Theater / Voorstelling

Als dansvoorstelling vermomde non-theater, antireclame voor Scapino Ballet

recensie: Scapino Ballet - Tous les jours, a tous points de vue, on va de mieux en mieux

Het combineren van gesproken tekst en dans in een theatrale voorstelling, is al een aantal jaren populair in de danswereld. Soms leidt het tot bijzondere voorstellingen en zelfs juweeltjes waarin de verschillende genres met elkaar worden vermengd tot een geheel eigen dans-theateridioom. Gastchoreograaf bij het Scapino Ballet Hans Tuerlings slaat de plank echter volledig mis.

~

Als een van de voorlopers van het gebruik van gesproken tekst in (theatrale) dansvoorstellingen experimenteerde Tuerlings al in de jaren zeventig met deze theatervorm en later ook via zijn eigen dansgezelschap RAZ. In de voorstelling Tous les jours, a tous points de vue, on va de mieux en mieux (‘Elke dag wordt je in alle opzichten beter en beter’) wil de regisseur diverse levenswijsheden aansnijden en uitbeelden, gedragen door teksten van de Romeinse keizer Marcus Aurelius. Daarnaast heeft hij zich laten inspireren door ideeën over positief denken en harmonieus leven van de Franse apotheker Émile Coué. Hieraan refereert ook de titel van het stuk. De voorstelling gaat samen met een uitgebreide flyer waarin je met allerlei onbegrijpelijke (semi)filosofische boodschappen om de oren wordt geslagen. Wat nu precies de boodschap van Tuerlings is, valt echter op geen enkele manier uit de flyer en de onsamenhangende voorstelling op te maken.

Gezelschappen die de afgelopen jaren dit soort spannende theatrale dansproducties lieten zien, zijn bijvoorbeeld Leine & Roebana, Emio Greco | PC, Club Guy & Roni en de talentvolle jonge choreograaf Pere Faura. Waar zij inspirerende originele voorstellingen maakten, waar de dynamiek of tederheid van afspatte, daar is Tous les jours, a tous points de vue, on va de mieux en mieux een zielloos pretentieuze en vooral ook slaapverwekkende vertoning. Onbegrijpelijk dan ook dat diverse landelijke kranten zich wel tot lovende reacties over deze voorstelling lieten verleiden.

Weinig dansen

~

De voorstelling is meer theater dan dans. Het tempo en de bewegingsintensiteit liggen zo laag dat de kans groot is dat geen enkele danser aan het einde van de voorstelling heeft gezweet. Iedere keer is het wachten op een stroomversnelling, op bewegingsenergie, op een dansante explosie. En iedere keer als hiertoe een aanzet wordt gegeven, gaat deze teniet door een tekstvoordracht of stilval van bewegingsfrases. Zelden zal er zo weinig gedanst zijn in een dansvoorstelling, die als treurige apotheose op het einde wordt opgeleukt door een musical-achtig ‘stukje’ dans op Mantovani-muziek.

Hans Tuerlings zelf stelt dat de voorstelling is ontstaan vanuit improvisaties, waarbij er veel inbreng vanuit de dansers zelf is geweest. Deze improvisaties, vaak vanuit natuurlijke houdingen en dagelijkse bewegingen, zijn nog duidelijk in de voorstelling terug te zien. Helaas zijn de improvisaties nauwelijks tot werkelijk interessant bewegingsmateriaal geëvolueerd en komt het geheel gemaakt over. Van een geolied lopend stuk is geen sprake. En was Tuerlings nog maar met enige zelfspot, ironie of sarcasme te werk gegaan, dan hadden delen van de voorstelling als persiflage bekeken kunnen worden. Echter vrijwel nergens blijkt ook maar enige zelfreflectie die je als toeschouwer tot een glimlach kan verleiden.

Apenleven

De voorstelling begint nog veelbelovend. Drie charismatisch uitziende, strak in het pak gestoken zakenmannen staan als gigolo’s in hun womanizer-houding op het toneel. Daarnaast stoelen en Indiase lampen op zuilen, samen ogend als een boudoir. De meest Alfa-achtige man spreekt een tekst uit in de staande microfoon. Plots slaakt hij strak voor zich uitkijkend verschillende apenkreten (‘Aah Aah’), waarna hij verder praat of er niets gebeurd is. Dit herhaalt zich nog enige malen, terwijl de twee andere mannen om hem heen liggend en staand langzame aapachtige bewegingen maken. Vervreemdend en veelbelovend. Helaas blijft het hier bij. Met het spannende thema van drie snelle zakenmannen, strak in het pak, die samen tot verrassende en vervreemdende dansperformances komen of het apenleven dansen, wordt verder niets gedaan.

~

Ook aan de vitaal ogende danseressen ligt het niet. In hun vrolijk vrouwelijke jurkjes staan ze te wachten tot ze aan de slag mogen. Maar los van wat staan, op stoelen zittend toekijken en een aantal in slow-motion uitgevoerde duetten en korte groepsstukken waarin de dansers contact met elkaar maken in een spel van ontmoeten en afstoten, valt er weinig te doen. Telkens sijpelt de energie weg. Heel eventjes nog mag Bryndis Brynjolfsdottir in het midden van de voorstelling laten zien dat ze werkelijk heel goed kan dansen. Het opvolgende duetje tussen twee danseressen is spannend. Voor je het weet zijn deze intermezzo’s echter alweer voorbij. Samen vormen ze zo’n beetje de enige oplevingen in een in zijn totaliteit overbodige voorstelling.

De voorstelling van het Scapino Ballet is nog tot 31 januari te zien.