Griekse goden versus atomen
Het nieuwe boek van Stephen Greenblatt is een spannende tijdreis langs Grieken, Romeinen, kloosters en de drukpers. De Zwenking beschrijft de onvoorstelbare geschiedenis van een ander boek. Het won al de National Book Award en de Pulitzer Prize. Over hoe de ontdekking van een obscuur leerdicht uit de Griekse oudheid een enorme verandering teweegbracht in de late Middeleeuwen.
De Zwenking. Hoe de wereld modern werd is een curieus boek over een nogal onbekende tekst, althans heden ten dage. Greenblatt schrijft over De Rerum Natura (Over de natuur der dingen), een Grieks gedicht van Lucretius uit de eerste eeuw voor Christus. Het gedicht met 7400 regels in 6 boeken ontdoet de historische wereld van de Griekse goden en zet in plaats daarvan kleine deeltjes centraal: atomen.
Het boek en de jager
Greenblatt laat de tijden van Lucretius herleven, maar meer dan over Lucretius gaat De Zwenking over de ontdekker van het gedicht. De herontdekking vond plaats rond 1417 in een klooster ergens in Duitsland. De Italiaanse boekenjager Poggio Bracciolini had eerder naam gemaakt als pauselijk secretaris. Hij maakte een kopie van een bijna verdwenen manuscript. Samen met zijn humanistische tijdgenoten zette hij door het ontdekken van oude teksten de christelijke denkwereld onder druk. Epicuristen waren gevaarlijk voor vroege christenen omdat als de ziel sterfelijk zou zijn, de christelijke zedenleer uit elkaar zou vallen. Meer dan duizend jaar na de eerste publicatie van het gedicht was het een erg subversief verhaal geworden.
Hernieuwde blik op de wereld
De schrijver reist zonder moeite heen en weer tussen de eeuwen om de geschiedenis van het ontstaan van het boek, het voortbestaan van slechts enkele exemplaren en vooral de herontdekking van het boek te reconstrueren. Al deze verschillende tijdperken worden met verve neergezet door Greenblatt. Hij laat ons de pijn voelen van alle kennis die verloren ging in Alexandrië en geeft een levendige beschrijving van kopiisten die grote aantallen perkamenten produceerden.
De monniken waren het die zwoegend in hun kloosters zelfs profane teksten uit de oudheid vermenigvuldigden en bewaarden. Teksten die uiteindelijk het einde betekenden van het systeem waar zij deel van uitmaakten. De ode van Greenblatt aan Over de natuur der dingen is onafgebroken en meeslepend. Een bijzondere tekst uit het verre verleden krijgt door hem nieuwe energie en actualiteit. Maar het zijn al die kleine menselijke schakels waar Greenblatt de meeste achting voor heeft. Mensen die een grote zwenking in de westerse geschiedenis op hun naam hebben staan.