Kunst / Expo binnenland

Vier eeuwen portretkunst met een mierzoet sausje

recensie: High Society

De tentoonstelling High Society begint in een donkere zaal waar de expositie in een korte video wordt geïntroduceerd. De flitsende beelden en pompende muziek geven je het gevoel dat je op het punt staat de runway van een exclusieve modeshow te betreden, in plaats van een kunsthistorische expositie. Dat lijkt ook precies de bedoeling te zijn. Het Rijksmuseum heeft gekozen voor een duidelijke branding van deze tentoonstelling, die erop gericht is zoveel mogelijk hysterie creëren rondom 39 portretten van de zogenaamde rich and famous uit de zestiende tot en met begin twintigste eeuw. Hoewel dit bij serieuze kunsthistorici misschien niet goed valt, is deze insteek voor het trekken van de aandacht van een breed publiek een schot in de roos.

Rembrandt van Rijn, Portret van Oopjen Coppit, 1634. Aankoop van de Franse Republiek voor Musée du Louvre

Voelen zonder aan te raken

Toegegeven, de portretten zijn niet alleen vanwege hun gigantische proporties maar ook dankzij de uitzonderlijke kwaliteit behoorlijk indrukwekkend. Ze tonen verschillende vorsten, adellijke en succesvolle zakenlieden in hun meest luxueuze uitdossingen. Deze figuren worden gepresenteerd als de ‘genodigden op het feest van Marten en Oopjen’. Dit door Rembrandt geschilderde echtpaar vormt namelijk het middelpunt én de aanleiding voor de expositie. Na tientallen jaren in privébezit te zijn geweest, zijn de werken verkocht aan het Rijksmuseum en het Louvre. Aan het Rijks de eer om het in Rembrandts oeuvre unieke tweeluik na uitvoerige restauratie voor het eerst aan het publiek tonen. Het zijn schitterende schilderijen waarop Marten en Oopjen vlak na hun huwelijk poseren in kleding van een kostbare zwarte stof die zo knap door meester in verf is gevat dat je de stof bijna kunt voelen zonder deze aan te raken.

Foto: Rijksmuseum/David van Dam

Taco Dibbets met side-kicks

Om de vier eeuwen ‘catwalk’ kracht bij te zetten is via de nieuwe Rijks app een audiotour te beluisteren waarin museumdirecteur Taco Dibbets wordt bijgestaan door twee passende side-kicks: Cecile Narinx, hoofdredactrice van modeblad Harpers Bazaar, en Jort Kelder, etiquettekenner. In hun commentaar wordt getracht om zowel de fashionistas als de kunsthistoricus tevreden te stellen – een lastige klus. De gekozen kleur op de muren past perfect bij het marketingsausje dat zorgvuldig over deze tentoonstelling is uitgesmeerd: mierzoet roze.

De braguette van Karel V

In de eerste zaal hangt een enorm portret van Keizer Karel V, geschilderd door Johan Seisenegger. Nadat Dibbets een aantal wetenswaardigheden over Karel V vertelt, neemt Cecile Narinx het stokje over. Zij vertelt over een opvallend kledingstuk ter hoogte van het kruis direct de aandacht trekt: een eivormige tok van stof, versierd met borduursels in de stijl van de rest van de outfit. Het object blijkt braguette te heten, ‘niet te verwarren met het Franse woord voor stokbrood’, aldus een wat flauw grappende Narinx. Dit schaamkapsel was afgeleid van het harnas van middeleeuwse ridders en komt op een aantal andere portretten terug, allemaal even serieus versierd en een duidelijke verwijzing naar de viriliteit van de drager.

Lucas Cranach de Oudere, Catharina, Gravin van Mecklenburg, 1515. Gemäldegalerie Alte Meister, Staatliche Kunstsammlungen Dresden

Van huwelijksportret tot dokter Love

Imposant is het tweeluik door Lucas Cranach van Hendrik de Vrome en Catharina van Mechklenburg. Het stamt uit 1514 en is het alleroudste paar van top tot teen geschilderde huwelijksportretten. De kledij in scharlakenrood en goudgeel vlamt van het doek af en de details in kleding, sieraden en veren hoofdtooien zijn zo knap dat je naar de schilderijen toe wordt gezogen.
Een opvallend portret is dat van Giovanni Boldini, die de extravagante markiezin Luisa Casati vastlegde in 1908 (Particuliere collectie, zie afbeelding boven). Door de snelle penseelstreken heeft het portret een enorme vaart, wat de bijzondere details over de markiezin erg aannemelijk maakt. Deze paradijsvogel ging de straat op met een slang om haar nek of luipaarden aan een snoer afgezet met edelstenen. Haar met kohl omrande ogen kijken je indringend aan.
Het portret dat op al het promotiemateriaal van High Society prijkt mag ook niet ongenoemd blijven: de knappe dokter Pozzi, met bijnaam docteur amour, is geschilderd met de precisie van een fotocamera. John Singer Sargent bewijst met dit schilderij al anderhalve eeuw veel vrouwen een dienst.

John Singer Sargent, Dr Pozzi in zijn huis, 1881. The Armand Hammer Collection, Gift of the Armand Hammer Foundation. Hammer Museum, Los Angeles

Voor ieder wat wils

De collectie omvat verder unieke portretten van Frans Hals, Eduard Manet en Edvard Munch, en wordt aangevuld met twee zalen waarin schetsen en tekeningen te zien zijn van taferelen die zich buiten de schijnwerpers afspelen: drankbacchanalen, gokken, en de liefde bedrijven. De tekenaars van de werken die nogal pornografisch van aard zijn, bleven vaak anoniem. Jort Kelder voorziet dit gedeelte van de tentoonstelling in de audiotour opgewekt van commentaar. High Society heeft voor ieder wat wils, en ondanks de enigszins aanstellerige thematiek waarin de tentoonstelling is gegoten wordt de belofte wel waargemaakt: dit zijn portretten die verbluffen – of het je nou gaat om de modegrillen van die tijd of de fabuleuze schilderstechnieken en kunsthistorische achtergronden.