Kunst / Achtergrond
special: Fotomanifestatie Noorderlicht

Noorderlicht 2005: Traces and Omens

In tegenstelling tot vorig jaar vindt de hoofdtentoonstelling van de Noorderlicht fotomanifestatie dit keer plaats in het centrum van Groningen (locatie: Der Aa-kerk). De centrale vraag bij deze editie is of een bevroren fractie van een seconde recht kan doen aan de veelzijdigheid van een gebeurtenis. Het gaat hier dus om de verbeelding van de tijd. Tweeënveertig fotografen uit achttien verschillende landen trachtten met hun stilstaande beelden de tijd weer in beweging te zetten. Volgens de organisatie is er ook nu weer sprake van een combinatie van artistiek en maatschappelijk engagement. Zo worden sociale reportages en familieverslagen afgewisseld met geënsceneerde en landschapsfotografie.

Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, merkt in zijn voorwoord in de catalogus terecht op dat het soms lijkt ‘alsof alleen pijn een geheugen heeft’.
Ook onze journalistieke berichtgeving lijkt voornamelijk gericht op ellende. Omdat een foto meer zegt dan 1000 woorden (de meeste mensen zijn immers visueel ingesteld), is het de taak van de fotograaf om onze niet aflatende ‘honger’ te stillen. Draaisma geeft aan dat ‘ons geheugen oude versies weggooit’ – een verklaring voor het feit dat we iedere keer opnieuw kunnen worden geraakt door een foto. De fotografie zou ons volgens hem herinneren aan ‘wat we ons niet meer kunnen herinneren’ en in die zin fungeren als een extern geheugen.
Bas Heijne ziet voor de fotografie vooral een rol weggelegd als tegenhanger van de beeldenstroom van de massa-industrie. De fotografie zou nog ruimte laten voor de verbeelding van het individu door te focussen op zaken die ‘doorgaans ongezien aan ons voorbijtrekken’.

Menselijk drama

Foto: Paul Fusco (1930).
Foto: Paul Fusco (1930).

Het leed waar Draaisma over spreekt, zien we bijvoorbeeld terug in de portretten van Paul Fusco (1930). Fusco bracht voor zijn serie Chernobyl Radiation (1997) een bezoek aan een aantal kinderdagverblijven in het Russische Minsk en fotografeerde de gevolgen van de nucleaire ramp in Chernobyl (1986). Het leverde hartverscheurende taferelen op van mismaakte kinderen. Zoals het portret van de kleine jongen in de rolstoel die met een van pijn verkrampt gezicht in de camera kijkt.
Ook Francesco Zizola (1962) kiest voor de tragiek wanneer hij jonge mensen portretteert die aan aids lijden. Als gevolg van een grootschalige aidsepidemie zal de gemiddelde levensverwachting in Mozambique in het jaar 2010 gedaald zijn tot 27. De titel van zijn fotoserie, The Silent Atomic Bomb (2002), is afgeleid van een speech van de minister-president van Mozambique waarin deze waarschuwde dat de gevolgen van de aidsepdidemie voor Afrika groter zullen zijn dan wanneer er een atoombom op het continent zou vallen.
De fotoserie Faith in Chaos van Pep Bonet (1974) focust op de gevolgen van de burgeroorlog in Sierra Leone (1991-2001). Tienduizenden mensen vonden daarin de dood, terwijl nog eens honderdduizenden werden verkracht, verminkt en tot slaaf werden gemaakt. Bonet legde vast hoe de inwoners van Sierra Leone aan het einde van de oorlog trachtten een nieuw bestaan op te bouwen. Hoe schrijnend de situatie ook is, we worden tegenwoordig overspoeld met dit soort menselijk drama.

Natuur

Fotograaf David Maisel (1961) kiest voor een andere invalshoek. Bij hem staat niet het menselijk drama centraal, maar juist de natuur. Voor The Lake Project ging Maisel op zoek naar locaties die door menselijk handelen onherstelbaar zijn beschadigd. Hij fotografeerde ze vanuit de lucht. Het leverde prachtige abstracte kleurencomposities op die bol staan van de tragiek.
Stephen Dupont (1967) reisde voor zijn serie Tsunami Aftermath (2005) twee weken na de tsunamiramp naar het Indonesische Banda Atjeh, het plaatsje dat zich het dichtst bij het epicentrum bevond. Het enige dat hij aantrof was chaos en ellende.
Dupont: ‘There was no emotion in that place. Everything was dead and lost’.

De herinnering

Foto: Brigitte Grignet
Foto: Brigitte Grignet

Bo Hai (1962) gaat iets subtieler te werk bij zijn reconstructie van de geschiedenis. Hai, die in 2001 werd uitgenodigd voor deelname aan de Biënnale van Venetië, gebruikt fotografie voor het vastleggen van herinneringen. In DUSK (2002) plaatst hij portretten van familieleden naast afbeeldingen van locaties die centraal staan in hun leven. De betrokkenheid bij zijn onderwerp in combinatie met het gevoel voor compositie en het serene kleurenpalet maakt deze reeks tot één van de spaarzame hoogtepunten van Noorderlicht 2005. Ook in het werk van Miyako Ishiuchi (1947) staat de herinnering centraal. Na het overlijden van haar moeder in 2001 besloot ze dier bezittingen – lippenstift, haarborstel en jurk – te fotograferen. Volgens de catalogus wordt hier het verhaal verteld van een zelfbewuste jonge vrouw. Ik zie het er niet in terug. Daarvoor zijn de foto’s net iets te vrijblijvend.

Geënsceneerde fotografie

Foto: Michael Najjar.
Foto: Michael Najjar.

De afdeling geënsceneerde fotografie is dit jaar vertegenwoordigd met ondermeer de Amerikaan Larry Fink (1941) en de Brit Owen Logan (1963). Finks serie Forbidden Pictures (2001) blijkt een eigentijdse variant op de schilderkunst van de Neue Sachlichkeit (onder anderen Otto Dix en George Grosz) en staat kritisch tegenover de wereldpolitiek van de regering-Bush. Forbidden Pictures was vanwege de aanslag op het World Trade Centre van 11 september 2001 pas in 2004 voor het eerste te zien in de Verenigde Staten. De expositie leidde er destijds tot een storm van protest. Met name ‘Bush” hand op de borst van een jonge vrouw schoot veel conservatieve Amerikanen in het verkeerde keelgat.

Nederlandse afvaardiging

Foto: Anoek Steketee (1974).
Foto: Anoek Steketee (1974).

De Nederlandse Christien Meindertsma (1980) kwam in 2003 plots in het nieuws met haar fotoserie Checked Bagage. Op een veiling in Amsterdam kocht zij onder andere 410 zakmessen, 211 flessenopeners en een aansteker in de vorm van een kogel. Deze huishoudelijke voorwerpen werden door de douane op Schiphol in één week in beslag genomen. Na de aanslagen van 11 september 2001 werd dergelijk materiaal plots beschouwd als ‘potentieel gevaarlijk’. Treffender had de algehele paniek niet weergegeven kunnen worden! Toch is landgenoot Anoek Steketee (1974) stiekem interessanter. Voor de serie Frontstage stelde Steketee zich de vraag of het beeld dat Westerse media van Iran schetsen overeenkomt met de werkelijkheid. Wat is bijvoorbeeld de positie van het individu in de Iraanse maatschappij? Steketee constateerde in die context een tweedeling tussen de vrije binnenruimte en de aan regels gebonden buitenruimte, waarbij ze overeenkomsten signaleerde met theatervoorstellingen. Bij het poseren vroeg zij mensen daarom te doen alsof ze zich in een theaterscène bevonden.
Haar sferische portretten bezitten een sterk sprookjesachtig karakter.

Wat vonden we ervan?

Het thema van dit jaar is zo vreselijk nietszeggend, dat je er alle kanten mee uit kunt.
Natuurlijk kunnen we niet oordelen over het niveau van de andere inzendingen, maar toch heb ik mijn twijfels bij de relevantie van een aantal fotoseries (Stephen Gill, Harvey Benge). Het maatschappelijk engagement waar de organisatie van spreekt, blijkt in de praktijk slechts een minieme rol te spelen. Misschien moet de Noorderlicht-organisatie zich eens gaan afvragen wat ze nu precies wil.