Film / Achtergrond
special: Een interview met programma-adviseur Kees Brienen

IFFR 2006

Vilnius. Was dat nou de hoofdstad van Estland, Letland of Litouwen? Bij de meeste Nederlanders wekt Vilnius niet meer associaties dan een willekeurige post-Sovjetstad ten oosten van de Oder-Neisse linie doet. Dat is jammer, want Vilnius kent op dit moment een van de interessantste artistieke klimaten ter wereld. Met een enkeltje Rotterdam kun je jezelf onderdompelen in de hippe Baltische underground.

Overzicht verslag IFFR 2006

Hot Spots: Vilnius
Hot Spots: Vilnius

Vilnius is één van de drie steden die tijdens het IFFR voor een middagje zullen verrijzen in Off_Corso. Deze voormalige bioscoop vormt het decor voor het nieuwe festivalprogramma Hot Spots. De lokale kunst- en filmscenes van Johannesburg, Vilnius en Mexico City presenteren zich elk drie festivalmiddagen en -avonden, met films, performance, muziek, design, eten en drinken. Waarom Vilnius en niet bijvoorbeeld Riga of Tallinn? Programmeur Kees Brienen legt uit.

Positieve energie

Brienen heeft jarenlange ervaring als programmamaker voor onder meer IDFA, Paradiso’s Cinema Digitaal en VPRO’s Nachtpodium. Al die tijd hield hij zijn ogen open voor nieuwe ontwikkelingen op het snijvlak van film, beeldende kunst en nieuwe media. Met een cultureel klimaat in Nederland dat hij als ‘braaf’ kenschetst is het geen wonder dat hij nu over de grens kijkt. Maar hoe kwam hij bij deze drie steden terecht? Weet hij zeker dat dit de interessantste plekken ter wereld zijn op dit moment? Of is het stiekem een nogal arbitraire keuze? “Arbitrair is het uiteraard,” zegt Brienen, oftewel met een gedegen vertrouwen op intuïtie, “maar de cinema is niet voor niets arbitrair en ongrijpbaar. En wat het ‘hotst’ is doet er niet toe, maar wel dat er een positieve creatieve energie traceerbaar is.” Het is dus geen wedstrijd, al gaat de vergelijking wel een beetje op, want, zegt Brienen: “In feite is mijn keuze tot stand gekomen zoals een coach zijn voetbalteam samenstelt.”

Hot Spots: Mexico City
Hot Spots: Mexico City

Meestal was er sprake van een directe aanleiding zoals de ontdekking van een filmmaker, een audio-visueel kunstenaar of een artistiek instituut dat zich op een bijzondere manier manifesteert. De films Batalla en el Cielo van Carlos Reygadas en Sangre van Amat Escalante waren bijvoorbeeld een ‘enorm aangename verrassing’ die Brienen op het spoor bracht van Mexico City. “Samen met een curator/kunstenaar/filmmaker uit de betreffende stad, iemand met wie ik me verwant voel, stel ik een programma samen waarbij het accent ligt op de filmcultuur. We zoeken raakvlakken tussen die filmcultuur en muziek, beeldende kunst en andere disciplines.”

Relatieve vrijheid

Ondanks de intuïtieve selectie en praktische aanleidingen wil Brienen zich desgevraagd wel aan een diepere analyse van de huidige bloei van Vilnius, Johannesburg en Mexico City wagen. “Vilnius is de hoofdstad van Litouwen. Het eerste land dat zich in 1991 losmaakte van het Sovjet-imperium, en in 2004 naast de andere Baltische staten aansluiting vond bij Europa. De mensen daar herdefiniëren hun identiteit, dan zoek je naar een beeld van jezelf, van wie je bent of wat je voorstelt.

“Hetzelfde geldt voor Johannesburg. Na decennia van apartheid zijn de Zuid-Afrikanen nu bewust bezig met vrijheid en democratie. Eindelijk kunnen de zwarte meerderheid, vrouwen, homoseksuelen en lesbiennes in relatieve vrijheid hun stem laten horen. Dat is het fundament waarop de hedendaagse kritische Zuid-Afrikaanse cinema gebouwd kon worden. Maar de kloof tussen arm en rijk is er nooit groter geweest, net als in Mexico City.

Hot Spots: Johannesburg
Hot Spots: Johannesburg

“Deze gigapolis kent ook positieve kanten; de dynamiek, de veelzijdigheid van het straatleven, de intensiteit van de culturele productie en de oorspronkelijkheid van de cultuur. Mexico City is een gigantisch sociaal laboratorium, en de recente films die ervandaan komen zijn met niets te vergelijken.”

Veranderingen

Genoeg geopolitieke onderbouwing voor Brienens selectie dus. Maar betekent het inkaderen van een levendige creatieve undergroundscene in zo’n publieksevenement – hoe kunstzinnig ook – niet de doodsteek voor die scene? Of bestaat er juist een werkelijke noodzaak voor zo’n programma? Dat laatste is het geval, vindt Brienen: “Om te beginnen heeft het IFFR altijd al een signaleringsfunctie gehad: het festival schept een cultuurkritisch kader waarin moderne ontwikkelingen kunnen worden verstaan. Nu is het zo dat, door de digitalisering, het medium film de afgelopen jaren sterk is gedemocratiseerd. Dat brengt met zich mee dat nieuwe ontwikkelingen zich wereldwijd voordoen, niet meer alleen bij een kleine elite van cineasten. Daarom moet het IFFR die signaleringsfunctie ook anders vormgeven. Het publiek moet zelf zien hoe een innovatieve filmcultuur kan ontstaan.”

Daarnaast geven veranderingen in productie, distributie en consumptie van bewegend beeld aanleiding tot een andere manier van vertonen: kruisbestuiving met verschillende disciplines in een ongedwongen sfeer. “In een wereld waar verandering de enige constante is, kunnen we het ons niet veroorloven om vast te houden aan de traditionele vertoningspraktijk van innovatieve cinematografische beeldtaal, dat spreekt zichzelf tegen. En toen riep God: Let there be Hot Spots!”