Wooden Saints: “Groter klein zijn”
.
De aftrap op het Jupiler stage wordt verzorgd door het tienkoppige Wooden Saints. Hoewel ze het podium al aardig vullen, is dit slechts een selectie uit de musici waarmee initiatiefnemers Arjen de Bock (GEM, The Black Atlantic) en Viktor van Woudenberg (Bettie Seveert, hebben gewerkt in de aanloop naar het debuutalbum I know why your house is on fire. Dat het concept om zoveel muzikanten aan een project mee te laten doen ook echt werkt, bewijst de alom geprezen plaat. Maar wat gebeurt er nu het open collectief op het podium steeds meer vaste vorm begint aan te nemen? Houdt het stand?
Ja, dat doet het. Wooden Saints bestaat namelijk uit stuk voor stuk goede instrumentalisten/zangers zodat het eigenlijk logisch is dat er constant instrumenten worden gerouleerd. Sterker nog, het is waarschijnlijk dé manier om alles eruit te halen wat erin zit. Tegen menig verwachting in weet Wooden Saints met tien man prachtige kleine, herfstachtige liedjes ter gehore te brengen, zoals de eerste en tevens titelsong van het album, die soms uitgroeien tot grootse geluiden als dat nodig is. Na afloop vertellen Viktor van Woudenberg en Tessa Douwstra (o.a. zang) over het verschil tussen groot en klein.
Met zoveel mensen, die ook nog steeds van instrument wisselen, en met kleine en grotere liedjes is het opstellen van de setlist vast geen sinecure…
T: Tijdens het bevrijdingsfestival hebben we wel een andere setlist geprobeerd, maar toen bleek dat de kleinere liedjes een beetje in het niet vielen. Als je die in het begin zet, zoals bij de clubtour, dan werkt dat heel goed. Je moet soms een beetje schijt hebben aan wat een festival nou wil. Het is spannend en lastig, maar wel heel leuk.
V: Het is wel wat wij doen. En dan is het misschien niet zo stoer om een heel klein liedje te spelen, maar wat boeit dat.T: Je maakt alles gewoon een beetje groter: Ik beweeg groter en roep wat groter.
V: Groter klein zijn dus.
De stap van het opnemen van het album met zoveel verschillende artiesten naar een live formatie van tien man lijkt me niet altijd even makkelijk. Hoe gaat dat proces in zijn werk?
V: Die twee gingen eigenlijk hand in hand. Van veel mensen die tijdens het opnemen aanwezig waren, was het ook logisch dat zij mee zouden doen op het podium. Op andere momenten moesten we meer kijken naar wat het arrangement nodig heeft en welke instrumenten daarbij passen.
Op momenten betekent het arrangement, dat vaak klein blijft, dat een deel van de mensen op het podium iets uit het ‘klein slagwerk’ toebedeeld krijgt. Tijdens het optreden zie ik een fles met zand zeker vijf paar handen passeren terwijl Daniël van Loenen geduldig wacht tot hij zijn trombone weer mag laten horen. Andere partijen worden verdubbeld, of iemand zingt er nog een stem bij. Toch is er geen spoortje van afgunst te bekennen en uiteindelijk krijgt iedereen zijn moment.
Hoe houd je de arrangementen klein en tegelijkertijd iedereen tevreden?
T: Iedereen is blij met zijn kleine rol, het is gewoon niet zo erg als je alleen een tamboerijn speelt. Daarbij hebben we solo momenten afgesproken, maar het is niet zo dat iemand dat uit het niets pakt. En als dat wel gebeurt vinden we dat alleen maar te gek en spontaan
V: Het is ook belangrijk dat je je bewust bent van jouw rol in het geheel, ook op het moment dat je niet speelt. Dat gebeurt bij ons natuurlijk regelmatig. Wat ik als drummer heel erg merk is dat ik het echt een feest vind om met een andere drummer op het podium te zitten en dat hij dan ineens een fill anders begint. Op die manier ontstaat er in het moment van alles. Het is ook belangrijk dat je elkaar daarmee een beetje blijft verrassen. Op het moment dat de functie van jouw partij duidelijk is, kun je binnen die kaders kun je oneindig veel kanten op.
V: We hebben een aantal ingrediënten in onze muziek die we over willen brengen. Ten eerste hebben we heel grote dynamische verschillen: we hebben hele kleine nummers en nummers die best wel luid zijn. Dus daar moet je rekening mee houden. Op dit moment hebben we ook drie lead-zangers in de band, die we dan vrij snel in de set willen introduceren. Dus de setlist is daar een resultaat van.
Zelf werd de formatie in rap tempo een grote naam met oeen clubtour en optredens op Noorderslag, Oerol, de bevrijdingsfestivals en nu Parkpop. Hoe voelt dat, en hoe groeit het verder?
T: Het voelt gek genoeg wel logisch dat de volgende stap steeds groter is. Het heeft wel een vliegende start gemaakt, uit het niets is het overal goed terecht gekomen, maar daar werken we ook heel hard voor.
V: We zien ook dat die groei er is, maar het gaat niet zo hard dat we het niet kunnen bijbenen. We hebben nu in elk geval de ervaring en komen beter beslagen ten ijs. Zo kun je steeds een beetje doorbouwen. Er wordt gefluisterd van een buitenlands avontuur in Amerika en we beginnen binnenkort aan een nieuwe plaat, daar gaan we ons de komende tijd op focussen. Nu gaan we in een heel vroeg stadium al met de hele band of gedeeltes ervan samen dingen maken. Op die manier wordt het dan coherenter en ook wat dieper. Nu is het soms zo dat bijvoorbeeld Chris (Kok), die een hele goeie zanger is, bij ons steeds liedjes van een ander aan het zingen is. Als je die stap kunt maken wordt het meer van iedereen en dan krijg je meer diepgang.
En met die belofte laat ik Wooden Saints achter…