Coming of age boven de poolcirkel
Het vierde deel van ‘Mijn Strijd’ van de Noorse auteur Karl Ove Knausgård is een nieuw hoogtepunt. Ontroerend openhartig en in een verslavend taalritme vertelt de hoofdpersoon over het jaar dat hij doorbracht als invaller op een schooltje aan de grens van de bewoonde wereld.
Wie op Google Maps de bestaande plaatsnamen Finnsnes en Gryllefjord opzoekt en vervolgens uitzoomt, ziet hoe ontzaglijk ver noordelijk het naburige vissersdorp Håfjord (een fictieve naam) moet liggen. Wanneer de achttienjarige Karl Ove het vliegtuig naar Tromsø heeft genomen en de boot naar Finnsnes, moet hij nog lang in de bus zitten. Hij verdeelt zijn aandacht tussen het fantastische, lege landschap en een meisje op de bank vóór hem. Håfjord ligt aan zee en bestaat uit één U-vormige weg boven een haventje en een visafslag. Hier gaat hij invallen op de kleine middelbare school. Hij gaat op onderzoek uit.
Toen ik voor de deur van mijn appartement bleef staan, keek ik op mijn horloge. Vijftien minuten had het gekost om het hele dorp rond te lopen. Binnen die vijftien minuten zou ik dus het komende jaar mijn leven leiden. Er ging een huivering door me heen.
Razende hormonen
Hij heeft drie redenen om te vertrekken naar dit verre oord. Hij wil schrijven. Hij wil weg uit Kristiansand, waar hij is opgegroeid. En hij wil zijn eigen geld verdienen en vrij zijn. In zijn koffer heeft hij naast de nieuwste Noorse literatuur ook The Catcher in the Rye van Salinger. De klassieke roman over een puber die de wereld van de volwassenen, ’the phonies’, niet accepteert. Maar Karl Ove is meer dan een zoeker naar de zin van zijn bestaan. De hormonen razen door zijn lijf. De tweespalt van het Hogere en het Lagere is enorm en valt aan niemand uit te leggen.
In plaats daarvan opende ik een nieuwe onderafdeling in mijn leven. Dronkenschap en hoop op seks heette die en hij lag vlak naast die voor inzicht en innigheid, slechts van elkaar gescheiden door een kleine, op een tuinhekje lijkende persoonlijkheidsverandering.
Een klein verlicht ruimteschip
Dit dubbele programma, schrijvend de Waarheid zoeken, afgewisseld met dronkenschap en seks, houdt hij het hele jaar vol. Want de jonge leraar is, ondanks leugenachtige opschepperij, nog maagd – en daar wil hij zo snel mogelijk verandering in brengen. Er lijkt hem niet veel in de weg te staan. De meisjes uit zijn klas worden verliefd op hem en er zijn talloze met alcohol besproeide feesten die ruimschoots gelegenheid bieden. Maar hij heeft een klein lichamelijk probleem.
Geestig en ontroerend beschrijft Knausgård de rommelige werkelijkheid van de bijna-man, de stoere en tegelijk kwetsbare hulponderwijzer die niet veel ouder is dan zijn leerlingen. Zo ontstaat een beeld van deze kleine, marginale samenleving boven de poolcirkel, waar de zomer eindeloos licht is en de winter – de poolnacht uit de titel – aardedonker. De school is ’s winters ‘een klein verlicht ruimteschip’ tussen zwarte zee, zwarte rotsen, iets lichtere sneeuwplekken en de sterrenhemel erboven.
Big Brother
De leerlingen zijn onwillig. De jongens worden toch allemaal visser en ervaren de schoolperiode als een maf tussenstation. De meisjes zijn soms wat ambitieuzer, maar weten ook dat het leven hier, ver van de gewone, gemoderniseerde samenleving, ze weinig te bieden heeft. Men verveelt zich uitbundig in Håfjord en ieders ontwikkeling is al bij voorbaat geremd door het feit dat ze alles van elkaar weten. Big Brother boven de poolcirkel. Maar de jonge onderwijzer weet dat hij hier niet zal blijven. Hij stuurt een aanmeldingsformulier vergezeld van zijn eerste verhalen op naar de Schrijversvakschool in Bergen en wacht op antwoord…
Knausgårds stijl is ongeëvenaard. Ernstig, ironisch, kwetsbaar en eerlijk. Het ritme van zijn taal – in een voortreffelijke vertaling van Marianne Molenaar – is dwingend en de beschrijvingen zijn dicht op de huid. Verslavend!