Tag Archief van: Kleinkunst

Theater / Voorstelling

Beuving’s finale is van een betoverende schoonheid

recensie: Jan Beuving Rotatie

Wie naar Jan Beuving gaat, weet dat het een avondje ongebruikelijk, maar prachtig cabaret gaat zien. Ongebruikelijk door Beuvings dictie en zijn obsessie voor de wiskunde, prachtig door zijn blik op de wereld én vele liedjes.

Beuving won in 2017 met zijn programma Raaklijn de Neerlands Hoop, de vakprijs voor de maker met het grootste toekomstperspectief. Dan bestaat er altijd de hoop dat die belofte ook bij een volgend programma overeind blijft staan. Daar is Beuving met verve in geslaagd. Rotatie is een programma geworden waar hij onderzoek doet naar grenzen, naar de discrepantie tussen begin en einde, naar de begrippen geschiedenis en, uiteindelijk, eeuwigheid. Dat onderzoek begint eigenlijk al met zijn openingslied, dat direct al een bijzondere plek inneemt ten opzichte van zijn eerdere werk. Wat die plek precies is, blijft op deze plaats nog even onbesproken, maar het is alvast een lekker begin voor een avond vol algebra. Een ding is zeker: niets is wat het lijkt bij Beuving.

Bosnië en Herzegovina

Beuving neemt met regelmaat even de tijd voor wat menselijkheid. Zo gaat hij uitgebreid in op zijn deelname aan het tv-programma De Slimste Mens, waar hij een allergie voor Bosnië en Herzegovina heeft opgelopen. Die wrok weet hij mooi om te zetten in de interactie met het publiek, en even later met het nummer BH. Dat Beuving zich wederom laat begeleiden door het fonkelende pianospel van Tom Dicke is een geschenk.

Schitterend slot

Het is duidelijk dat Beuving zich op zijn gemak voelt op het podium, zo losjes als hij vertelt over een schijnbaar onschuldige aankoop van een Surinaams broodje pom. Vervolgens haakt hij weer in op een verhaaltje over toeristen die een foto op de iPhone laten maken door een wel heel bijzondere fotograaf. Dan raast hij weer door naar een alledaags tafereel als het afrekenen van een sixpackje bier, waar hij het niet kan nalaten om ook daar een wiskundig probleem van te maken. Hilarisch, net als zijn kijk op de zogenaamde ‘kloven’ in Nederland of zijn geploeter met het eindexamen Frans. Schrijnend en van grote schoonheid is zijn lied Rand van het ravijn, dat enige zwaarte in het programma aanbrengt. Soms dringt de gedachte op dat Beuving wel erg veel liedjes zingt, maar dat vergeef je hem als hij toewerkt naar het schitterende slot.

Kippenvel

Dan blijkt uiteindelijk dat Rotatie niet alleen in de wiskunde, maar ook in het alledaagse leven van groot belang te zijn. Met zijn finale, waar een tekening van Escher en de gezondheid van zijn dochtertje op magistrale wijze samenkomen, laat Beuving zien dat hij op briljante wijze nieuwe inzichten aanboort. Dat zorgt verdorie toch voor een zeldzaam kippenvelmomentje.

Theater / Voorstelling

Beuving’s finale is van een betoverende schoonheid

recensie: Jan Beuving Rotatie

Wie naar Jan Beuving gaat, weet dat het een avondje ongebruikelijk, maar prachtig cabaret gaat zien. Ongebruikelijk door Beuvings dictie en zijn obsessie voor de wiskunde, prachtig door zijn blik op de wereld én vele liedjes.

Beuving won in 2017 met zijn programma Raaklijn de Neerlands Hoop, de vakprijs voor de maker met het grootste toekomstperspectief. Dan bestaat er altijd de hoop dat die belofte ook bij een volgend programma overeind blijft staan. Daar is Beuving met verve in geslaagd. Rotatie is een programma geworden waar hij onderzoek doet naar grenzen, naar de discrepantie tussen begin en einde, naar de begrippen geschiedenis en, uiteindelijk, eeuwigheid. Dat onderzoek begint eigenlijk al met zijn openingslied, dat direct al een bijzondere plek inneemt ten opzichte van zijn eerdere werk. Wat die plek precies is, blijft op deze plaats nog even onbesproken, maar het is alvast een lekker begin voor een avond vol algebra. Een ding is zeker: niets is wat het lijkt bij Beuving.

Bosnië en Herzegovina

Beuving neemt met regelmaat even de tijd voor wat menselijkheid. Zo gaat hij uitgebreid in op zijn deelname aan het tv-programma De Slimste Mens, waar hij een allergie voor Bosnië en Herzegovina heeft opgelopen. Die wrok weet hij mooi om te zetten in de interactie met het publiek, en even later met het nummer BH. Dat Beuving zich wederom laat begeleiden door het fonkelende pianospel van Tom Dicke is een geschenk.

Schitterend slot

Het is duidelijk dat Beuving zich op zijn gemak voelt op het podium, zo losjes als hij vertelt over een schijnbaar onschuldige aankoop van een Surinaams broodje pom. Vervolgens haakt hij weer in op een verhaaltje over toeristen die een foto op de iPhone laten maken door een wel heel bijzondere fotograaf. Dan raast hij weer door naar een alledaags tafereel als het afrekenen van een sixpackje bier, waar hij het niet kan nalaten om ook daar een wiskundig probleem van te maken. Hilarisch, net als zijn kijk op de zogenaamde ‘kloven’ in Nederland of zijn geploeter met het eindexamen Frans. Schrijnend en van grote schoonheid is zijn lied Rand van het ravijn, dat enige zwaarte in het programma aanbrengt. Soms dringt de gedachte op dat Beuving wel erg veel liedjes zingt, maar dat vergeef je hem als hij toewerkt naar het schitterende slot.

Kippenvel

Dan blijkt uiteindelijk dat Rotatie niet alleen in de wiskunde, maar ook in het alledaagse leven van groot belang te zijn. Met zijn finale, waar een tekening van Escher en de gezondheid van zijn dochtertje op magistrale wijze samenkomen, laat Beuving zien dat hij op briljante wijze nieuwe inzichten aanboort. Dat zorgt verdorie toch voor een zeldzaam kippenvelmomentje.

Theater / Voorstelling

Boterzacht feminisme met een kop en een staart

recensie: Hadewych Minis - Minis Plus

Hadewych Minis heeft het er maar druk mee: ze is artieste, moeder, vriendin, echtgenote maar bovenal vrouw. In al deze rollen probeert ze alle ballen in de lucht te houden. Dat het niet altijd meevalt, laat ze op duidelijke wijze merken. Plusminus is een voorstelling geworden van stoere liedjes en nostalgische anekdotes.

Flierefluiten

Het decor oogt wat duister, met een grote houten + (plus) in het midden, afgezet tegen een wit doek en een zwarte achtergrond. Hadewych Minis maakt geen meisjescabaret voor meisjes, maar stiekem probeert ze wel steeds dichter bij haar ware ik te komen. Het is een contrast dat de gehele voorstelling aanhoudt: een feministische vuist met tegelijkertijd een zachte boodschap.

Die toon wordt al gezet in haar tweede lied samenvallen met jezelf/het valt wel mee. Dat thema werkt ze uit door de etymologie van haar voornaam te duiden, waaruit blijkt dat ze vooral een strijdster is, ‘die de weg wijst’. Dat ze daar al sinds haar jeugd mee worstelt, blijkt wel uit de scene dat ze probeert te flierefluiten en tegelijkertijd moet toegeven dat ze daar niet voor gemaakt is. Zo marcheert Minis even later over het podium, met teksten over deadlines, afspraken, agenda’s en wat niet al. Diezelfde discipline probeert ze ook haar kinderen op te leggen, ook al zitten ze nog op de crèche. De mimiek van haar mond is tekenend: hoe bozer ze over het podium struint en bijna schuimbekkend (jaloers?) afgeeft op flierefluiters, hoe groter haar ogen en hoe dunner haar lippen worden. Kortom: hier staat een vrouw waar je geen ruzie mee wilt krijgen. 

Portugese fado

Hoezeer ze ook stampt en zingt en klapt en danst, samen met muzikant Rombout Stoffers,  komt de voorstelling bijna nergens echt binnen. Hoewel Minis loepzuiver kan zingen – ze haalt moeiteloos alle tonen tot in de kleinste vibraties – mist er een bepaalde beleving in haar stem waardoor weliswaar het gehoor, maar niet het hart wordt geraakt. Fraai is wel dat ze zich bedient van allerlei stijlen, waarmee ze het zichzelf bepaald niet gemakkelijk maakt. Minis schakelt gemakkelijk van Amerikaanse rock naar Portugese fado naar Italiaanse ballata. Vooral omdat het gros a cappella wordt gespeeld, is het risico op hoorbare foutjes groter. Gelukkig blijft dat aantal beperkt.

Haar grappen zijn niet altijd even lekker getimed, misschien zelfs te gepolijst. Daardoor blijft het gehoopte komische effect jammerlijk uit. Het wordt echter enigszins goedgemaakt wanneer ze een loop station perfect gebruikt om de gekte van haar vroegere ‘ik’ te illustreren. Bovendien heeft ze nog een mooi slot in petto, met een sterk feministisch statement in een fraaie decorwisseling. Helaas blijft het geheel te vlak om écht te boeien en te ontroeren.