De jeugd heeft de toekomst, toch?
.
Lees nu de recensies van:
Neushoorn – HKU/’t Barre Land | Later is te laat – Artemis | Modifications – Erlend H. Hanssen/hetveem werkplaatsproducties | Mijnheer Porselein – Studio Orka | Droesem – Zeven/Inne Goris | I hate you more – Yahja Gaier en Susan Gritzman | Überraschung – Dschungel Wien | Onschuld – Laura van Dolron | We dance to forget – Fabuleus
Deze levensvragen worden niet alleen onderzocht in voorstellingen, Tweetakt kent tevens een uitgebreid nevenprogramma met lezingen en interviews. 8WEEKLY voelt zich weer even jong en gaat deze week op zoektocht door het uitgebreide en interessante programma.
8WEEKLY zag eerder: Het begint vandaag van Jef Van Gestel, Het geheven vingertje van Theatergroep MAX., Priemgeval van Artemis, Good cop bad cop van Kassys, Gasten van Beumer en Drost (maar dan als HKU-voorstelling)
Kijk voor het gehele programma op: www.tweetakt.net
Neushoorn – HKU/ ‘t Barre Land
Snijzaal, Utrecht • 30 maart 2008
8WEEKLY stormt als een briesende neushoorn door de porseleinkast van de kunstkritiek en laat drie redacteuren dezelfde voorstelling bezoeken. In de hoop een discussie op gang te brengen over deze voorstelling, kun je hieronder hun recensies lezen. Onafhankelijk van elkaar hebben ze de voorstelling gerecenseerd. Zijn er opvallende overeenkomsten in onze kritiek of is ons juist ieder iets anders opgevallen?
Lachwekkende toestanden
Als de hele wereld om je heen in een neushoorn verandert, wat zou jij dan doen? Ga je met de meute mee of houd je tot het bittere eind vast aan het menszijn? In de voorstelling Neushoorn – naar Le Rhinoceros van Ionesco – dat HKU studenten maakten samen met ’t Barre Land, wordt met dit gegeven gespeeld.
In een decor bestaande uit enorme lappen gekreukt papier laten acht personages zien wat er gebeurt als dagelijkse beslommeringen worden opgeschrikt door het verschijnen van een neushoorn. Tenminste, was er wel een neushoorn? En wat voor een dan? Zo’n Afrikaanse met twee hoorns of een Aziatische met maar eentje? Of was het nu net andersom? Niets is wat het lijkt in de absurde wereld van Ionesco. De personages – allen gestoken in een verschillend model kartonnen doos – blijven continu in verwarring over het wel of niet bestaan van de neushoorn en slaan ondertussen allerlei bizarre zijwegen in waar geen touw aan vast te knopen is. Op het punt dat de totale verwarring toeslaat en niemand meer weet wat voor of achter is, blijkt iedereen in een neushoorn te veranderen.
De grap zit hem vooral in de dynamiek tussen de spelers. De een slaat vol verbazing de bizarre situatie gade, terwijl de ander er alles aan doet de chaos juist te vergroten. Hierdoor ontstaan vreemde conversaties die uitblinken in kolder en gekheid. Dit gecombineerd met een snugger gebruik van decor en ruimte zorgt regelmatig voor lachwekkende toestanden. Het meest krachtig hierin is het eerste deel waarin de spelers snel op elkaar inspelen en over elkaar heen buitelen om de aandacht van het publiek. Naar het einde toe verliest Neushoorn die snelheid en ligt verveling op de loer. Neemt niet weg dat het een grotendeels bijzonder amusante jeugdvoorstelling is die menig kind overeind doet zitten van spanning en volwassenen wijst op de absurditeit van het menselijk bestaan.(Lieke Jordens)
Verwildering van de mens
Ionesco is geen voor de hand liggende keus voor een kindervoorstelling. De Franse absurdist die het meeste van zijn werk schreef in de jaren vijftig, vond pas waardering in de jaren zeventig, maar dan nog in kleine, volwassen, intellectuele kring. Toch weet zijn Neushoorn kinderen vanaf een jaar of zeven behoorlijk te boeien, bewijzen ’t Barre Land en een achttal HKU-studenten van zeer uiteenlopende kwaliteit tijdens Tweetakt.
Dat gebeurt niet op een manier die het werk van Ionesco het meeste recht doet, namelijk neutraal en onderkoeld. Nee, in deze versie wordt iedere gelegenheid die het werk ook maar biedt aangegrepen om hilariteit op te wekken. Met rare koppen, extreme reacties, plotselinge verschijningen, knallende deuren, scheurende achtergronden en omvallende stapeltorens. Goed voor de lachspieren, dat staat buiten kijf, maar of het octet daarmee weet over te brengen wat Ionesco ermee wilde zeggen, is zeer de vraag.
De grote verhaallijn zelf is gelukkig behoorlijk dwingend en goed te volgen, zelfs al springt het stuk voortdurend van onlogisch naar verwarrend of bevreemdend. Dat de meeste personages ronduit onverschillig zijn voor alles wat er om ze heen gebeurt, dat ze onnadenkend zijn en onzin praten, kun je niet missen. Dat de verschijning van neushoorns in deze stadse omgeving verklaard wordt doordat alle mensen – behalve de rustige, redelijke existentialist – langzaam maar zeker in woeste dikhuiden veranderen, ook niet. Maar het verband ertussen en de waarschuwing die dat inhoudt voor de verwildering van de mens, dat zal deze en gene kijker beslist ontgaan door de overdosis aan lol en gekkigheid. Jammer, want Ionesco schreef het juist in een tijd dat het fascisme de kop opstak. En met een iets beter evenwicht in – beter – spel had Neushoorn een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de hedendaagse discussie over dat belangrijke onderwerp. Aan de andere kant: kindergeesten zijn uitermate flexibel en pikken vaak meer op uit schijnbare onlogica dan de gemiddelde volwassene (denkt). Dus wie weet hebben ze ter plaatse lekker gelachen, maar hebben ze er thuis over verder gepraat. (Moon Saris)
Deze keer studenten onder het mes?
De Snijzaal, thuisbasis van het Utrechtse gezelschap ’t Barre Land, is weer het terrein van de studenten. Deze keer geen ontleding van allerlei dieren – hiervoor deed deze ruimte dienst als snijzaal voor studenten Diergeneeskunde – maar helemaal zonder kleerscheuren komen de derdejaars studenten van het HKU er deze keer ook niet vanaf. In samenwerking met ’t Barre Land voeren zij de absurdistische voorstelling Neushoorn van de hand van de Franse toneelschrijver Eugène Ionesco op.
Deze samenwerking levert een bijzondere middag op. Allereerst is daar de locatie: die niet-alledaagse snijzaal blijkt een uitstekende plek voor deze, bij vlagen, zeer levendige voorstelling. De zaal en foyer worden handig in het stuk ingepast om de vaart er lekker in te houden. In beide ruimtes worden vrij grote zorgvuldig opgebouwde stellages van houtjes omver gegooid. Van het één ben je visueel getuige, van het andere neem je na afloop kennis. De acteurs veranderen namelijk in de loop van de voorstelling in een neushoorn. Eerst zien ze neushoorns door de straten lopen, vervolgens lijkt het als een virus zich te verspreiden en lijkt iedereen ten prooi te vallen aan deze mysterieuze drang in een neushoorn te moeten veranderen.
Deze scènes werken het meest op de lachspieren. Hier herken je ook duidelijk de hand van ’t Barre Land. De scène waarin een huisvrouw met al haar boodschappen worstelt, doet denken aan Treurspeler tegen wil en dank, een onderdeel van hun assemblage-voorstelling April is the cruellest month. Slapstick is een sterk onderdeel in hun repertoire en de studenten hebben dat goed opgepikt. Minder sterk zijn de momenten waarin de acteurs filosoferen over het leven en de dingen om ons heen. Hierdoor vallen de gedeeltes waarin de essentie van het stuk vervat wordt uit de toon en verliest het stuk zijn kracht. Gelukkig kun je er wel hartelijk om lachen. De aanwezige kinderen zeker. (Koen van Hees)
Terug naar boven
Licht door het leven laveren
Later is te laat – Artemis
Theater Kikker, Utrecht • 30 maart 2008
Soms gok je en win je. Soms gok je en verlies je. Soms gok je, en weet je sommige kijkers wel en andere niet voor je te winnen. Floor Huygen van Artemis toonde in ieder geval lef door liedteksten en gedichten van de Franse schrijver Jacques Prévert aaneen te rijgen tot een voorstelling voor 4+. Préverts naam is niet groot in ons land, maar zijn werk verdient het zeer een kans te krijgen harten te winnen.
Prévert kon kijken als een kind, en dat komt in Huygens voorstelling Later is te laat heel duidelijk naar voren. Steeds weer namelijk gooit een originele gedachte de boel lekker op z’n kop. “Een vink is niet altijd blij. Een vink is soms blij, soms triest.” Of relativeert de speelse naïviteit de redelijke volwassenheid, bijvoorbeeld door een muziekdoos te laten spelen die voor de eeuwigheid bewaard had moeten worden: “Als je een muziekdoos niet draait, hoor je ‘m niet.”
De prachtige, heldere stem van acteur Hylke van Sprundel grijpt steeds zelfs de kleinsten bij hun lurven. Meer moeite met de aandacht vasthouden heeft mezzosopraan Cora Burggraaf, die de fantasieën van Prévert verbeeldt. Ze kan prachtig zingen en, met haar onbevangen uitstraling, ook heel behoorlijk acteren, maar niet de hele zaal bespelen als haar tegenspeler dat kan. Ze heeft daarbij ook nog het nadeel dat ze geregeld liederen moet zingen met operastem, en dat is niet altijd even verstaanbaar door snelheid, onlogisch metrum of overheersende accordeon.
Het eenvoudige, naturelle, Piet Hein Eek-achtige decor is een soort bouwdoos van wat schragen en platen van allerlei materiaal en zachte kleuren. Het levert dat wat nodig is om de verhaaltjes te ondersteunen. En het helpt ook in de meer hilarische scènes, waarin de twee hoofdpersonen gekke dansjes doen of elkaar achtervolgen. Die doen er niet echt toe, maar houden de aandacht vast voor waar het wel om draait.
Later is te laat is geen logische voorstelling, maar een aaneenrijging van voorbeelden hoe je, ook in zware tijden, licht door het leven kan laveren. Een pleidooi om de verbeelding te laten prikkelen door het alledaagse, het gewone. Soms een tikje te heftig en te ingewikkeld voor de kleinsten, misschien, in de ogen van volwassenen. Maar als Prévert gelijk heeft, heeft Huygen het ook en weten ze er prima weg mee. (Moon Saris)
N.B. De leeftijdsgrens van Later is te laat is door de ervaringen met het spelen voor gemêleerd publiek inmiddels aangepast tot (theater voor alle leeftijden vanaf) 6 jaar.
Terug naar boven
Een leven aan relaties
Modifications – Erlend H. Hanssen/hetveem werkplaatsproducties
Huis aan de Werf, Utrecht • 31 maart 2008
Ook Erlend H. Hanssen volgt de trend ‘lege vloeren met (bijna) niks als decor’. De vloer van Huis aan de Werf, omringd door plafondhoge zwarte gordijnen, is ook voor zijn Modifications (14+) zo goed als leeg. Naast het contrasterende witte speelvlak ligt een stapel bielzen. Ook verder zet Hanssen weinig middelen in; bescheiden licht, nauwelijks geluid, geen tekst.
Hij en Fabian Santarciel de la Quintana, hun twee lichamen, moeten het doen. En zelfs dat middel wordt, zeker in de eerste helft van de voorstelling, zeer summier gebruikt. Terwijl het publiek binnenkomt, is de vloer totaal verduisterd. Als iedereen zit, gaat het licht op de laagste stand en zien we twee schimmen opdoemen. Die mannen in pak staan dicht tegen elkaar en draaien, terwijl het licht tergend langzaam meer wordt, in minieme stapjes samen rondjes. Dat blijven ze doen, met enkele variaties in houding, zodat ze uiteindelijk heel ongemakkelijk langs elkaar af gaan. Hun blikken blijven al die tijd even neutraal. Heel klein, heel dichtbij, heel spannend.
De scènes die volgen houden schijnbaar weinig verband met elkaar. Maar ze dragen wel bij aan het schetsen van hun relatie met zichzelf, elkaar en de wereld om ze heen. De dragende scène is die waarin de twee mannen samen een huis bouwen van bielzen en elkaar eerder tegenwerken dan helpen. Erin verstopt zit een heel leven aan menselijke relaties, en dat is razend knap met zo weinig middelen. Maar je moet wel een beetje gewend zijn aan of openstaan voor minimalistische voorstellingen om dit te kunnen waarderen. (Moon Saris)
Terug naar boven
Meesters van de fantasie
Mijnheer Porselein – Studio Orka
Lucas Bolwerk, Utrecht • 31 maart 2008
Het Vlaamse gezelschap Studio Orka bestaat uit meesters van de fantasie. Lieten ze in hun vorige voorstelling, Lava, een bodemonderzoek, kindjes geloven dat onder elk huis een koffer zat met een volkje erin, in Mijnheer Porselein (6+) komen ze nog veel dichter bij met hun dierenopvanggeneeshuisalarmcentrale die hulp en troost biedt aan alle dierenliefhebbers. Wie net als het Tweetakt-publiek ooit wordt uitgenodigd door de familie Porselein moet geen moment twijfelen en hun huisje binnengaan voor een kopje tingelethee en veel, heel veel (dieren)liefde.
Eigenlijk zouden brieven en pakketten vandaag centraal moeten staan, want het is de Dag van de Post. Postbode Bruno doet z’n uiterste best het volk op te zwepen wild te worden van zijn werk. En in de tussentijd bereidt hij het voor op de ontmoeting met zijn vriend, Robbie. Maar natuurlijk bemoeit de gekke familie Porselein zich ermee, en laat Bruno zich overhalen met z’n gasten eventjes op visite te komen.
“Normaal gesproken komen er vooral kleine diertjes op bezoek”, krijgen wij, een verzameling grote dieren, te horen. Aanschuiven is dus het motto. Als we eenmaal zitten, voltrekt zich in razend tempo een dag bij de dierendokter, de gekke maar aandoenlijke Mijnheer Porselein. In het lekker rommelige huisje horen we van een beroerde bosmossel, een zatte eekhoorn, een marter met tandpijn, een pad met obesitas, van een oorlog tussen rode en zwarte mierenlegers en een lijster die zich bijna is doodgeschrokken van een vliegmasjien. Allemaal verdienen en krijgen ze hulp van de dokter, die tussendoor wat gratis adviesjes geeft over vlooien, muizen en katten.
Het komt tot een triest hoogtepunt als blijkt dat Bruno’s allerbeste vriend Robbie, een mol, plotseling een hartstilstand heeft gekregen. Als in ER zien we hoe de dokter uit alle macht probeert het beestje te reanimeren. Maar het mag niet baten. Net als in het echte leven gaat in dit levensechte theater wel eens iets of iemand dood, tot groot verdriet van Bruno en de hele familie Porselein. Menige gast is, net als de dikke vrienden, tot snikken geroerd. Maar Mijnheer Porselein gaat snel weer over tot de ook heel belangrijke orde van de dag, en wijst erop dat Robbie voor een mol best oud was en er niets van heeft gemerkt. Al snel wordt de traan afgewisseld met een lach, en is iedereen klaar voor een mooi en spectaculair afscheidsfeest voor Robbie.
Met gekke woordspelingen, dolle grappen, originele verrassingen, slimme video- en poppenkasttechnieken en niet in de laatste plaats bevlogen en vakkundig spel maakt de familie Porselein/Studio Orka dat alle grote mensen in hun huisje meedoen, meegaan en meeleven. Theater zoals theater moet zijn. (Moon Saris)
Terug naar boven
Kleine, fijne solo
Droesem – Zeven/Inne Goris
Huis aan de Werf, Utrecht • 30 maart 2007
Dschungel Wien laat tijdens het Tweetakt-festival op een prachtige manier zien dat peutertheater beslist niet kinderachtig hoeft te zijn. Hun dansvoorstelling Überraschung, bedoeld voor kindertjes vanaf 2 jaar, is een streling voor oog én oor. In een serene, witte omgeving met daarin slechts enkele witte kruiwagens kijken twee ‘witte’ mensen met open gezichten de donkere zaal in. Op de eerste rijen vele kleintjes, op speciaal verzoek van het gezelschap. Ze zijn meteen geboeid door de kleine, korte bewegingen van de danser en de danseres, die zich gedragen alsof ze net hun eigen lichaam hebben ontdekt en nu gaan kijken wat ze er allemaal mee kunnen doen. Ze vullen de titel van de voorstelling (Duits voor verrassing) op alle mogelijke manieren in – in deze context is opstaan en plotseling een woord roepen een verrassing, maar ook het plotseling tevoorschijn komen uit een kruiwagen, een boterham uit een cadeaudoosje pakken of je kleding stukje bij beetje uit elkaar halen en anders gebruiken. Net als jezelf opblazen en leeg laten lopen als een ballon, samen net doen of je een complexe machine bent of kijken wat voor dieren er allemaal in een mensenlichaam verstopt zitten. En je wilt niet weten wat je allemaal met een paar kruiwagens kunt doen! Groot en klein vallen van de ene verbazing in de andere verwondering; aan hun eigen fantasie wordt overgelaten welke associaties ze hebben bij wat ze zien en horen (behalve als je een goedbedoelende oma hebt die, als in een radioverslag, zin voor zin gaat zitten invullen wat er op de vloer te beleven is…).
Dansers Adriana Cubides en Raul Maia zijn elegant, flexibel, goed ingespeeld en hebben een uitgesproken mimische kwaliteit. Hun smoeltjes kijken ongeveer net zo blij als die van de kindjes in het publiek, en ze hebben er minstens evenveel lol in. Livemuzikant Mathias Jakisic levert een fantastische bijdrage op zijn elektrische viool, die natuurlijk ook als gitaar te gebruiken is.
Al met al is Überraschung een voorstelling vol verwondering, ontroering en humor die geen concessies doet aan kwaliteit. Ook peuters hebben recht op mooie dans. (Moon Saris)
Terug naar boven
Kinderen als zenmeester
Onschuld – Laura van Dolron
De Berenkuil, Utrecht • 29 maart 2008
Laura van Dolron kreeg de opdracht een kindervoorstelling te maken voor Tweetakt, dook in de kindergeest van kinderen en volwassenen en kwam met een echte Van Dolron op de proppen. Boordevol filosofietjes, maatschappijkritiek en wereldverbeterideeën met meteen de kritische noot erbij. Een wedstrijdje ‘wie is het meeste kind’ in de theaterzaal. In het bijzonder geschikt voor niet al te domme kindertjes vanaf tien jaar en grote mensen die niet schrikken van gek theater dat stiekem een beetje op een repetitie lijkt.
De vloer is leeg. Er staan alleen wat verschillende stoelen en er wandelen drie volwassenen en drie grote kinderen rond. Het publiek zoekt een plekje en wat oudere mensen worden, bijna gedwongen, op de eerste rij neergezet. Zou dat goed zijn voor de concentratie van de cast of voor de interactie met de kinderen erin?
Onschuld begint met een dom dansje op de Beatles’ (of Banarama’s) Help, uitgevoerd door de kinderen, in opdracht van de volwassenen. Alsof het een voetbalwedstrijd is waar hun leven vanaf hangt, corrigeren, stimuleren en jutten de grote mensen de kinderen op. Die doen zonder mopperen wat ze gezegd wordt, maken zich nergens druk om.
Dat blijft zo tijdens de hele voorstelling: de volwassenen maken zich druk over hun verschijning, hun leven, hun opkomst, hun toekomst, onverschilligheid en zo nog wat zaken. Ze doen daarbij hun best de ‘onschuldige’ kindergeesten leeg te zuigen, als spiegel te gebruiken, terug te roepen in zichzelf en gebruiken daarbij ieder mogelijk volwassen én kinderachtig middel. Ze zeggen alles voor wat de kinderen moeten zeggen, doen en zelfs denken. De kinderen protesteren nooit, ondergaan alles gedwee, werken prachtig mee en blijven voortdurend de kalmte zelf. Als een zenmeester die de arme verloren zielen van boven de veertig door het zware leven moet loodsen.
Van Dolron speelt met de eigenschappen die aan kinderen en volwassenen worden toegedicht. Ze neemt niet echt stelling in, maar maakt wel duidelijk dat kind-volwassene geen klip-en-klare tegenstelling is, dat bijvoorbeeld hoe je je verhoudt tot de dagelijkse realiteit of tot een ander daar een wezenlijke rol in speelt. Onschuld is confronterend, maar ook ongelofelijk grappig door de vele omkeringen én bevestigingen, en ook door de linken met het hier en nu die de jonge theatermaakster slim inzet. (Moon Saris)
Terug naar boven
Een hedendaagse trip door de herinnering
We dance to forget – Fabuleus
Theater Kikker, Utrecht • 29 maart 008
Een lege grote zaal, een diskjockey en twee stoelen tegen de muur. Dat is alles wat de jonge choreograaf Koen De Preter en zijn danspartner Maria Ibarretxe nodig hebben om van low culture high culture te maken en tegelijkertijd in iedere kijker/luisteraar z’n tienerjaren naar boven te halen. Hun beider lichamen vertellen het verhaal van de dans die de tijd doodt, pret oproept, liefde toont, energie laat stromen, meer kan duiden dan woorden ooit zouden kunnen.
De twee dansers beginnen net als het publiek. Op een stoeltje, terwijl ze frutselen aan hun haar of hun armen over elkaar doen. Als de titelsong van The Sound of Music wegsterft, gaat het over in Thank God I’m a Country Boy en staat het koppel op om op de allerlangzaamste maat uit het lied een countrydansje te doen. Bij het zware klassiek dat volgt, rennen ze als idioten rondjes en gaan ze een soort van kunstzwemmen, handsquashen en zo nog wat rare dingen doen. Zo gaat het steeds: de muziek die klinkt is aanleiding om te bewegen, maar niet altijd zoals je verwacht. Soms kiezen ze een onlogische variant van de bijpassende dans, soms iets heel anders en soms zelfs dansen ze precies zoals het hoort op die muzieksoort. En die kan lopen van keiharde Beastie Boys tot een ultrasofte Only You.
In de tussentijd laten ze ons binnenkijken in de danszaal van de jaren vijftig en zestig en in de disco’s van de decennia daarna. Want soms dansen ze precies zoals de opvolgende generatie dat deed, van stijldans via rock & roll en wave naar jumpen. Maar meestal doen ze net iets anders. En af en toe verliezen ze zichzelf totaal, geven ze het publiek het idee dat ze er niet zijn, dat de toeschouwers binnengluren in een particulier feestje. We dance to forget is evenzeer we dance to remember, een hedendaagse trip door de herinnering. Vrolijk, grappig, aandoenlijk en aanstekelijk. (Moon Saris)
Terug naar boven