Raak
De jury van de Willy Vandersteenprijs roemde ‘de kwetsbare en humoristische manier waarop Van de Pol herkenbare en persoonlijke situaties neerzet’. Dat ging weliswaar over Van de Pols vorige boek Terug naar Johan, maar zou ook zomaar over Scherpschutters kunnen gaan.
Schetsen
En precies dat is wat Michiel van de Pol goed doet. Zijn tekeningen ogen bijna als schetsen. Nergens een overtollig detail of opgefleurde tekeningen. Alles wat op de pagina staat, speelt een rol en draagt zijn steentje bij. De tekeningen proberen ook niet een volledig beeld van de wereld te geven, maar een gevoel over te dragen. Vorm is ondergeschikt aan de boodschap. Het verhaal dat hij vertelt in Scherpschutters lijkt ook een korte schets van een verhaal dat veel groter is. Maar net zoals de tekeningen de kern proberen weer te geven, zo is ook het verhaal beperkt tot belangrijke momenten, zonder opsmuk of tierelantijntjes.
Het boek vertelt over de relatie tussen Michiel en zijn vader, een hartpatiënt met een voorliefde voor Chinees porselein. De afstand die aanvankelijk bestaat tussen de twee is bijna voelbaar op het blad aanwezig. Als Michiel epilepsie blijkt te hebben vormen vader en zoon een band die omgekeerd evenredig hecht lijkt. Wat dat betreft lijkt het wel wat op Things to Do in a Retirement Home Trailer Park, waar een vader en zoon ook elkaar leren kennen en naar elkaar toe groeien.
Spiegelbeeld
De vader van Michiel is krampachtig in zijn manier van opvoeden, en hanteert daarbij onder andere de techniek ‘Periodiek Kwaad Worden’. Dat betekent ‘kwaad worden vanuit pedagogische motieven, vaak zonder duidelijke aanleiding.’ Het betekent ook dat Michiel zich afzet tegen zijn vader. Niet alleen door zich in kunst te verdiepen, waarbij hij een liefde voor Van Gogh, Manzoni en Karel Appel ontwikkelt. Ook door te trainen en zijn lichaam te ontwikkelen. Door een soort spiegelbeeld te worden van zijn verzwakte vader.
Wanneer Michiel op kamers woont en werkt aan bloemstillevens krijgt hij een black-out. Zonder dat hij weet wat er gebeurd is, plakt hij een pleister op zijn gezicht en gaat verder met zijn leven. In eerste instantie vertelt hij het niet aan zijn ouders. Michiel voelt zich ongemakkelijk bij het idee dat zijn vader zorgzaam wordt voor hem. Hij gaat ook niet naar de dokter.
Badminton
Pas vele black-outs later belandt Michiel in het ziekenhuis, waar de diagnose epilepsie wordt gesteld. Nadat hij uit het ziekenhuis is ontslagen, gaan Michiel en zijn vader op badminton – zijn vader moet aan sport doen van de dokter. Hoewel beiden met frisse tegenzin beginnen – ‘Kom, dan hebben we het maar gehad’ – blijken ze elkaar te vinden in het sporten. Of eigenlijk, na het sporten. De relatie tussen vader en zoon wordt hechter dan Michiel ooit had kunnen denken, met dank aan de snackbar.
Van de Pol weet heel specifieke situaties op een heldere manier over te brengen. Vaak overheerst een gevoel van onzekerheid in Scherpschutters. De gehanteerde stijl brengt die twijfel en angst goed over. Het geheel komt heel eerlijk en direct over. Daarnaast laat Van de Pol zien dat hij geen illustraties bij een verhaal maakt, maar een getekend verhaal vertelt. Een persoonlijk verhaal bovendien, maar wel toegankelijk en vooral heel open verteld. Daarmee kan de lezer zich goed verplaatsen in de personages, ook als hij geen bodybuildende epilepticus is, of een porselein verzamelende accountant met hartproblemen. Michiel en zijn vader vinden elkaar in hun zwakheden. In een geliktere stijl zou Scherpschutters lang niet zo krachtig zijn.