichématig afgebeeld: drie vrienden gaan backpacken en kunnen de onoverwinnelijke Amsterdamse combinatie van wietrokende hoeren niet weerstaan. Maar ze willen meer, en al snel wordt ze een hostel in Slowakije aangeboden, een jeugdherberg waar schijnbaar iedere goddelijke vrouw ligt te wachten op pubers die net klaar zijn met de middelbare school. De twee Amerikanen en een IJslander – een volkomen irritante imbeciel met de naam Oli – laten dit zich niet twee keer zeggen en nemen de eerste beste trein naar Slowakije. Of Tsjechië – ik geloof dat Roth het eigenlijk met de filmlocaties niet zo nauw heeft genomen. Aangekomen in het voormalig Oostblok beginnen de nachtmerries voor onze vrienden: het hostel blijkt een doorsluisgelegenheid voor een organisatie die gespecialiseerd is in het verzorgen van de ultieme martelvakantie, met jonge toeristen als veevoer.Grotesk
Waarom was Slowakije nu boos? Is het Slowaakse bureau voor toerisme bang dat iedere bioscoopganger na afloop direct zijn vlucht naar Bratislava annuleert? Vanaf het begin is duidelijk dat Roths film niet zo serieus hoeft te worden genomen. De hoofdpersonen zijn bold en beautiful, en de held koelbloedig als het erop aankomt. Slowakije is een duister hol, zo duister dat het lijkt alsof ze nauwelijks aan de Middeleeuwen ontsnapt zijn, en met name de gore en expliciet in beeld gebrachte martelscènes maken duidelijk dat Roth wil amuseren door te shockeren – waarbij gezegd moet worden dat de zichtbare ledematen niet alleen maar afgehakt zijn.
Is het een geslaagd shockexperiment? Ja hoor. Eén voor één verdwijnen de jongens, om uitelkaar gezaagd en geboord terug te keren op bloederige karren, die door de fabriek gereden worden. Tenen worden afgeknipt, boren worden in knieën gedraaid en motorzagen worden niet gebruikt om de heg mee te snoeien. Het geweld doet denken aan de al even groteske scènes uit een Takashi Miike-film – de gigant uit Japan aan wie Hostel een ode lijkt te zijn (de regisseur heeft zelfs een cameo). Net als Miike is Roth niet bezorgd om een hecht verhaal, met zorgvuldig doordachte personages die menselijk zijn en van wie de handelingen gemotiveerd kunnen worden. Dat is ook niet de reden dan Tarantino’s naam in kapitale letters op iedere mogelijke poster is neergezet. Hostels enige doel is het omdraaien van de maag. Mocht je geld willen besparen op een etentje en een film, bezoek dan Hostel voordat je je onder wilt dompelen in drie gangen gezelligheid. Hostel drukt iedere mogelijke eetlust de kop in.