Kunst
special: De waanzin nabij. Van Gogh en zijn ziekte.

Vraagtekens bij de ziekte van Van Gogh

‘Voor het eerst wijdt het Van Gogh Museum een tentoonstelling en een publicatie aan het onderwerp’, schrijft museumdirecteur Axel Rüger in zijn ‘Woord vooraf’ bij deze fraai uitgegeven en gedocumenteerde publicatie. Dat het de eerste keer is dat het Van Gogh Museum dit doet, is ongetwijfeld waar. Maar laten we wel zijn: Museum Het Dolhuys in Haarlem deed het al eerder (2010-2011) onder het motto: Dossier Van Gogh: Gek of geniaal? Wat leveren beide tentoonstellingen op?

Revolver, type ‘Lefaucheux à broche’, 7mm, 1865-1873, particuliere collectie

Revolver, type ‘Lefaucheux à broche’, 7mm, 1865-1873, particuliere collectie

Overeenkomsten en verschillen

In beide tentoonstellingen valt de nadruk op de laatste anderhalf jaar uit het leven van de schilder (1889-1890). Er zijn overlappingen, zoals de petitie die Van Goghs buren in Arles opstelden om te bewerkstelligen dat hij ‘zou worden opgenomen’ (aldus Het Dolhuys) casu quo ‘zou worden opgesloten’ (aldus het Van Gogh Museum). Het Dolhuys toonde al een replica, het Van Gogh Museum nu het origineel van de petitie.
Natuurlijk zijn er ook verschillen: Het Dolhuys liet reproducties zien van deels dezelfde schilderijen die in het Van Gogh Museum in het echt zijn te zien. Het Amsterdamse museum toont ook tekeningen en recente ontdekkingen, zoals een brief van dokter Rey met tekeningen die laten zien dat Van Gogh niet een gedeelte van zijn oor maar zijn hele oor afsneed, en een revolver die mogelijk het wapen is waarmee de kunstenaar zich van het leven wilde beroven.

Verschillende diagnoses

Het verschil zit er ook in, dat Het Dolhuys uitnodigde om zelf een antwoord te zoeken op de vraag of Van Gogh nu gek dan wel geniaal was (of misschien wel allebei), terwijl het Van Gogh Museum het antwoord al min of meer in de mond legt: Van Gogh en zijn ziekte. Welke dat geweest mag zijn, blijft dan weer in het midden.
Deze vraag komt aan de orde tijdens een symposium op 15 september a.s. dat niet alleen voor experts maar ook publiekelijk toegankelijk is. Verschillende diagnoses, die eveneens op de tentoonstelling en in het begeleidende boek aan de orde komen, zullen hier de revue passeren: epilepsie, schizofrenie, bipolaire stoornis, psychose, borderline persoonlijkheidsstoornis enz..

Vincent van Gogh, Portret Dr Félix Rey, olieverf op doek, januari 1889, The State Pushkin Museum of Fine Arts, Moscow

Vincent van Gogh, Portret Dr Félix Rey, olieverf op doek, januari 1889, The State Pushkin Museum of Fine Arts, Moscow

De waanzin nabij

Het rare bij dit alles is, dat de tentoonstelling in het Van Gogh Museum om de één of andere reden uitnodigt tot inlegkunde. Wat lees je als bezoeker af aan de twee in een vitrine naast elkaar getoonde brieven: één van Van Goghs arts, Félix Rey, en één van de meester zelf? Wat zegt het handschrift over hun respectievelijke geestesgesteldheid? Beide brieven zijn geschreven op dezelfde dag, 2 januari 1889.
En waarom toont het portret dat Van Gogh in 1889 van Rey schilderde (bruikleen Poesjkin Museum, Moskou) een man met een iele kop, terwijl diens gezicht op een ongedateerde foto aan de tussenwand er tegenover een man met een vol, gezond gezicht toont? Projecteerde Van Gogh zijn eigen zwakheid op zijn arts, om er zo zelf sterker uit naar voren te komen?

De kunst zelf

Het is haast een opluchting om na deze terneerslaande verhalen aan het eind van de bescheiden tentoonstelling, die één zaal op de begane grond van de nieuwe museumvleugel omvat, enkele reacties op zijn dood te lezen: het gaat om de kunst die zal overleven.
En die kunst uit Van Goghs laatste levensjaren is opvallend consistent:  De tuin van de inrichting’ (1889) sluit qua stijl en techniek naadloos aan op Van Goghs laatste, onvoltooid gebleven doek: ‘Boomwortels’ (1890). Want: ‘Zijn artistieke prestatie kwam zeker niet voort uit zijn ziekte, maar was gestoeld op zijn ambachtelijke vaardigheden, en die bleef hij uitbouwen, ook in dat bewogen laatste anderhalf jaar van zijn leven’, aldus Louis van Tilborgh, senior onderzoeker bij het Van Gogh Museum en hoogleraar kunstgeschiedenis in het begeleidende boek. Hij behoorde tot het onderzoeksteam dat de conservator van deze tentoonstelling, Nienke Bakker, gedurende (jawel!) anderhalf jaar voorbereiding terzijde stond.

Een volgende keer, zo die er komt, nodigt een onderwerp als dit zich eigenlijk uit voor een duo-tentoonstelling die andere musea al beproefden, zoals Dordrecht/Den Haag over de Haagse School en Zwolle/Groningen over De Wilden. De ziektebeelden in Haarlem, en de kunst in Amsterdam. De afstand qua kilometers valt makkelijk te overbruggen, maar inhoudelijk is het een grote stap, ondanks de veel gehoorde omschrijving dat Van Gogh niet schilderde dankzij zijn ziekte maar desondanks. En zelfs daar kun je een vraagteken bij zetten.