Boeken / Fictie

Filosofie en eenzaamheid

recensie: Sylvia Iparraguirre (vert. Trijne Vermunt) - Een wintervertelling uit Buenos Aires

.

Chris is zestien en is niet blij met zijn leven. Hij woont met zijn moeder en haar onuitstaanbare Poolse vriend in een klein vervallen huis in Buenos Aires. Op school blinkt hij uit in filosofie, maar zijn docent Mentasti is de enige die een toekomst in de wetenschap voor Chris ziet weggelegd. Op zijn zeventiende verjaardag besluit hij het roer om te gooien, verlaat hij zijn ouderlijk huis en komt hij als huurder terecht bij de mysterieuze Marcia Vidot.

Wat volgt is het streven om geld te verdienen met het verkopen van prullaria (onder andere rubberen borsten), Chris’ eerste seksuele ervaring met zijn huisbazin en een ongemakkelijk feest met haar, Mentasti en Chris’ vriendin Melissa. Uiteindelijk besluit hij om verder te gaan, zowel letterlijk als figuurlijk: hij verlaat het huis van Marcia Vidot, laat zijn eenzaamheid en twijfels over de toekomst achter en begint vol energie en goede moed aan een nieuwe reis, dit keer door heel Argentinië.

Zwaar filosofisch
Sylvia Iparrguirre, die gezien wordt als een volgeling van haar landgenoot Jorge Luis Borges, heeft veel in deze roman willen stoppen. Haar elegante en rijkgevulde taal zorgt voor sfeervolle beschrijvingen van de stad Buenos Aires en trekt de lezer in een vingerknip naar de andere kant van de wereld. Ook beschikt ze over het talent om in één scene een gemoedstoestand te vatten, zoals in het begin van de vertelling, wanneer de ongelukkigheid van Chris tot een hoogtepunt komt. Het dak van het vervallen huis van zijn moeder is gaan lekken, waardoor vijfhonderd muziekkaarten die hij stiekem van een Armeense leverancier heeft gekocht om te verkopen, ’s ochtends allemaal tegelijkertijd afgaan. ‘Eerst eentje, toen nog een en daarna allemaal tegelijk tot de jingle bells en heilige nachten versmolten tot het gekrijs van een creperende rat begeleid door een dwergenorkest van ontstemde belletjes en fluitjes.’

Deze beeldende en ontroerende scènes zijn echter schaars; de algemene toon van de roman is te zwaar. In zowel de hoofdstukken over Chris als in de hoofdstukken over Mentasti worden donkere gevoelens en ingewikkelde gedachtes in lange stream-of-consciousnessfragmenten over de lezer uitgestort. Bovendien zijn de hoofdstukken over Mentasti  soms moeilijk te volgen door de filosofische inslag. De wetenschapper worstelt met een boek dat hij over de taalfilosoof Wittgenstein wil schrijven, wat overpeinzingen oplevert die veel voorkennis vereisen van de lezer.

Chris is ook gefascineerd door filosofie en heeft een hechte band met Descartes, die hij in gedachte aanspreekt met ‘René’ en die volgens hem constant over zijn schouder meekijkt. In alles wat hij doet probeert hij methodisch te werk te gaan en te leven volgens de regels van Descartes: ‘René twijfelde aan alles en begon helemaal opnieuw. Ook hij twijfelde overal aan: zijn moeder, zijn vaders dood, zijn huis, school. Hij maakte schoon schip en begon opnieuw.’ Het is een mooie kapstok die Iparraguirre gebruikt om zowel Descartes aan de lezer te brengen, als om de eenzaamheid van Chris te benadrukken (René lijkt Chris’ enige echte vriend te zijn), maar ook hier overheersen de onsamenhangende gedachtegangen te vaak het verhaal.

Too much
Een wintervertelling uit Buenos Aires bevat mooie beelden en de coming-of-ageplot zit prima in elkaar. Maar de combinatie van de thema’s eenzaamheid en desillusie met de zware filosofische overpeinzingen is gewoonweg too much. De roman is een bad van stroop waar je maar moeilijk doorheen komt en waarin je vaak verlangt naar een hap frisse lucht.