Braaf maar charmant
.
Dapper moet je in Nederland zijn om in augustus een festival te organiseren. Het is de maand die door de weergoden lijkt te zijn uitgeroepen tot strijdtoneel der elementen. Toch had de organisatie van The Brave geluk. Na korte perioden van regen brak de zon toch nog door. Die wisselvalligheid paste op momenten ook goed bij de sfeer van de muziek.
The Brave is gesitueerd op een strategische plek tussen Haarlem en Amsterdam, bij de tuinen van West. De insteek is toegankelijke folk, altcountry en Americana van beginnende of nog relatief onbekende bandjes. Nufolk-nimfen en bebaarde Americana-saters waren massaal uitgetrokken naar de groene velden van het festivalterrein. Daar stonden twee tenten en een groot buitenpodium hen op te wachten. De geringe eetkraampjes lieten nog wel wat te wensen over en stroomden dan ook al snel vol. Qua leeftijd was het een gemêleerd publiek, met hier en daar wat kinderen. Een folkfestival is nu eenmaal een rustige aangelegenheid in vergelijking met al die dance- en rockfestivals; ideaal voor hele gezinnen die gezamenlijk op kunnen gaan in relaxtere klanken.
Ingetogen duo & pretfolk
Man-vrouwduo Rue Royale wist op het grote buitenpodium een mooie en ingetogen sfeer neer te zetten. Rustige, melancholische nummers met hier en daar een duister randje in de Americana-traditie van Low en Midlake. Het paar kan putten uit een rijk repertoire — ze zijn al sinds 2007 actief — met nummers als het mooie ‘Set out to Discover’.
Het weer sloeg tijdens het optreden een paar keer om. Een milde regenbui maakt weer plaats voor zonnestralen door de wolken heen. Het paste perfect bij het tempo van de liedjes die schipperden tussen treurig en troostend. Daarna ging het er vrolijker aan toe met het Nederlandse Town of Saints, dat het publiek trakteerde op pretfolk met een sterk Amerikaanse vibe. Leuk en spontaan, maar niet erg verrassend.
Van folk naar alternatieve pop
Minder folky was de programmering in de tenten. Het Duitse duo Sea + Air gaf een intiem optreden in een geïmproviseerde tent op de picknickheuvel. De band heeft een alternatieve, poppy sound die vooral opvalt door de hoge stem van zanger Daniel Benjamin. Een goed voorbeeld is het nummer ‘Heart of the Rainbow’, dat extra apart klinkt door de toevoeging van een klavecimbel.
Het Australische Lowlakes had met zijn volle en grootse sound iets weg van Wild Beasts en Future Islands. Zanger Tom Snowdon vulde de nummers perfect aan met zijn melancholische stem en hoge uithalen à la Antony Hegarty. Lowlakes heeft een grootstedelijk geluid dat niet alleen folky klinkt, maar ook invloeden kent uit de synthpop en de shoegaze. De band had daarmee perfect op het grote podium kunnen staan, waar bepaalde nummers beter tot hun recht waren gekomen in de weidsheid van de tuinen van West. Een intieme ervaring was het wel, mede door de vreemde dansbewegingen die Snowdon maakt als hij opgaat in zijn eigen muziek.
Crowdpleaser als afsluiter
De grote afsluiter was mainliner Dotan, die in korte tijd een nummer 1-hit heeft gescoord met ‘Home’. Zijn sympathieke maar onverrassende mix van folk en pop was aanstekelijk en vormde een mooie afsluiter van het festival. Het feest ging daarna echter nog tot laat door met kampvuur-optredens van verschillende artiesten. Helaas waren de weergoden toen wat slechter gestemd.
Al met al is The Brave niet zozeer dapper, maar vooral braaf en charmant. Op sommige momenten miste je wel wat muzikale variatie, gezien het doorgaans lage tempo van de muziek. Luistermuziek voerde de boventoon in plaats van muziek waar je op kan dansen of rocken. Het concept zorgt echter wel weer voor afwisseling in het gehele Amsterdamse festivalaanbod, en het publiek was enthousiast en tevreden. Laat die nieuwe festivals dus maar komen!