‘Sorry, maar uw taal staat u niet’
Het is niet erg aanlokkelijk nog te praten in openbare ruimtes, na het lezen van En dan nog iets. Paulien Cornelisse luistert altijd mee, en noteert alles in haar schriftjes. Die schriftjes groeien uit tot enorme bestsellers. Ook bij het schrijven van een recensie is dus enige voorzichtigheid geboden.
Hoe dan toch te schrijven over een boek over taal? Het kan op de makkelijke manier: door te zeggen dat En dan nog iets simpelweg Taal is zeg maar echt mijn ding 2.0 is. Dit tweede boekje is gewoon meer van hetzelfde. Paulien Cornelisse bundelt wederom veelal eerder gepubliceerde columns over taal. Zo: klaar!
Ongelooflijk bedanken
Tot zover de veilige manier. Om iets meer duiding te geven zullen er risico’s genomen moeten worden. Met het gevaar dat Paulien Cornelisse straks opmerkt: ‘sorry, maar uw taal staat u niet.’ Een waardeoordeel in Cornelisse-taal: ‘En dan nog iets is echt een leuk-leuk boek, elke column is keihard genieten. “Living on the edge,” zeg maar, bij wijze van spreken. Daar zijn wij tenslotte van.’
Wat is ongelooflijk bedanken? Is dat aan iemands voeten gaan liggen kronkelen, hard huilen en ondertussen snikken: “Ik ben het niet waard! Dat je dit voor mij gedaan hebt! Sla me!”
Vermakelijke betweter
Maar als de mindere Goden onder ons zich over dit feit heen zetten kan er alleen maar geconstateerd dat de observaties van Cornelisse wederom een zeer vermakelijk boek hebben opgeleverd. Natuurlijk is het ook gewoon een trucje dat ze wederom opvoert en is het inderdaad meer van hetzelfde. Het verrassende is er een beetje af. Maar dat neemt niet weg dat En dan nog iets gewoon een onderhoudende bundel columns is. Zo’n boek dat je er voor het slapen gaan nog even bij pakt om een of twee verhaaltjes te lezen om vervolgens met een opgeruimd gevoel de ogen te sluiten.
Voor diegenen die Cornelisse een irritant betwetertje vinden: tja, dat mag. Maar zelf geeft ze aan het begin van de bundel al aan dat haar observaties niet bedoeld zijn om taalverloedering tegen te gaan of om met het opgeheven vingertje te wijzen.
Ik ben geen taalpurist. Taalpuristen zijn mensen die zó ontzettend genieten van de Nederlandse taal dat ze er een beetje opgewonden van raken. Ze worden verdrietig als ze iemand ‘hun hebben’ horen zeggen. Dit zijn zeurpieten die vermoedelijk vies eten en slechte sex hebben.