Muziek / Achtergrond
special: Lou Reed: zijn drie beste albums

Lou Reed: zijn drie beste albums

“Als ik wist wat een perfecte dag was, had ik dit nummer nooit geschreven,” luidde de reactie van Lou Reed op een vraag van Jools Holland een jaar of tien geleden. Het fragment typeert Lou Reed en was te zien bij ‘Later with … Jools Holland’, dat uiteraard stilstond bij het overlijden van de muzikale gigant.

Behalve wegbereider voor veel alternatieve rockbands was Lou Reed een scherpzinnig en  – ondanks zijn beruchte nurksheid –  ook humoristisch man, zo bleek nog eens uit de docu over Transformer die na zijn dood op meerdere zenders werd herhaald.

Bij het samenstellen van een Spotify-playlist kwam ik uiteindelijk tot 71 nummers, toevalligerwijs ook de leeftijd waarop hij overleed. De drie albums die ik koester, zijn The Velvet Underground & Nico(1967), Transformer (1972) en New York (1989).

‘The Velvet Underground & Nico’
De ‘bananenelpee’ klinkt bij het herluisteren nog net zo dwingend en (bij vlagen)huiveringwekkend als toen ik ‘m voor de eerste keer hoorde. Ik was toen een jaar of zestien: een leeftijd waarop het prettig zwelgen was in het duistere universum van Reed en consorten. ‘Venus in Furs’, met Reeds aartsdonkere stem, de krassende viool van John Cale en het monotone gitaargejengel: ik vond het geweldig.

Hoewel er ook enkele redelijk conventionele nummers op de plaat staan (‘Run Run Run’, ‘There She Goes Again’), gaf The Velvet Underground met dit album de brave jaren zestig een artistieke schop onder de kont. De opening met ‘Sunday Morning’ is bedrieglijk lieflijk, maar het venijnige ‘I’m Waiting For The Man’, met die dreunende piano aan het eind, is al een stukje minder braaf. Nico’s donker-romantische stem in ‘Femme Fatale’ vond ik als puber wonderschoon, nu bekoort haar timbre me minder. Het akelige ‘Heroin’, met opnieuw die raspende viool en dreinende gitaar, is een van de hoogtepunten van het album. In het schier eindeloze ‘European Son’ slaat de experimenteerdrift van de band een beetje door.

The Velvet Underground & Nico is ook nu nog een gedreven en weerbarstige plaat die je soms de stuipen op het lijf jaagt. En muziek die ontregelt is vaak de beste.


‘Transformer’
Op Transformer, dat een jaar of zes later verscheen, toont Lou Reed zich van zijn meer toegankelijke kant. Hoewel hij het zelf niet als zijn beste album beschouwde, bracht het hem wel de roem waarop hij hoopte toen hij de hulp van David Bowie inschakelde. Bowies inbreng op Transformer is groter dan ik ooit heb beseft: niet alleen is het door hem geproduceerd en verleent hij vocale steun in enkele songs; nummers als ‘Satellite of Love’, ‘Andy’s Chest’ en  ‘Vicious’ ademen bovendien sterk zijn sound van toen: die van pathos en glamrock.

Transformer is ook een van Reeds meest gevarieerde albums: van de fijne rocksongs ‘Vicious’, ‘Hanging Around’ en ‘I’m So Free’, het ingetogen, fraaie ‘Make Up’ tot de lijzige, hilarische dixieland van ‘Goodnight Ladies’. Humor klinkt ook door in het ultrakorte ‘New York Telephone Conversation’. Invloeden uit de jazz zijn alom aanwezig. En Transformer beschikt natuurlijk over Reeds bekendste (en betere) nummers ‘Walk On The Wild Side’ en ‘Perfect Day’. Het contrast met het rauwe, nietsontziende werk van The Velvet Underground is aanzienlijk en de productie is aan de pompeuze kant, maar ‘Transformer’ is en blijft een prachtalbum.

 


‘New York’
Zijn beste album vind ik New York, waarop Lou Reed  – soms fel en verbeten, soms ontspannen keuvelend –  zijn (politiek getinte) verhaal doet, in basale, gitaargedreven songs. De begeleiding is kurkdroog, maar elke slag of klap is raak; variërend van ouderwets rockend (‘Romeo Had Juliette’) tot subtiel, zoals in het schitterende ‘Halloween Parade’. De jazz keert terug in ‘Beginning Of A Great Adventure’ en in ‘Sick Of You’ klinkt zelfs country door. Het eenvoudige, uit drie akkoorden opgebouwde ‘Dirty Blvd.’ werd een bescheiden hit. De productie van New York is (zeker in tegenstelling tot Transformer) sober en vormt, samen met de sterke songs en een beter dan ooit praatzingende Reed, de kracht van dit album, dat tot een van de beste aller tijden beschouwd mag worden.

 


P.S.
Om de een of andere reden is Berlin, het favoriete album van velen, nooit echt tot me doorgedrongen. Hoewel ik het titelnummer als een van zijn meest indrukwekkende liedjes beschouw, heb ik het album in zijn geheel altijd te barok en zwaarmoedig gevonden. Tijdens het terugluisteren besef ik dat ik het bij het verkeerde eind heb gehad: het album heeft eenzelfde zeggingskracht als The Velvet Underground & Nico,maar op een ander niveau. Bij The Velvet Underground & Nico lopen je de rillingen over de rug, bij Berlin (met name in ‘The Kids’) springen je de tranen in de ogen.