Een bedachtzame action-painter
In 1967 nam de dichter Bert Schierbeek (1918-1996) op Long Island een interview af met de van oorsprong Nederlandse schilder Willem de Kooning (1904-1997). Schierbeek behoorde, samen met onder anderen Karel Appel, tot de Nederlandse tak van de zogenaamde Cobra-groep. Deze groep kan beschouwd worden als de tegenhanger van het Amerikaanse abstract-expressionisme waarvan Willem de Kooning de ongekroonde leider was.
Opdrachtgever voor het interview was uitgeverij Meulenhoff die een boekje wilde uitgeven over De Kooning in de reeks Beeldende kunst in Nederland. Om onduidelijke reden werd het oorspronkelijk in het Engels geschreven stuk nooit gepubliceerd. Slechts enkele delen ervan verschenen in een catalogus van het Stedelijk Museum Amsterdam bij een tentoonstelling van De Kooning in 1969. Het manuscript is jaren lang verloren gewaand totdat het in 1998, twee jaar na de dood van Schierbeek, alsnog werd teruggevonden. Nu, zo’n zeven jaar later, is het stuk dan toch nog uitgekomen, in een tweetalige versie met een Nederlandse vertaling van Jean Schalekamp.
Schetsen met woorden
Schierbeek verbleef in 1967 gedurende enkele dagen bij Willem de Kooning in zijn huis en atelierwoning op Long Island. Tijdens dit verblijf praatten ze met elkaar over De Koonings kunst. Bovendien was Schierbeek er getuige van de totstandkoming van het schilderij The Visit (nu in de Tate Gallery te Londen). In mooie, beeldende bewoordingen schetst Schierbeek hoe de schilder verf op het doek brengt, het er weer afschraapt en hoe hij heel tevreden is met een heel dun en transparant laagje verf dat overblijft. Deze werkwijze is opvallend aangezien De Kooning tot de Action Painters wordt gerekend, een groep schilders die met veel actie de verf soms letterlijk op het doek smijt. In tegenstelling tot de drip-painter Jackson Pollock, die deze methode wel hanteerde, blijkt De Kooning veel bedachtzamer te werk te gaan. Door het langzame proces van De Kooning is het logisch dat Hans Namuth in 1950 tijdens de hoogtijdagen van het abstract-expressionisme niet een documentaire aan De Kooning wijde, maar aan Pollock. De Koonings werkwijze leent zich veel meer voor een kleurrijke en beeldende beschrijving op papier, zoals Schierbeek dat in zijn boekje heeft neergezet.Amerikaan uit Nederland
De Kooning blijkt tussen het schilderen door een gezellige prater. Dat dit gepaard gaat met flinke hoeveelheden drank is niet verbazingwekkend gezien De Koonings reputatie. De schilder vertelt de schrijver over zijn persoonlijke geschiedenis, zijn werk, zijn zelfontworpen atelier en laat hem de kuststreek The Hamptons zien, waar zijn atelier staat. Dit stuk van de Amerikaanse oostkust blijkt veel weg te hebben van de Nederlandse kuststreek, met duinen en stranden. Daardoor voelt De Kooning zich er erg thuis. Hoewel hij een echte Amerikaan geworden is, die zelf vrijwel alleen nog Engels spreekt, draagt hij nog altijd een stukje van Nederland met zich mee.
Nieuwe inzichten
Willem de Kooning: een portret geeft een goed beeld van een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Schierbeek heeft maar weinig pagina’s nodig om dit portret natuurgetrouw neer te zetten. Vooral zijn inzichten in de werkwijze van De Kooning zijn interessant, omdat men er bij abstract-expressionistische schilders vaak van uitgaat dat ze bij het schilderen met veel snelheid en expressie te werk gaan. De Kooning blijkt juist uiterst bedachtzaam te werk te gaan, net als de Frans/Duitse schilder Hans Hartung. Deze twee voorbeelden laten zien dat het bestaande kunsthistorische beeld van de schilders uit de jaren vijftig moet worden aangepast.