Afscheidstournee van een duivelskunstenaar
In haar boek Afscheidstournee beschrijft Vrouwkje Tuinman het bizarre leven van duivelskunstenaar en violist Paganini. Na diens dood zat zijn zoon met het lijk van zijn vader opgezadeld.
Het idee voor de roman ontstond toen de Utrechtse schrijfster voor een literair maandblad een reportage maakte over de vermaarde violist Niccolò Paganini (1782-1840), ’s werelds eerste grote muziekidool. Vanwege zijn losbandige levensstijl en een vermeend pact met de duivel wilde de katholieke kerk hem na zijn dood lange tijd niet begraven: “Van dat duistere imago had Paganini tijdens zijn leven aanvankelijk vooral voordeel: iedereen wilde hem zien optreden. Sommige bezoekers beweerden zelfs dat ze een duiveltje aan zijn arm zagen trekken om hem beter te laten spelen.” Want viool spelen kon Paganini als geen ander: Met zijn virtuoze spel inspireerde hij klassieke componisten als Liszt en Schubert, maar ook latere stuntgitaristen als Steve Vai en Joe Satriani.
Zoon
Tijdens het werken aan het artikel over de beruchte vioolspeler raakte Tuinman meer en meer in de ban van zijn zoon: “Hij was pas veertien jaar toen hij met dat object, het lijk van zijn vader, werd opgezadeld. Veel mensen proberen hun hele leven los te komen van hun ouders, maar hij zat er letterlijk mee.” Want wat hij ook probeert in het katholieke Italië (tot aan brieven aan de paus aan toe): een officiële begrafenis zit er niet in voor zijn wereldberoemde, maar door de kerk verketterde vader. Met als gevolg dat de zoon een groot deel van zijn leven in dienst stelt van het verbergen en conserveren van het dode lichaam van zijn vader.
Bijen
Een zoon dus die nooit uit de schaduw van zijn vader treedt, maar Tuinman vraagt zich af of dat wel zo erg is: “Waarom zou je dat ook moeten willen? Verder leidde hij een prima leven: hij woonde op een enorm landgoed, had een goed huwelijk en fijne kinderen.” Maar het feit dat hij altijd de zoon van zal blijven, en waarmee hij ook door iedereen tot in den treuren wordt geconfronteerd, gaat gaandeweg steeds meer aan hem knagen: “Hoe hij dat ervaart, heb ik proberen in te vullen.” Om zelf ook maar iets om handen te hebben, gaat de zoon fanatiek bijen houden: “Het boek is verder behoorlijk waarheidsgetrouw, maar dit heb ik erbij verzonnen. Ik vond het goed passen in het verhaal: die cyclus van leven en dood bij de bijen.”
Rituelen
Niet voor het eerst schrijft Tuinman over het verscheiden: “Rituelen en gebruiken rondom de dood interesseren me al veel langer ja. En dit is een uniek en absurd voorbeeld.” Het gedrag van Paganini’s zoon kan ze niet verklaren: “Ik ben op dat landgoed geweest en begrijp niet waarom hij het lichaam van zijn vader niet gewoon daar heeft begraven. Waarom doen mensen zoals ze doen?”