Theater / Achtergrond
special: Toneelschrijflente - Gasthuis/Platform Theaterauteurs/Syndicaat

De toneelschrijfkunst bloeit!

De lente is begonnen! Bloemen bloeien, bomen lopen uit en de zon breekt door. Waarom zou je met dit weer dan nog in een donkere theaterzaal gaan zitten? Omdat in verschillende zalen in Amsterdam ook de lente begonnen is. En wel de Toneelschrijflente. De Toneelschrijflente bundelt een aantal initiatieven op het gebied van toneelschrijven. De Toneelschrijfdagen van De Balie, Gastschrijvers van Gasthuis en de Schrijversdagen van het Syndicaat. 8WEEKLY doet (met een glas rosé of een witbier in de hand) verslag.

Toneelschrijfdagen

Leeskamertjes 1: Verse tekst (gezien op 29 april)

Een harde, rauwe pornotekst. Dat is misschien nog de beste omschrijving van de toneeltekst The Bitch van schrijver Enver Husicic. De tekst is een obscene bewerking van de eenakter De Beer van Anton Tsjechov. Heel anders dan de breekbare en emotionele tekst van Parkeerterrein blues van Leen Verheyen of Krab, het futoristisch verhaal van Jannemieke Caspers. Naast The Bitch, Parkeerterrein blues en Krab worden in de kleine kantoortjes op de overloop van de Balie nog zeven andere ‘Verse teksten’ voorgelezen. De readings zijn een vast onderdeel van de Toneelschrijfdagen. Acteurs van onder andere Toneelgroep Amsterdam, TG Monk en TG Alaska presenteren nog onontdekte werk die schrijvers konden inzenden. Het Platform Theaterauteurs ontving dit jaar 48 nieuwe teksten. Een team van zeven lezers selecteerde de tien opvallendste teksten. Enkele van de juryleden zijn onopvallend aanwezig. Zittend op viskrukjes luisteren zij samen met de belangstellenden in de kleine kantoortjes naar de tekst. In drie sessie van twintig minuten worden in de verschillende kamers een tekst voorgelezen. Na iedere twintig minuten hebben de bezoekers de mogelijkheid te wisselen van kamer en tekst of blijven zitten en de tekst in zijn geheel te horen. De wisseling betekende voor enkele teksten dat zij soms geen publiek hadden of juist een kamer vol. Ondanks de belangrijke voetbalwedstrijden en de warmte kon de organisatie toch rekenen op veel belangstellenden. (Mariëlla Pichotte)

MeeMeesteren 3: De bronnen (gezien op 29 april)

foto: Gerard Kogelman
foto: Gerard Kogelman

Terwijl buiten op het Leidseplein de biertentjes, podia en ME-busjes zich opmaken voor Koninginnenacht 2007, schuiven in De Balie een achttal acteurs en drie regisseurs aan tafel. De derde workshop MeeMeesteren gaat over toneelstukken die zijn geschreven op basis van documentaire bronnen en hoe je daar een theatraal verhaal van maakt.

Zo schreef theatermaker Peter van Kraaij het stuk SITTINGS over de Italiaanse Tina Modoti wie, toen ze op haar 44e overleed, drie verschillende levens had geleid. Ze was Hollywoodactrice in stomme films en als fotomodel muze van de fotograaf Edward Weston. Later vertrokken de twee geliefden naar Mexico waar zij zich ook op de fotografie stortte. En uiteindelijk belandde ze als die hard-Staliniste in Moskou, voor ze via Nederland weer naar Mexico vluchtte.
Om Tina Modoti, en de roerige relatie die zij had met Weston, naar het toneel te vertalen, startte Van Kraaij bij haar fotoboek om het wezen van Modoti te doorgronden. Later kwam hij bij dagboekfragmenten, briefwisselingen en foto’s terecht. Het resultaat is een eclectische theatertekst vol overpeinzingen, ontboezemingen en dialogen.

Het tweede stuk dat tijdens de workshop wordt behandeld moet nog in première gaan. Teuntje Klinkenberg en Marcelle Meuleman brengen de voorstelling Het Arabisch/Israëlisch Kookboek naar Nederland. De research en de tekst komen bij Robin Soans vandaan, die naar de Westelijke Jordaanoever trok om mensen van verschillende volken en religies aan het woord te laten. Soans besloot naar iets alledaags en simpels te vragen: eten, waar toch enorm veel belang, traditie en emotie aan kleeft. Uiteindelijk bewerkte Soans de zestig interviews tot een toneelstuk vol korte scènes, waarbij de bewoners van zowel de Arabische als de Israëlische kant praten over gerechten, recepten, het samen eten bereiden. En over die keer dat tijdens het boodschappen doen een bomaanslag werd gepleegd, door een jonge zelfmoordterroriste. Of over het gerecht dat een zoon voor het laatst at, voordat hij, een martelaar, de straat op ging en hij nooit meer terugkwam.

De workshop Meemeesteren is interessant, maar laat vooral de makers aan het woord over de inhoud en de personages (zoals we zo vaak zien en horen), dan hoe het proces van documentaire bronnen naar theatrale tekst verloopt. Niettemin geeft het mooie inzichten in hoe je de werkelijkheid naar het toneel kunt vertalen. De rijke basis die de realiteit je geeft naar eigen inzicht om te mogen vormen, geeft enorme vrijheid. (Ruth van Beek)

Dance of the Holy Ghosts – Marcus Gardley (gezien op 26 april)

foto: Gerard Kogelman
foto: Gerard Kogelman

In de grote zaal van De Balie zitten slechts enkele mensen die het warme weer laten voor wat het is om naar Dance of the Holy Ghosts van Marcus Gardley te komen kijken. Best jammer voor de zes acteurs die helemaal uit de Verenigde Staten komen om deze voorstelling te spelen. Eigenlijk is het nog veel vervelender voor al die mensen die besloten om niet te komen: die hebben toch maar mooi een New Yorks pareltje aan zich voorbij laten gaan.

Op het podium zitten zes Afro-Amerikaanse acteurs op een stoel met voor zich een standaard waar hun teksten op liggen. De verteller, Gardley, begint en schetst de situatie; we bevinden ons in een appartement waar iemand de deur open doet voor een jongeman. De jongen, Marcus G., is op zoek naar zijn grootvader Oscar Clifton. Hij wil het met hem hebben over het verloop van zijn leven en eist verantwoording en verklaringen. Zijn knorrige opa weigert dit en wordt vervolgens bezocht door geesten uit zijn verleden.
Hoewel je door het thema wellicht anders zou kunnen vermoeden, is Dance of the Holy Ghosts een heel humoristisch stuk. Met hun vette Amerikaanse accent, het slang dat ze gebruiken en hun uitgesproken mimiek hebben de acteurs vrijwel continue de lachers op hun hand. Er wordt zelfs gegierd en bij een enkeling is een slappe lach ook onvermijdelijk.
Vooral opa Osar (“who likes to fuck”) en zijn kleinzoon hebben hilarische uitspraken, maar de inhoud is ook heel poëtisch. Opa vergelijkt vrouwen bijvoorbeeld met ballonnen die je moet kopen. Zijn vrouw Viola zegt daarom in een echtelijke ruzie waarin ze meer respect wil: “I look good on your arm. I am your balloon.”
Doordat de acteurs op hun stoel blijven zitten en voorlezen vanaf papier, moeten ze het van hun intonatie en gezicht hebben. Het is echter allemaal zo beeldend dat je het hele verhaal moeiteloos voor je ziet. In je hoofd ontstaat er als het ware een tekenfilm die de mensen op het podium aan het inspreken zijn.

Dance of the Holy Ghosts is een must see. Je hoeft niet te vrezen dat het wellicht niet allemaal te volgen is in het Engels, want al moet je soms een zin aan je voorbij laten gaan, het blijft een heldere, grappige en poëtische voorstelling waarna je met een smile on your face de zaal weer uit loopt. (Diana van der Sluis)

Niemand kan het – Hans Aarsman (gezien op 27 april)

foto: Gerard Kogelman
foto: Gerard Kogelman

“Een foto leren zien in de dingen waarvan je houdt.” In de korte autobiografische lees-voorstelling Niemand kan het zoekt ex-fotograaf Hans Aarsman naar het wezen van de fotografie. En passant geeft hij de toeschouwer antwoord op de vraag waarom hij gestopt is met fotograferen. Maar is hij dat wel?

Een foto van een slaapkamer, twee eenpersoonsbedden tegen elkaar geschoven. Op een volgende beeld een afgedekt lichaam naast het bed, liggend op een brancard. Een derde foto is van de overleden man in zijn nette pak in de kist. Hij kan niet oud zijn, aan het dikke, donkere haar te zien. Wie goed kijkt, kan een deel van het verhaal al uit het beeld halen. Maar ze gaan pas leven als actrice Oda Spelbos het hele verhaal vertelt bij de plaatjes die door Hans Aarsman zelf op de muur worden geprojecteerd. Hoe hij de laatste woorden van zijn vader verkeerd begreep. Hoe hij in ontredderde staat begon te fotograferen. “Weet je je geen houding te geven? Dan fotografeer je dat.” Door Aarsmans persoonlijke verhaal zijn de foto’s geen vergeelde kiekjes meer uit vergane jaren, maar zien we de blijvende herinneringen aan een moeizame vader-zoon relatie.
Als fotograaf zocht Aarsman jaren naar hoe je het leven kunt vorm geven op een foto. In zes opnames of in elf, het onderwerp een beetje naar links of naar rechts, de slagschaduw oplichten… fotograferen is ensceneren en daarna ‘opleuken’. En daar heeft Aarsman na een aantal jaren schoon genoeg van. Het leven is te groot voor een foto.

Dan ontdekt de ex-fotograaf zijn bijzondere talent in het beschrijven en analyseren van het beeld, zodat een foto het leven juist uitvergroot. Aan de hand van kiekjes van asbakken op veilingsite E-bay leert Aarsman de toeschouwer kijken. Een onscherpe asbak wordt het verhaal van een aan lager wal geraakte gokker die alle hotels van Las Vegas heeft gezien. Met zijn toegankelijke tekst reikt Aarsman zijn publiek de essentie aan van fotografie; een kiekje zegt net zoveel over het leven als de prestigieuze beelden van World Press Photo. Misschien wel meer. (Lotje Dercksen)

Leeskamertjes 2: opdracht en gevolg (gezien op 29 april)

De Leeskamertjes vormen een intiem onderdeel van De Toneelschrijfdagen. In de twaalf bescheiden vertrekken waar de medewerkers van De Balie kantoor houden, kun je luisteren naar nieuwe toneelteksten. Bijna bij de acteurs op schoot, luistert het publiek twintig minuten naar een deel van een theatertekst, om daarna hun geluk te beproeven in een ander kamertje.

A girl wrecks boy story is de ondertitel van de monoloog Engst geschreven door Hannah van Wieringen. Een meisje zwalkt na het zoveelste feest de nacht in. Een dode duif die ze van straat raapt moet symbool staan voor haar relatie, dus neemt ze deze mee naar haar vriendje. Wat volgt is een onsamenhangende tekst over angst voor eenzaamheid en het zoeken naar liefde. De monoloog, wat aarzelend gelezen door de jonge actrice Lidewij Mahler, wekt weinig deernis op voor de na-puberende party-girl onder invloed. Een jongen meeslepen in haar val? Het lijkt alsof het meisje het daarvoor veel te druk heeft met zichzelf, en die zelfdestructie wil niet lang boeien.

In Godverdomme van Arnoud Holleman horen we de geestige bespiegelingen van een vrouw wiens man niet wil slagen in het kunstenaarschap. Om de draad op te pikken in dit relaas over de rol van de Tsjechische dichter Rilke en de Franse beeldhouwer Rodin in het leven van de falende kunstenaar, vergt de nodige inspanning. ‘Even inkomen’ is er niet bij als een voorstelling al aan de gang is. Maar het zichtbare plezier dat Maureen Teeuwen heeft in het lezen van de intelligente tekst over Rilke die, “desperate op zoek is naar iemand om naar op te kijken”, trekt je toch mee in de tekst. Op Rilke’s vraag: “hoe moet je leven?”, antwoordt Rodin gevat: “Travailler, toujours travailler”. Of de kunstenaar in kwestie dat ook doet blijft onbekend, want we luisteren nog even een deur verder.

Daar zijn actrices Janni Goslinga en Audrey Bolder als twee oud-studenten aan de Toneelschool die elkaar na een aantal jaar weer zien, net verwikkeld in een fikse ruzie. Ilse en Lonne zijn in Naar van Marcel Lenssen na hun opleiding en overleden vriendschap beiden een andere kant uit gegaan. Lonne is als regisseur onzeker over haar talent. Ilse is naar Kenia vertrokken. Zoals Lonne het beschrijft zit ze “nu dus in het ontwikkelingswerk en laat ze zich naaien door negers.” Deze felle dialoog over oud zeer wordt op ’typisch vrouwelijke’ manier uitgevochten. Elkaar op de kast jagen of erop zitten. Doordat de tekst met zoveel vaart en flair gespeeld wordt is het ontzettend leuk om zo dicht op deze dameskift te zitten. Een stuk van het einde en het begin was ons deel, jammer dat we het middenstuk moesten missen. (Lotje Dercksen)

Gastschrijvers

Deel 2

Na Roest van Jibbe Willems en Reiger ex Machina van Hannah van Wieringen, zijn deze week de presentaties van twee nieuwe teksten van Gastschrijvers aan de beurt.

foto: Annette Kamerich
foto: Annette Kamerich

Twee wat oudere zussen, Eva en Sara, worden in Noach Junior van Marjolein van Heemstra geconfronteerd met de plotselinge aanwezigheid van een onbekende baby in de serre. In hun wereld waarin alles uitsterft en alles in het teken staat van het verleden, bevindt zich ineens een nieuw leven en daarmee zicht op mogelijke toekomst. Onwennig en onhandig halen ze het kind in huis, met een desastreuze afloop. In Noach Junior proberen de zussen te reconstrueren wat er eigenlijk gebeurd is. Ze zitten naast elkaar, gekleed in stijve vestjes en geruite rokken. Samen vertellen blikken ze terug op de gebeurtenissen van die dag en proberen zich ieder detail te herinneren, alsof ze zoeken naar het moment waarop alles misging.

foto: Annette Kamerich
foto: Annette Kamerich

Grip van Willem de Vlam gaat over de laatste ontmoeting tussen de architect en diens opdrachtgever, de manager. Nu het gebouw af is en de klus geklaard, zullen zij elkaar niet meer zien en waarschijnlijk al snel vergeten zijn. Een uitgelezen avond dus om, met veel bier en sigaretten, elkaar de nodige ontboezemingen over dromen en teleurstellingen te doen. In tegenstelling tot de andere drie teksten binnen Gastschrijvers hanteert De Vlam in zijn tekst een wat klassiekere vorm. Grip toont een dramatisch conflict in realistisch geschreven taal en dat conflict wordt met behoud van de vierde wand voor ons uitgespeeld. Conflict is daarbij een groot woord. Nergens wordt echt duidelijk voelbaar wat deze twee mannen op deze laatste avond nou eigenlijk van elkaar willen. Grip is zeker boeiend om naar te kijken en kaart interessante thema’s aan, maar het raakt niet.

Gastschrijvers 2007 is een geslaagde editie. De teksten zijn, hoezeer ze ook van elkaar verschillen, goed geschreven en de presentaties laten de teksten goed uit de verf komen. Laten we hopen dat we nog veel van deze jonge schrijvers zien en horen. (Erica Smits)

Deel 1

Sinds 2003 organiseert Gasthuis Werkplaats en Theater ieder jaar Gastschrijvers, een project waarin beginnende toneelschrijvers ruimte en tijd krijgen om een nieuwe toneeltekst te schrijven. De deelnemers van dit jaar zijn Marjolein van Heemstra, Jibbe Willems, Hannah van Wieringen en Willem de Vlam. Wat Gastschrijvers zo bijzonder maakt is dat de teksten niet alleen geschreven worden en eens een keer voorgelezen worden, maar écht gepresenteerd worden. In een korte repetitieperiode van slechts een aantal weken, werken regisseurs en acteurs aan een enscenering van de toneeltekst. Daardoor wordt de presentatie een bijna ‘affe’ voorstelling.

foto: Annette Kamerich
foto: Annette Kamerich

De presentatie van de eerste twee teksten Reiger ex Machina van Hannah van Wieringen en Roest van Jibbe Willems vond afgelopen week plaats. In Reiger ex Machina zien we drie personages: een jongeman, een jongevrouw en een schrijver. Voor deze gelegenheid nam Marcus Azzini de regie op zich en worden de rollen gespeeld door Antonie Kamerling, Maria Kraakman en Kirsten Mulder. De jongen en het meisje ontmoeten elkaar op een terras. De schrijver zit een eindje verderop en lijkt het ofwel te observeren om inspiratie voor eigen werk op te doen ofwel ze ter plekke te verzinnen. Nooit wordt helemaal duidelijk of de personages hersenspinsels van deze schrijver zijn of niet. Dat komt mede doordat Van Wieringen in haar tekst steeds verwijst naar de werkelijkheid, namelijk dat we met z’n allen in een theater zitten. De tekst springt steeds van het fictieve verhaal naar de werkelijke situatie en weer terug. Dat maakt van Reiger ex Machina een humoristische voorstelling met veel vaart.

foto: Annette Kamerich
foto: Annette Kamerich

In Roest van Jibbe Willems, geregisseerd door Domien van der Meiren, is eenzelfde principe te zien. Jeroen de Man en An Hackelmans spelen een man en een vrouw die elkaar bij hem thuis ontmoeten. Twee onbekenden in een stad die hopen op een echte, romantische ontmoeting, maar de avond verloopt niet perfect. Ook in deze voorstelling wordt gewisseld tussen de werkelijke situatie en het fictieve verhaal. In dit geval lijkt die afwisseling voort te komen uit de speelstijl; de acteurs maken steeds contact met het publiek en leveren door de iets uitvergrote en humoristische speelstijl commentaar op de personages. (Erica Smits)