Een gedeelde liefde voor ruigheid
Minimalistische, machinale en industriële klanken galmden rond in de zaal van het Paard van Troje, maar dan wel in een symfonisch jasje. De twee werelden van het Residentie Orkest en (Nederlandse) rockband De Staat, die haar naam ontleend aan een van de bekendste werken van Louis Andriessen, kwamen samen. Iets anders dan een unieke versmelting was er dan ook niet te verwachten.
Op 17 november 1969 werd een optreden in Het Concertgebouw op ruwe wijze verstoord door gejoel, ratels en een toeter. Actiegroep ‘De Notenkraker’ ervaarde het orkestleven als ondemocratisch en kwam op voor een open programmabeleid. Componist Louis Andriessen behoorde tot deze groep en probeerde daarom met zijn werken, onder andere De Staat (1976), een bijdrage te leveren in het debat over de verhouding tussen muziek en politiek. De wat minder gepolijste en minimalistische muziek die hierbij ontstond, werd gecomponeerd, met als inspiratie stukjes dialoog over politieke handelingen van Plato. De invloed van deze muziek, evenals van andere componisten die waren aangesloten bij De Notenkraker, was revolutionair en is zelfs tot op de dag vandaag merkbaar.
Symfonische muziek heeft heel wat ruige melodieën voortgebracht, zo bewijst Floris Kortie die de symfonische beleving van vanavond opent met overeenkomsten tussen klassieke muziek en het werk van De Staat. Popmuzikanten vallen vaak terug op ‘klassieke’ muziek als ze iets ruigs willen doen. Maar dit kan ook andersom, moet het Residentie Orkest gedacht hebben. Wat zoekt dit orkest precies bij De Staat vanavond?
Louis Andriessen zou in een gesprek tegen frontman Torre Florim zijn waardering hebben uitgesproken voor de muziek van De Staat, vanwege het rauwe geluid, de harde vocals met een kritische (en politieke) mening en de ruige uitstraling. Door de nieuwsgierigheid van het Residentie Orkest naar het werk van De Staat ontstond zodoende een samenwerking tussen disciplines van de twee partijen, die vanavond gerealiseerd wordt.
Geen zondagochtendmuziek
Wekenlang leefde frontzanger Torre Florim toe naar de uitvoering van dit concert, wat vooral te merken was aan de zeer regelmatig geplaatste berichten op de Facebookpagina van de band. Kleine stukjes bladmuziek of muziekvoorbeelden hielden fans in verwachting van de gearrangeerde versies. Het is daarom ook niet opmerkelijk dat het publiek zeer divers is: niet alleen liefhebbers van klassieke muziek en aanhangers van het Residentie Orkest, maar ook fans van De Staat zijn aanwezig. Onder leiding van dirigent Ernst van Tiel worden twaalf nieuwe edities van De Staat-liedjes gespeeld, die gearrangeerd zijn door Reyn Ouwehand, vanavond aanwezig achter de piano. Hij schrijf al eerder partijen voor liedjes van de band, bijvoorbeeld de strijkers op het album Machinery (2011). Ook de veelzijdige componist Martin Fondse is voor deze avond uitgenodigd; twee jazzy instrumentale stukken dezer avond komen van zijn hand voor de afwisseling van het geheel.
Torre Florim vertegenwoordigt niet als enige De Staat, ook drummer Tim van Delft heeft zijn uitgebreide drumkit meegenomen en zit voor op het podium. Achter hem staan nog eens drie persussionisten die er op uit lijken te zijn de oren van de luisteraars te laten bloeden. Wanneer de frontzanger het podium betreedt en met luid gejuich ontvangen wordt, spreekt zijn gezichtsuitdrukking boekdelen. Het haar met veel gel superstrak naar achteren gekamd, blik op oneindig. Nette pantalon, gestreken overhemd en een smal gilet… hij heeft er zin in, ook al oogt hij ietwat onrustig en heeft hij tijd nodig om op te warmen voor hij de industriële muzikale productie van de avond goed kan leiden.
Combinatie van het populaire met avant-garde
Wie gedacht had een standaard concert te bezoeken komt bedrogen uit. De elektronische synthesizer en gitaargeluiden van het origineel zijn compleet vervangen door de veelzijdige timbres die het orkest kan maken. De meeste nummers zijn vanavond afkomstig van het album I_Con (2013) en het openingsnummer is niets minder dan een bombastische versie van ‘Devil’s Blood’. De strijkers zijn vanavond het hart van het productieproces en spelen de dreigende klanken van kwinten en kwarten. Rauwe gitaarlijnen vertalen zich naar de koperblazers, snerpende riffjes worden gespeeld door fluiten en de xylofoon. Het gaat er heftig aan toe, maar zelfs een paar gebroken paardenharen houden de eerste violist niet tegen om voluit verder te spelen na ze er chagarijnig af gerukt te hebben. Er is geen medelijden nodig voor de trombonist en tuba in ‘Rooster-Man’. Het ostinatische figuurtje (steeds dezelfde toon op hetzelfde ritme) komt helemaal tot zijn recht in combinatie met de monotone zang en de minimalistische instrumentale begeleiding.
Het publiek ziet er wat stug uit en zelfs bij het dansbare ‘Get It Together’ probeert het maar matig om in beweging te komen. Torre Florim heeft er voor dit concert speciaal voor gekozen om voornamelijk liedjes te spelen die nauwelijks live worden uitgevoerd en niet de gebruikelijke hits die De Staat-fans wellicht verwacht hadden. Daar komt nog eens bij dat hij de setlist voor vanavond heeft samengesteld met als achterliggende gedachte welke nummers hij het meest geschikt voor orkestrale uitvoering vond. Hij zegt tijdens het concert ook dat sommige liedjes niet thuis horen op de plaat van De Staat, maar juist bedoeld hadden moeten zijn voor het orkest, zoals ‘The Inevitable End’.
Ongepolijste muziek, ongepolijste uitvoering
Toch zijn er nog aardig wat opmerkingen te plaatsen bij het concert. Vooral bij ‘I’ll Never Marry You’ gaat het even helemaal mis: Florim zet op de verkeerde toonsoort in. Hij laat het orkest stoppen om opnieuw te beginnen. Ook de tweede uitvoering verloopt niet helemaal soepel, waaruit zijn onervarenheid met orkest blijkt. Gelukkig merkt hij dit zelf ook en wordt het nummer als encore nogmaals gedaan om het goed op de opnames te krijgen, zodat hij zonder gefrusteerd gevoel het podium kan verlaten. Tim van Delft mist tussendoor nog wat slagen nadat hij er achter komt dat hij met verkeerde stokken speelt. De manier waarop hij zich van zijn stokken ontdoet, is niet bepaald onopvallend te noemen. Ook een klein beetje arrogantie mag niet ontbreken. In zekere zin plaatst Torre Florim zichzelf (of zijn muziek althans) boven de Foo Fighters door even te melden dat “De Foo Fighters zijn afgelast op PinkPop, dus beter ben je hier toch?”
Het Residentie Orkest heeft weer eens duidelijk laten zien dat het haar oren open houdt voor ontwikkelingen in muziek. Een geslaagde avond met een mooie uitvoering van muziek afkomstig van De Staat, die zich uitstekend leent voor een klassiek orkest. Ondanks de fouten was dit wel weer een crossover die de moeite waard was om erbij aanwezig te zijn. Eigenlijk had zelfs Louis Andriessen dit concert niet mogen missen.
Symphonic Junction is een concertenserie van het Residentie Orkest in het Paard van Troje, Den Haag, waarin zij zoveel mogelijk mensen in contact wil laten brengen met bijzondere muziek om te laten zien dat ook symfonische muziek in de 21e eeuw voor een groot en breed publiek van betekenis kan zijn. Het nieuwe seizoen van Symphonic Junction gaat van start op 31 oktober met een concert in ‘3D’ en op 27 november volgt een concert in het thema ‘Arabian Night’.