Argentijnse hommage aan Elvis

.
Armando Bo, de scriptschrijver van Biutiful, maakt met The Last Elvis zijn regiedebuut. Ook schreef Bo het script van deze film, waarin een Elvis-imitator droomt van een trip naar Amerika, maar zijn dromen niet kan verwezenlijken. Met name familieomstandigheden spelen de entertainer parten. De hoofdrol in deze Argentijnse productie is voor nieuwkomer John McInerny, die in het dagelijks leven in een Elvis-coverband speelt en nu zijn idool op het witte doek mag portretteren.
Swingende camera
~
McInerny’s vertolking van Carlos Gutiérrez is sterk en ingetogen. De introverte Elvisgek wiens obsessie voor de rock–’n-rollster hem al zijn gezin heeft gekost, wil maar één ding: Elvis zijn. Het feit dat zijn dochtertje Lisa Marie heet, toont aan hoe ver zijn vrouw bereid was mee te gaan in Gutiérrez’ gekte. Maar ergens heeft hij de lijn overschreden: ze zijn inmiddels gescheiden. Gutiérrez leeft in een wereldje vol imitators, variërend van Britney Spears tot rockgroep Kiss, maar geen van zijn collega’s neemt het vak zo serieus als Gutiérrez. Wanneer hij zich in een van de vele (destijds spraakmakende) pakken hijst, is hij helemaal in zijn element. Hij wil zelfs nog wat kilo’s aankomen om meer te lijken op Elvis in zijn laatste jaren.
Leven door muzikale inbreng
~
Je zou misschien verwachten dat Gutiérrez neerslachtig wordt van zijn bestaan, of op een dergelijke manier wordt neergezet, maar niets van dat alles. We zien juist een zelfverzekerde man, vastberaden een in zijn ogen succesvol bestaan te leiden. Menigeen moet daarvoor wijken, maar Gutiérrez blijft boeien en verliest nooit de sympathie van de kijker, en dat is nog niet zo vanzelfsprekend gezien zijn fanatisme.
In The Last Elvis gaat Gutiérrez leven door zijn eigen muzikale inbreng. De muziek van Elvis geeft zowel betekenis aan de hoofdpersoon als aan diens leven. Treffend zijn dan ook de zinnen uit Elvis’ Suspicious Minds: ‘I’m caught in a trap, I can’t walk out, because I love you too much baby.’