Twintig nieuwe theaterteksten in twee weken
Toneelschrijfdagen
Van 10 t/m 13 mei vonden in De Balie in Amsterdam De Toneelschrijfdagen plaats. Deze vierde editie, georganiseerd door het Platform Onafhankelijke Theaterauteurs, had als thema Opdracht & Gevolg. Liefhebbers van toneelschrijfkunst konden hun hart ophalen, want deze avonden stonden geheel in het teken van de Nederlandstalige theatertekst in zijn meest pure vorm. Vanaf ’s middags tot laat in de avond kon de bezoeker zich onderdompelen in de rijkdom en uniciteit die nieuwe en bestaande theaterteksten te bieden hebben.
Sinds 2002 zet het Platform Onafhankelijke Theaterauteurs zich actief in voor de Nederlandstalige toneelschrijfkunst en haar beoefenaars. Het Platform organiseert publieke en besloten bijeenkomsten, werkdagen voor auteurs en het verstrekt jaarlijks tien vrije schrijfopdrachten aan talentvolle auteurs. Tijdens de vierdaagse Opdracht & Gevolg werden de resultaten van de schrijfopdrachten 2005 aan het publiek getoond en de schrijvers van 2006 voorgesteld. Daaromheen werd een prikkelend programma samengesteld met onder andere Verse Waar/Oud Repertoire en Het Overblijfmenu. (Maaike van Geijn)
Vrijdag 12 mei
Fotografie: Sophie Janssen |
Het Port uur op de derde dag van De Toneelschrijfdagen was een wereld van verschil met dat van de dag daarvoor. Het onderwerp van gesprek was engagement in het theater en dat lokte enthousiaste reacties uit bij de geïnterviewden. Aanwezig waren dramaturgen en regisseurs van verschillende gezelschappen uit Nederland en België zoals Het Toneel Speelt, Het Paleis, Het Zuidelijk Toneel en Het Syndicaat, en een aantal onafhankelijke auteurs. Punt van discussie was onder andere de definitie van geëngageerd theater. Is het nu politiek theater, maatschappelijk theater of krijgt een theaterstuk al de stempel geëngageerd als het direct verwijst naar de actualiteit? Is het noodzakelijk dat theater een morele boodschap overdraagt aan het publiek? De theatermakers konden er uren over doorpraten, maar toen was het al weer tijd voor het avondprogramma.
Het vaste onderdeel Verse Waar/Oud Repertoire werd uitgevoerd door acteurs van Dood Paard en Tg Monk. Ook dit gedeelte van de avond viel meer op z’n plek dan de avond ervoor. De nieuwe teksten van Caroline Ligthart en Dirk van Pelt waren goed te volgen. Met name de monoloog van Ligthart over paniek, gelezen door Maartje van den Brink zorgde voor een hoop gegrinnik in de zaal. Evenals het fragment uit De dagen van Leopold Mangelmann van Arnon Grunberg.
Fotografie: Sophie Janssen |
Toen was het tijd voor Boy’s Night! De mannen Emanuel Muris, Bas Beerendonk en Marcel Lensen, die in 2005 een opdracht ontvingen, bedachten samen de opzet voor hun presentatie. De grote zaal werd omgetoverd tot kroeg, compleet met kleine tafeltjes, tientallen sfeerlampen en Perzische tapijten. Voorafgaand aan de lezing van hun compleet verschillende teksten werden de schrijvers geïnterviewd door journalist Frits Visser. Als eerste was het de beurt aan Muris. Hij had acteur Rafaël Troch gevraagd zijn stuk Herman te lezen en dat deed hij met veel overtuiging. In Herman voert de hoofdpersoon Herman een dialoog met zichzelf. De tekst zit vol met woordspelingen en kan gezien worden als een taalfilosofische theatertekst.
Bij Beerendonk ging het er een stuk minder diepzinnig aan toe. Van regisseur Paul Knieriem kreeg hij de opdracht om een realistisch huiskamerdrama te schrijven. Compleet met vijf bedrijven en een ontknoping aan het eind. Hoor wie klopt daar kinderen gaat over een ongelukkig echtpaar dat een asielzoeker in huis heeft genomen en zoon Oscar op bezoek krijgt met Sinterklaasavond. Het stuk hangt van clichés aan elkaar, maar werkt toch enorm op de lachspieren.
Het laatste deel van de avond was voor Lensen. Hij las zijn persoonlijke Vaderliefde 2005 zelf voor. Zijn theatertekst bestaat uit een verzameling brieven aan zijn ongeboren kind. Deze vader vol van twijfel, liefde en bezorgdheid wist op de valreep de zaal te ontroeren. (Sophie Janssen)
Donderdag 11 mei
Fotografie: Sophie Janssen |
De tweede dag van de Toneelschrijfdagen stond in het teken van de beeldende kunst. Iedere dag concentreert zich namelijk rondom verschillende inspiraties die de toneelschrijver beïnvloeden. Tijdens het dagelijks terugkerende Port uur, waarin de auteurs die in 2006 een schrijfopdracht kregen worden voorgesteld, kwamen schrijvers aan het woord die zich laten beïnvloeden door de beeldende kunst. Ook waren er kunstenaars uit andere disciplines uitgenodigd die naast hun beeldende werk schrijven. De middag werd geopend met een monoloog van fotograaf Hans Aarsman (de Volkskrant) voorgelezen door de acteur met de mooiste stem van Nederland: Tom Jansen. De voordracht verliep vlekkeloos en was erg amusant. Vervolgens vertelden beeldend kunstenaar Arnoud Holleman en beginnende auteurs Hiekelien van den Herik en Shishunk Ighes over hun specifieke manier van werken. Het lukte gespreksleider Gerrie van der Linden helaas niet om een spannende discussie aan te wakkeren. Het verder nogal chaotische interview bleef daardoor erg aan de oppervlakte en liet een onbevredigd gevoel achter.
Zoals elke avond vond er voorafgaand aan het avondprogramma een lezing van nieuwe en oude theaterteksten plaats; dit keer door acteurs van ’t Barre Land. Fragmenten uit nieuwe stukken van Bo Tarenskeen en Jannika van Wijk en scènes uit ‘oud repertoire’ van Albert Blitz en Wanda Reisel werden door elkaar gehusseld en voorgedragen. Zoals de acteurs zelf ook al aangaven was het af en toe lastig om een beeld te krijgen van een mogelijke enscenering van de teksten. Maar de wat langere dialogen gaven toch een aardig beeld van de ingezonden teksten.
Na een korte pauze begon de live geïllustreerde lezing van Panamarenko en de konijntjes, een toneeltekst van Ditte Pelgrom. Beeldend kunstenaar Marjolijn Kommer had de taak om de voorgedragen tekst live te voorzien van illustraties. In een handomdraai toverde zij met wit krijt konijntjes op de muren van de grote zaal. De tekeningen gaven een originele dimensie aan de verder nogal abstracte tekst. Het stuk heeft geen concreet plot. De vier personages: De Boze, De Nieuwe, de Zwijger en Ding zijn in een constante discussie verwikkeld over ogenschijnlijke onbelangrijke onderwerpen. Zo gaan dialogen over het wassen van wol en de verschillen tussen natuurlijke en synthetische materialen. Afgezien van de tekeningen resulteerde dat in een vrij droge presentatie. Wat maar weer aangeeft dat een theatertekst geen eindproduct is en absoluut gebaat is bij een goede enscenering. Hopelijk krijgt Panamarenko en de konijntjes die kans nog en worden de dieper liggende lagen van de tekst dan beter zichtbaar. (Sophie Janssen)
Woensdag 10 mei
Fotografie: Maaike van Geijn |
De eerste dag werd feestelijk geopend met de presentatie van Boekwerk N°I. In dit prachtig vormgegeven boek zijn alle teksten en essays die werden geschreven in opdracht van het Platform gebundeld. Marian Boyer, artistiek leider van Platform en zelf een van de auteurs, overhandigde een eerste exemplaar aan personen die belangrijk zijn geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandstalige theatertekst; schrijfster Esther Gerritsen, dramaturge Marianne van Kerkhoven – waarvan overigens ook een prachtig essay in de bundel is opgenomen – producent Frans Lommerse en Balie directeur Ellen Walraven.
Met een glas champagne en een exemplaar van het boek bij de hand kon er vervolgens in het restaurant van de Balie gegeten worden. Geen gewone maaltijd, want tijdens de Toneelschrijfdagen staat ook het diner in het teken van de theatertekst. Tijdens het Het Overblijfmenu kun je als volwassene eindelijk weer eens worden voorgelezen, door professionele acteurs wel te verstaan. Een charmant en leuk initiatief.
Na de pauze was het de beurt aan een aantal acteurs van Toneelgroep Amsterdam. Onder de noemer Verse Waar/Oud Repertoire lazen zij een compilatie voor van nieuwe teksten en bestaand werk. In overtuigend Vlaams las Hans Kesting samen met Alwin Pulinkx (een echte Vlaming) scènes uit het nieuwe stuk Schaakmat van Eva Schram. Een hilarische tekst, zeker in de vertolking van Kesting en Pulinckx. Frida Pittoors vertolkte op overtuigende wijze een vrouw die plastisch het chirurgenvak beschrijft, afkomstig uit Iets over liefde …, een tekst uit 2005 van Peter De Graef.
Daarna las Henriette Koch een prozafragment uit Eigenlijk ben ik iemand anders van Sandra Tromp Meesters, een van de auteurs die een schrijfopdracht kreeg van het Platform. Videoprojecties van een verweerde muur, gemaakt door Roy Peters, begeleidden Meesters verhaal, een spitsvondige en humoristische tekst over hoe mensen heel anders kunnen zijn dan je op het eerste gezicht zou denken. Echter, hoe mooi de beelden van Roy Peters ook waren, de bedoeling en toegevoegde waarde in relatie tot de tekst van Meesters werden niet helemaal duidelijk.
De avond werd afgesloten met een lezing van de complete tekst Altijd Februari van Marian Boyer, eveneens een opdracht van het Platform. Boyer’s tekst is geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van de drieling Wagner. Deze drieling (drie zusjes) uit de Haarlemmermeer ging na ruzies met medeleerlingen een jaar niet naar school. Hun oude school adviseerde andere scholen om de drie meisjes niet tegelijk aan te nemen. Boyer’s tekst bestaat uit verschillende gesprekken tussen meisje A, B en C, gisteravond vertolkt door Marjon Brandsma, Wendell Jaspers en Daphne de Winkel. Tussen de verschillende scènes werden er muziekfragmenten van David Sylvian gedraaid, dat goed werkte. Altijd Februari laat op een intrigerende en spannende manier zien wat er zich in de besloten wereld tussen een drieling afspeelt. Een tekst die het zeker verdient om door gezelschappen ‘geadopteerd’ en gespeeld te worden. (Maaike van Geijn)
Donderdag 4 mei
Gastschrijvers
Fotografie: Annette Kamerich |
Al voor het derde achtereenvolgende seizoen organiseert theaterwerkplaats Gasthuis in Amsterdam het project Gastschrijvers. Drie schrijvers kregen de opdracht om in nauwe samenwerking met elkaar, ieder een eigen toneeltekst te schrijven. Jonge schrijfsters Anouk Saleming en Annemarie Slotboom, beiden afgestudeerd aan de schrijfopleiding van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, deden al eerder mee; Evianne Lamme komt van de Filmacademie en levert dit jaar voor het eerst een bijdrage. Het resultaat van Gastschrijvers 2006 is deze week te zien in Gasthuis als onderdeel van De Toneelschrijflente.
De avond begint met de enscenering van een deel van de tekst van Het Zeehuis van Anouk Saleming. Haar stuk speelt zich af rond een vakantiehuisje en vertelt het verhaal van een zestal mensen dat op een of andere manier met elkaar verbonden is. Dramatische ironie, de toeschouwer weet meer dan de personages zelf, is hierbij heel belangrijk en zorgt voor humor in het stuk. Dialogen, enkele epische monologen en een voortstuwend spannend plot dragen er toe bij dat het publiek de personages goed leert kennen.
De tekst van Evianne Lamme, Sweet sweet lullaby is, in vergelijking met Het Zeehuis, surrealistischer van toon. Zo is één van de hoofdpersonen een man die over licht en donker beslist. De enscenering van Marjan Barlage is verder erg bepalend voor het stuk. In een maquette worden de handelingen door één van de personages met poppetjes nagespeeld. Het resultaat daarvan wordt geprojecteerd op een doek. Dit heeft weliswaar een komisch effect, maar leidt de aandacht erg af van de taal.
Ten slotte zien we een gedeelte van Voorbij mijn tuinhek van Annemarie Slotboom. Zij behandelt daarin als enige een actueel thema: de dreiging van terrorisme en de manier waarop de burger daarmee omgaat. In een aaneenschakeling van monologen laat ze vier verschillende mensen aan het woord over angst en ergernis. De voorstelling is niet alleen maar ernstig. Door de groteske speelstijl wordt er ook een hoop gelachen in de zaal.
Op 4 mei vond tevens het Groot schrijversinterview plaats. De drie gastschrijvers vertelden over het achterliggende werkproces bij dit project en het verschil met de gebruikelijke werkwijze bij het schrijven van een stuk. Meestal wordt in opdracht van een regisseur geschreven of is er tenminste een beperking in thema of vormeis. Het werd duidelijk dat de auteurs zich, als Gastschrijvers, in een luxepositie bevinden. Zij kunnen schrijven wat ze willen, hebben de mogelijkheid om te overleggen met elkaar en met andere ervaren schrijvers. De regisseurs staan voor de verandering in dienst van hen in plaats van omgekeerd. Dus ook wat de schrijvers zelf betreft: op naar Gastschrijvers 2007! (Sophie Janssen)
Speelperiode Gastschrijvers: tot en met 6 mei 2006.
Woensdag 3 mei
Walhalla
Fotograaf: Phile Deprez |
Gisteravond vond de Amsterdamse première plaats van de voorstelling Walhalla. Peter De Graef, Erik-Ward Geerlings en Marijke Schermer schreven ieder een tekst voor dit eerste deel van een reeks locatieprojecten van Het Zuidelijk Toneel. In deze driedelige reeks staat steeds een actueel thema uit de samenleving centraal. Het resultaat: drie splinternieuwe, frisse en politieke teksten die perfect passen binnen het kader van De Toneelschrijflente.
Regisseur Matthijs Rumke gaf de schrijvers de opdracht een stuk te schrijven met als centrale vraag: “Is er nog plek voor idealisme?”. Alledrie zijn ze erin geslaagd een vorm voor hun tekst te vinden waarin personages vrijuit kunnen spreken over deze en andere vragen die onze samenleving aangaan. Met als basis voor deze dialogen en monologen natuurlijk de visie van de schrijver.
Als eerste is het de beurt aan Maatkamer van Erik-Ward Geerlings. Het stuk vertelt het verhaal van meneer Maatkamer die uit idealisme besluit mee te doen aan een wetenschappelijk experiment. Hij komt er als een mentaal wrak uit.
Na een korte pauze begint D’r was daar ook een hond van Peter De Graef. Zijn toneelstuk gaat over een conceptuele kunstenaar die een aantal psychiaters ervan moet overtuigen dat hij niet gek is.
De avond wordt afgesloten met Laat de Arabieren binnen van Marijke Schermer. Hierin zien we een elfjarig meisje dat probeert te begrijpen waarom haar vader, een schrijver, wordt bedreigd.
De teksten nemen een belangrijk deel van de voorstelling in. De acteurs en dan met name Bert Luppes, die in ieder stuk de hoofdrol voor zijn rekening neemt, hebben zich behoorlijke hoeveelheden tekst eigen moeten maken. Maar het is ze gelukt. Ze weten de tekst goed over te brengen en daardoor blijven ook na de voorstelling nog flarden hangen. De drie toneelstukken zijn uitgebracht in boekvorm zodat iedereen deze confronterende, maar ook grappige, teksten nog eens rustig na kan lezen. (Sophie Janssen)
Lees hier ook een een uitgebreide recensie van Walhalla.
Maandag 1 mei
De aftrap
Gisteravond vond vond de opening van De Toneelschrijflente plaats. In een klein zaaltje in politiek-cultureel centrum De Balie waren een aantal betrokkenen bijeengekomen om het glas te heffen op de Nederlandse toneelschrijfkunst. De nieuwe artistiek leider van de Balie, Ellen Walraven, gaf de aftrap met een fragment uit Mei van Herman Gorter en een stukje Ramsey Nasr. Daarna was het de beurt aan acteurs. Zij droegen een gesprek tussen drie toneelschrijvers voor: Ger Thijs, Judith Herzberg en Frans Strijards. Het was alsof de tekst voor deze avond geschreven was: het werd een discussie over de Nederlandse toneelschrijfkunst met onderwerpen als gebrek aan aandacht en traditie.
Vervolgens was het de beurt aan publiekstrekker Gerardjan Rijnders. Hem was gevraagd een column te schrijven voor deze avond en die voor te dragen. Na wat uitweidingen over Reve en de Nobelprijs voor de literatuur kwam hij uiteindelijk tot de conclusie dat het goed gaat met de Nederlandse toneelschrijfkunst.
Als afsluiting van de avondje en als opwarmertje voor de komende twee weken lazen tien acteurs van Toneelschool Arnhem een splinternieuw toneelstuk van Youri Vos. De tekst was een beetje rommelig en daardoor moeilijk te volgen. Maar het enthousiasme spatte er vanaf en de toon werd gezet. Dat belooft wat voor de komende weken!
Een voorproefje
Van woensdag 3 t/m zaterdag 13 mei staat Het Zuidelijk Toneel in de Storkfabriek in Oostenburg met het locatieproject Walhalla. Erik-Ward Geerlings, Peter De Graef en Marijke Schermer schreven alle drie een stuk over een wereldverbeteraar. Matthijs Rümke tekent voor de regie.
In Theater Gasthuis vindt van woensdag 3 t/m zaterdag 6 mei de derde editie van De Gastschrijvers plaats. Iedere avond worden er drie nieuwe theaterteksten gepresenteerd in ensceneringen van drie regisseurs. De schrijvers zijn Anouk Saleming, Annemarie Slotboom en Evianne Lamme.
Ten slotte is er de vierde editie van De Toneelschrijfdagen. Van woensdag 10 mei t/m zaterdag 13 mei staat De Balie in het teken van het project Opdracht & Gevolg, een samenwerking van het Platform Onafhankelijke Theaterauteurs & De Balie. Iedere dag heeft een ander thematisch accent, met presentaties en montages van nieuw en oud materiaal, voorgelezen door bekende acteurs. Daarnaast heeft het Platform Onafhankelijke Theaterauteurs tien vrije opdrachten gegeven aan opvallende schrijvers, tijdens Opdracht & Gevolg worden de resultaten gepresenteerd. (Sophie Janssen)