Theater
special: Finale Leids Cabaret Festival 2015

De kunst krijgt alle ruimte en biedt hoop op terugkeer sterk cabaret

De 37ste editie van het Leids Cabaret Festival heeft een terechte winnaar opgeleverd. Met Thijs van de Meeberg krijgt Nederland weer een cabaretier die het zo node heeft gemist. Nabil Aoulad Ayad en Tim Hartog werden respectievelijk tweede en derde. De drie finalisten verschilden in niveau en genre, maar toonden ook hun kracht en talent dat niet onopgemerkt mag blijven.

Ach, we kunnen het rijtje namen wel weer gaan opnoemen: Lebbis en Jansen, Najib Amhali, Micha Wertheim, Sanne Wallis de Vries en vorig jaar nog Tim Fransen. Allemaal eerdere winnaars van het Leids Cabaret Festival, dat een rijke traditie kent aan succesvolle cabaretiers die hier hun eerste stappen hebben gezet. Vanavond is het de beurt aan Tim Hartog, Thijs van de Meeberg en Nabil Aoulad Ayad, die op geheel eigen wijze eigenlijk dezelfde thematiek hebben aangehouden: de grillen van het jong zijn en ouder worden.

~

Timing
De eerste finalist, Tim Hartog (1986), is eigenlijk meer een stand-up comedian dan een cabaretier. Zonder decor presenteert hij zich als antiheld uit het Rotterdamse Charlois (Sjaarloos), door zichzelf op de hak te nemen omdat hij zich op een verjaardag – waar hij niemand kent – geen houding weet te geven. Ook op het podium mist hij de krachtige uitstraling om de zaal te overrompelen of op zijn minst te ontroeren. De ongemakkelijkheid is daarmee niet zijn kracht, maar pijnlijk genoeg zijn zwakte. Qua timing houdt het niet over en de grappen zijn niet bijster origineel. Teleurstellend, want hoewel hij al enige stappen heeft gemaakt (Cameretten, Comedy Factory, Amsterdams Studenten Cabaret Festival), lijkt zijn ontwikkeling maar niet door te zetten. In een onsamenhangend verhaal, dat blijkbaar ging over het behoeden van fouten en een beetje over aardig zijn tegen elkaar, praat hij de minuten vol. Echt overtuigend is het allemaal niet, ook al is de act over zijn boekhoudster nog het beste. Het is echter te weinig voor de winst.

~

Balans
Van finalist Nabil (1986) kunnen we alleen maar hopen dat het niet zo’n typische Marokkaans-Nederlandse cabaretier wordt. Helaas lijkt hij er, net als Najib Amhali in 1998, niet aan te ontkomen om zijn programma te voorzien van grappen die de verschillen tussen Marokkanen en Nederlanders nog maar eens blootleggen. Ondanks sterke imitaties op piano en een beatbox-stukje tussendoor weet Nabil helaas niet de verwachtingen waar te maken. Zo mist zijn act de balans in grapdichtheid (vooral in het middenstuk) en lijkt hij ook meer stand-up comedy dan cabaret te maken. Toch gaat hij het zeker redden en zal hij in de finalistentoer zijn programma kunnen aanscherpen, zodat het publiek hem langzaam maar zeker in de armen zal sluiten. Een tweede plek is alvast een goed begin voor de sympathieke Nabil.

~

Bravoure en sympathie
Dan Thijs van de Meeberg. Dat is even andere koek. Net als Tim Hartog een oud-student van de Koningstheateracademie, maar met veel meer bravoure en artistiek talent. Dat is vanaf de opening duidelijk: een decor van opgestapelde dozen, dat is op zich al spannend. Als Van de Meeberg (1988) dan ook nog eens onder die dozen vandaan in zijn zwembroek opkomt, met een sketch over watertrappelen, is het half uur echt begonnen. Zijn stijl is wel even wennen, aangezien hij mooie literaire volzinnen combineert met fysiek theater, terwijl hij ook goed het contact behoudt met de zaal. Met de minuut wint hij aan sympathie en weet hij de zaal mee te krijgen in zijn verhaal over dromen en doelen bereiken. Hij klinkt minder moralistisch dan Youp van ’t Hek en bovendien is het mooier verpakt. Wat opvalt is dat Van de Meeberg zich niet in een keurslijf laat drukken en volledig zijn eigen gang gaat. Geen platte clichés, maar subtiel verpakt in geestige anekdotes over voorleespassen van de bibliotheek en de Eindhovense dorpsgek Arnol Kox, die op het eind minder gek lijkt dan gedacht. Thijs van de Meeberg is een vrije geest die de zaal bespeelt alsof hij het al jaren doet. Het raakt aan surrealisme en dat is wel zo prettig in het overschot aan hapklaar cabaret vandaag de dag. Zijn centrale vraag: wat heb je aan kennis en kunde die je nu leert? ‘Dat is voor later’ wordt hem verteld. Maar nu het later is, heeft hij er niks aan. ‘Doe geen dingen waar je geen zin in hebt.’ Zo vallen alle ogenschijnlijk losse onderdelen op het eind schitterend in elkaar. ‘Ingenieus’, zo noemde de jury zijn programma Vleesgeworden. Met Thijs van de Meeberg keert de kunst terug in het hedendaagse cabaret, en ook nog met het nodige engagement. Met een goed impresariaat en een goede regisseur is Nederland weer een groot cabaretier rijker waar we hopelijk de komende jaren van kunnen gaan genieten. Van de Meeberg zet cabaret als kunstvorm weer op de kaart.