Boeken / Non-fictie

Vrijblijvende bespiegelingen

recensie: De buik van Elvis. Bespiegelingen over swingende muziek

Bespiegelingen over swingende muziek, de ondertitel van Jazz-redacteur Coen de Jonges boek De buik van Elvis, klinkt veelbelovend. Ook de hoofdstukindeling doet de liefhebber van de jazzgeschiedenis nog watertanden; het in drieën gedeelde boek leidt de lezer langs Hoofdzonden in de swingende muziek, Portretten en Improvisaties. Toch stelt het boek teleur. De Jonge lijkt in zijn onderwerpskeuze volstrekt willekeurig te werk te zijn gegaan, en diepgang en duiding ontbreken.


Dizzy Gillespie
Dizzy Gillespie

Hoofdstukken in De buik van Elvis gaan over helden als Howlin’ Wolf, Ray Charles en Chet Baker en belangrijke zaken als seks, drugs en ander geronsel. Zo begint het deel over de hoofdzonden met een artikel over erotiek in de jazz. Dit op zich aardige onderwerp verliest meteen bij de lead al zijn kracht; De Jonge haalt de dichter Roland Holst aan, omdat die naar eigen zeggen alleen via seks contact met de Muze kon leggen. Alsof Roland Holst in de muziekwereld maatgevend is, grijpt De Jonge dit gegeven aan om de vraag te stellen hoe de connectie tussen jazz en seks werkt. Vervolgens lijkt het De Jonge alleen om het roddelen te gaan, om het vertellen van vieze verhaaltjes. Zijn belangrijkste vraag in dit hoofdstuk is dan ook welke jazzmusici zich het actiefst betuigden. Deze vrijblijvende stijl houdt het gehele boek aan.

Tijdschriftstukjes

De Jonge is redacteur van het tijdschrift Jazz, en verhalen uit De buik van Elvis verschenen eerder in deze glossy over jazz, blues en soulmuziek. Qua opmaak is dat nog te zien: pagina’s zijn ingedeeld in kolommen tekst, soms onderbroken door citaatblokken die normaliter dienen om pagina’s van kranten en tijdschriften netjes te vullen als de aangeleverde tekst iets te kort is. In zo’n boek komt het op zijn minst nogal raar over om in een stukje over gospel opeens een vetgedrukt citaat over een ander onderwerp tegen te komen: “De zwarte vertakking van de islam bood jazzmusici een weg die niet door het blanke establishment zou worden beheerst. Of ze allemaal zo vroom waren als ze zich hadden voorgenomen, is de vraag”. Deze frase, die in gewone tekst vier pagina’s eerder in het boek staat, dient geen enkel nuttig doel, en leidt alleen maar af.
Ook inhoudelijk lijdt het boek er duidelijk onder dat de artikelen eerder in Jazz verschenen. Om te beginnen oogt de selectie volstrekt willekeurig. Waarom bijvoorbeeld het deel Portretten openen met een artikel over Simon Vinkenoog? Natuurlijk, de dichter is jazzliefhebber, maar het blijft raar hem boven Dizzie Gillespie en Miles Davis te zien. Blijkbaar is De buik van Elvis veeleer een boek over de passies van De Jonge (hij stelde enkele bundels samen met werk van Vinkenoog), dan een boek over ‘swingende muziek’.

Miles Davis
Miles Davis

Potentie

Het grootste probleem is echter dat De buik van Elvis diepgang ontbeert. Wat in een muziekglossy nog een leuk en interessant artikel schijnt, valt in veelvoud en tussen twee kaften toch in het niet. Zeker als je meerdere artikelen achter elkaar leest, blijkt dat De Jonge een gemakkelijk schrijver is, die voorvallen niet inbedt in een geschiedenis, die niet duidt en zelfs niet bespiegelt, zoals de ondertitel belooft, maar gewoon leuke verhaaltjes schrijft. Daar is absoluut niets mis mee, maar ze verdienen het domweg niet om gebundeld te worden. De Jonge kent veel verhalen, en daarnaast heeft hij een vlotte pen. Potentie is er dus wel, alleen zou hij eens rustig moeten gaan zitten, extra onderzoek moeten doen, en een echt boek schrijven: een boek met eenheid, diepgang en afstemming.