Speels op zoek naar de grenzen van de muziek
Gitarist zijn van de Red Hot Chili Peppers is blijkbaar geen full-time job. Of is, waarschijnlijker, niet bevredigend genoeg. In ieder geval niet voor John Frusciante, de geniale gek die zo productief is bij de Peppers. Frusciante heeft de drang om dingen te maken, om creativiteit te grijpen als het zich aandoet. Als je in een wereldband speelt zoals de Peppers dan neem je een plaat op, hoor je er tijden niet meer van terwijl het album wordt gemasterd, er zitten allerlei vingers aan zitten en pas dan, maanden en maanden later, ligt het album in de winkels. Voor Frusciante is dit niet genoeg.
Veel van de oude platen die Frusciante waardeert (onder andere van de Butthole Surfers, Velvet Undergroud en Van der Graaf Generator) zijn in kort tijdbestek opgenomen, iets wat tegenwoordig steeds minder voorkomt. Frusciante nam na het Peppers-album By The Way en zijn derde soloalbum en “big production” Shadows Collide With People even gas terug en speelde met vrienden nieuwe liedjes. De klik bleek snel gemaakt, de creativiteit nam een vlucht en voor ze er erg in hadden was er genoeg materiaal voor een album. Dit alles speelde in het voorjaar van 2004 en het bleek dat er in zes maanden tijd materiaal was voor zes albums die dan ook allemaal, ongeveer één per maand, worden uitgebracht.
Muziekindustrie
Frusciante heeft een gecompliceerde verhouding met de wereld van de platenindustrie. Dat bleek al in 1992 toen hij – midden in een tournee, op het hoogtepunt van het succes van de Peppers – uit de band stapte. Hij kwam terug met zijn eerste soloplaat Niandra LaDes and Usually Just a T-Shirt. Regelmatig klonk de gitaar vals en Frusciante krijste het eruit. Toen de VPRO hem kort daarop opzocht bleek hij hevig aan de heroïne te zijn. In 1997 bracht hij Smile From The Streets You Hold uit, op Rick Rubins piepkleine label Birdman. Dit album is nog meer doordrenkt van opiaten en Frusciante heeft – zoals hij later heeft toegegeven – dit album alleen uitgebracht om wat geld te verdienen.Nadat hij is afgekickt en wederom is opgenomen bij de Peppers brengt hij To Record Only Water For Ten Days uit. Het is zijn eerste album los van verdovende middelen en dat maakt het meteen een stuk transparanter. Hoewel de zang nog steeds een beetje pijn doet is de communis opinio dat het hier een geweldig album betreft.
Eigen Weg
Het duurde eventjes, maar daar was dit voorjaar ineens de opvolger van To Record: Shadows Collide with People. Om deze plaat kan toch echt niemand meer heen. Waar veel mensen een beetje Peppers-moe worden is dit het bewijs dat Frusciante veel meer in zijn mars heeft en dat hij zich in de Peppers vooral beperkt. Frusciante wilde met dit album nu eens afrekenen met de kritieken op zijn oudere werk dat het gefreak, ontluisterbaar en fucked-up is. Hij trekt alle registers open, huurt een legerje mensen in en vraagt diverse gastmuzikanten om mee te spelen. Oftewel; hij maakt een “grote productie”. Op dit album klinkt alles zoals hij het in eerste instantie in zijn hoofd had. Door de studio tot in de kleinste hoekjes te gebruiken en de juiste mensen achter de knoppen te zetten zijn alle vergissingen weggepoetst. Zoals gezegd mag het resultaat er absoluut wezen, maar Frusciante heeft naar eigen zeggen vooral iets geleerd: juist fouten kunnen een album interessant maken. Hij keert zich af van het idee van perfectie en verwelkomt de imperfectie en het onbedoelde. Zodoende werkt hij sneller en grijpt hij de creatieve momenten wanneer die zich aandoen.Toevalligheid
Eigenlijk speelt toevalligheid een grote rol in deze hele onderneming. De eerste plaat van de zesdelige serie, The Will To Death, was de vrucht van de samenwerking met vriend Josh Klinghoffer, die op bijna alle albums van de serie partner in crime is. Het loslaten van de overgeorganiseerdheid heeft geleid tot een erg spannend album dat ook 8WEEKLY niet is ontgaan. Toen nog moesten we concluderen dat het een prachtig album was maar dat het de vraag bleef of Frusciante genoeg diversiteit heeft om zes platen te maken die niet allemaal op elkaar gaan lijken. Na The Will To Death zijn er alweer twee albums verschenen: één onder de naam Ataxia, Automatic Writing, en één onder eigen naam; DC EP. Een mooi moment dus om te kijken hoe Frusciante ervoor staat.
Ataxia
Frusciante speelde een paar (kleine) optredens met Josh Klinghoffer en voor een aantal vroegen ze Fugazi-bassist Joe Lally om mee te spelen. Dit bleek zo’n chemie op te leveren dat ze zich gedwongen zagen een paar nummers te schrijven. Het drietal was dermate overtuigd van de kwaliteit van hun eigen werk dat ze besloten het uit te brengen onder de naam Ataxia. Dit album is meer dan The Will to Death verassend in die zin dat het iets geheel anders is dan het oeuvre van Frusciante. De credits voor de vijf (lange) nummers gaan naar alle drie de muziekanten dus moeten we het idee van een soloplaat laten varen. Frusciante cijfert zichzelf op dit album zelfs vrij veel weg en laat ruimte voor de losse drums van multi-instrumentalist Klinghoffer en vooral de repeterende groovy bas van Lally. Frusciante beperkt zich tot scheuren en beuken met de gitaar om dan ineens zachtjes noten uit de snaren te halen. Het levert een extatisch geheel op. De opener Dust doet precies dit en laat de luisteraar na acht en een halve minuut verbijsterd achter. Het eropvolgende Another begint ingetogen met een losse drum. Dan valt de bas erin die zoals nu blijkt een prominente rol speelt. Frusciante beperkt zich tot het produceren van bliepjes en klinkt nogal desolaat. Another is wat toegankelijker dan de opener, die erg zwaar en overdonderend is. Maar na anderhalve minuut worden de vocalen door de synthesizer getrokken en beginnen een hallucinerend effect aan te nemen, versterkt door de onbegrijpelijke tekst. Het is alsof je naar een baby luistert. De gitaar begint af en toe te janken alsof het hier stadionrock betreft om even snel weer terug te keren naar subtiel gepriegel.Het meer dan tien minuten durende Addition zet de tendens van stadionrock door, compleet met Hammond-orgel-achtige geluiden. Sowieso is het hele album doordrenkt met geluidjes uit de synthesizer en worden de instrumenten vervormd, behandeld en mishandeld. Addition ragt maar door zonder veel te veranderen en misschien dat op dit nummer het extatische een tikje doorslaat. Maar dat wordt dan weer gecompenseerd door het schitterende Montreal (gezongen door Lally). Dit nummer heeft een intense melancholie over zich. De bas is de basis; simpel, langzaam en repeterend. De drum is losjes en afwisselend en de gitaar snel en freaky, een beetje zoals op het Peppers-nummer Emmit Remmus. “Going to Montreal. Never had a clue. No I never had a clue.” Dan wordt het stiller en stiller en eindigt het album met de feedback van de gitaar.
DC EP
Van Frusciante weet je dat je veel kunt verwachten. Op alle albums (hier alleen even de cleane) staat wel een prachtig nummer dat meteen al ontroert. Op Shadows was dat Song to Sing When I’m Lonely, op The Will to Death een stuk of vier liedjes en op To Record Away & Anywhere en Fallout. Zulke pareltjes hoef je op het album van Ataxia niet te verwachten. Hier staat het experiment en de jam voorop in lange, uitgesponnen stukken. De collaborateurs van Ataxia geven improvisatie weer tanden en kloten. Van Ataxia mogen we nog een plaat verwachten. De helft van het materiaal is op Automatic Writing verzameld, de andere helft zal eind van het jaar uitkomen. Ondertussen krijgen we weer Frusciante solo voor de kiezen. Ditmaal een EP opgenomen in Washington DC. Vier nummers, vijftien minuten.Frusciante heeft het album opgenomen in de studio waar ook Fugazi vaak werkt en de drums worden op deze EP bespeeld door technicus Jerry Busher. De vier nummers op deze plaat zijn geheel anders dan op de voorgangers. Eerder zocht hij op zijn albums altijd het experiment, door rare geluiden, aparte structuren of juist stilte – zoals op het nummer The Will to Death, dat zo intens is dat je er stil van wordt. Met DC EP heeft Frusciante een (bijna) normaal album gemaakt dat over is voor je er erg in hebt. Voor het eerst levert Frusciante een plaat af waarbij ik het niet heel erg vind als iemand er even doorheen praat. Het mag maar heel even, maar toch. Om de één of andere reden doet het album me denken aan Neil Youngs On The Beach. Voor het eerst sinds lange tijd gebruikt Frusciante geen synthesizers. Dat is de sfeer van dit album, het is lekker eerlijk, vertrouwd en zondagmiddagachtig. En dan op een goede manier. Het lijkt erop dat Frusciante nu eens een paar normale liedjes wilde schrijven en dat is hem gelukt. We hoeven gelukkig niet lang te wachten op de volgende langspeler van Frusciante.