Boeken / Achtergrond
special: Don't judge a book by its cover

Literaire lectuur

.

Allereerst zal voor een dergelijk onderscheid duidelijk moeten zijn wat literatuur eigenlijk precies is. En daar gaat het al snel mis. Want volgens de Van Dale (1999) is literatuur:

1 Het geheel der schriftelijke overlevering van een volk of tijd
2 Al wat over een bepaald vak of onderwerp is geschreven
3 Voor een instrument of groep instrumenten geschreven muziek

Aangezien we het hier niet over muziek maar over letteren hebben, laten we definitie drie uiteraard even links liggen. Maar als we ons op de eerste twee definities richten, en dan met name op nummer 1, dan lijkt de scheiding tussen horror en literatuur nogal arbitrair. Dit betreft dan ook de zuivere, taalkundige definitie van literatuur.

Een meer algemene stelling kunnen we op Wikipedia terugvinden:

Het woord literatuur heeft verschillende, dicht bij elkaar liggende betekenissen. In de ruimste zin is literatuur de verzameling van alle teksten, zowel geschreven als in mondelinge vorm.

De term “literatuur” wordt in pregnantere zin het vaakst tegenover lectuur gesteld. In die betekenis zou literatuur de “hoge, elitaire” vorm en lectuur de “lage, plebejische” vorm van teksten aanduiden. Daar waar literaire auteurs vaak een boodschap op artistieke wijze willen overbrengen, zijn schrijvers van lectuur gericht op het schrijven van teksten die vooral ter ontspanning gelezen worden. Toch is wat tot de literaire canon gerekend wordt slechts een consensus en kunnen auteurs van wie het werk in een eerdere periode nog tot literatuur werd gerekend uit deze canon verdwijnen, en andersom.

Literatuur/lectuur
Ook hier dus onduidelijkheid over wat nu wel en wat nu geen literatuur genoemd mag worden. Literatuur is datgene wat in de publieke opinie als literatuur wordt beschouwd. En dat kan uiteraard per tijdstip en doelgroep verschillen. De schrijvende elite (wat en wie dat dan ook moge wezen) zal andere normen hanteren dan het lezende plebs (wederom een vage groep). Het enige wat in deze discussie redelijk zeker lijkt te zijn, is dat literatuur een boodschap herbergt en dat lectuur slechts ter vermaak bedoeld is.

Dat dit echter nog steeds voor definitieproblemen zorgt, wordt al snel duidelijk als we naar de meest klassieke horror kijken: het sprookje. Deze volksverhalen bevatten alle elementen voor een goed horrorverhaal: wolven die grootmoeders verslinden, jongeren verdwaald in bossen, die ten prooi vallen aan een wereldvreemde gruwelijke vrouw met kannibalistische trekken, jonge meisjes die de dood in getrokken worden door de geest van een overleden voorouder, etc. Sprookjes zijn gruwelijke horrorverhalen. En sprookjes zijn verhalen met een moraal, met een boodschap. Literatuur dus. Maar sprookjes worden vandaag de dag puur ter vermaak door ouders aan hun kinderen verteld voor het slapengaan. Heerlijke slaapverwekkende lectuur dus. De scheidslijn blijft moeilijk te bepalen.

~

En wat als we kijken naar de klassieke horrorverhalen zoals Mary Shelley’s Frankenstein of Bram Stoker’s Dracula? Met name Dracula werd bij verschijnen door velen ‘slechts’ gezien als een goede avonturenroman. Vandaag de dag mogen deze romans zich tot de literaire hoogstandjes van de negentiende eeuw rekenen. Beide romans bevatten een boodschap. Bij Bram Stoker gaat het over de worsteling tussen traditie en modernisatie en ook Mary Shelley is argwanend ten opzichte van de door de wetenschap (electriciteit) veroorzaakte modernisatie. Daarnaast stipt Shelley nog het belang aan van goed ouderschap. Echte literatuur dus, maar daarnaast ook echte horrorverhalen. Ze trachten tenslotte in te spelen op de angsten van de lezer om daarmee diezelfde lezer te amuseren. Iets wat horror bij uitstek tracht te bewerkstelligen.

Ontwikkeling
Vaak wordt echter nog een onderscheidend kenmerk toegevoegd aan de term literatuur: karakterontwikkeling. In tegenstelling tot de platte, karikaturale personages uit de lectuur maakt een personage in literaire werken vaak een ontwikkeling door. Maar ook hiervan zijn genoeg voorbeelden in de horrorliteratuur te vinden. The Tell-Tale Heart van Edgar Allen Poe bijvoorbeeld. Hierin zien we een normale man zich ontpoppen tot een gewetensloze moordenaar, om vervolgens ineen te krimpen tot een zielig hoopje schuldbewuste ellende. In korte tijd zien we de man een heel spectrum aan gevoelens en attitudes doorlopen. Blijkbaar is ook dit kenmerk niet afdoende om horror per definitie van de literatuur uit te sluiten.

~

Maar niet alleen de ‘oude meesters’ zijn geschikt om over de wankele scheidslijn tussen lectuur en literatuur heen en weer te schuiven. Ook moderne schrijvers vertonen literaire aspiraties. Horrorkoning bij uitstek Stephen King bijvoorbeeld. Zijn horrorverhalen zijn doordrenkt van boodschappen over het belang van vriendschappen (It), de kwetsbare onschuld van de jeugd en de gevaren van misbruik daarvan(Carrie) en het wantrouwen tegen alles controlerende overheden (Firestarter). Maar ook karakterontwikkelingen zijn hem niet vreemd, zoals bijvoorbeeld de teloorgang van Jack Torrance in The Shining. Dit alles in een setting van dood en verderf om er toch echt regelrechte horror van te maken. Weinig mensen zien in Stephen King een literair schrijver, terwijl zijn verhalen die niet direct onder de noemer horror vallen, zoals Shawshank Redemption en The Green Mile toch alom worden gewaardeerd.

Natuurlijk worden horrorverhalen geschreven om de lezer te vermaken, maar vermaakt literatuur de lezer dan niet? Er wordt uiteraard genoeg horror geschreven die uitsluitend bedoeld is om te choqueren en te vermaken. Maar dat is niet het hele plaatje. Er is ook voldoende horror aan te wijzen die gemakkelijk onder literatuur geschaard kan worden. Zeker gezien de vage definities van literatuur. Moraal van dit verhaal is dan ook: ‘Don’t judge a book by its cover.

Zie ook in deze reeks: 1. Goede fantasy is per definitie niet literair, 2. Chicklit: vriendinnen onder elkaar.