Mietjes in Nederland, goden in Japan
Begin jaren negentig waren twee artiesten kortstondig bekend in Nederland. Robby Valentine haalde voor zijn titelloze debuutalbum een recordbudget binnen en zijn goede vriend Valensia scoorde een hit met het nummer Gaia. Daarna werd het stil in Nederland tot afgelopen maand Valensia in Nederland een Queen tribute-CD uitbracht. Hij vertelde in een radiointerview bij Giel Beelen op 3FM dat hij miljonair is geworden (maar niet meer is) door het uitbrengen van plaatjes in Japan. Hij bracht als de band V samen met Robby Valentine zelfs twee CD’s in het Aziatische land uit. De vraag doemt dan op wat er zo wezenlijk anders is aan Japan dat deze mannen daar nauwelijks over straat kunnen, terwijl ze hier in Nederland al helemaal vergeten zijn.
Een klein aantal fans zijn in Nederland de twee artiesten echter nog niet vergeten. Zij bestellen elke keer voor een vermogen de albums die in Japan verschijnen. Ook is er een mailinglist van Yahoo waar een handjevol fans van Valensia discussieert over elke nieuwe versie die er uitkomt van de albums van de Nederlander. Geen detail uit de layout blijft onbesproken. 8WEEKLY volgde die discussies een tijd en sprak met de grootste fans van de twee mannen.
Individuele wil
Om een inzicht te krijgen in het verschil tussen Nederland en Japan spraken we met Dick van de Putte (van het instituut voor Japankunde Erasmus Universiteit Rotterdam). Hij zegt hierover dat “de Japanse cultuur gebaseerd is op de Confucianistische filosofie, die het accent legt op de mens als sociaal wezen. Dit verklaart ook het grote respect voor hiërarchie in Japan. Ondanks dat individualisering ook in Japan een rol speelt heerst er nog steeds een cultuur waar het ’tussenmenselijke’ niet ten koste mag gaan van de ‘individuele wil’.” Volgens Van de Putte wordt de muziek door Japanners daarom ook eerder als iets gezamenlijk ervaren. Japanners zitten bijvoorbeeld vaak samen te zingen: “zingen dus als conflictvermijdend gedrag”.Kort door de bocht kun je dus stellen dan Japanners minder snel geneigd zullen zijn om zich extrovert te gedragen. Dit in tegenstelling tot Valentine en Valensia, die juist een heel extreem uiterlijk hebben.
Prince of Michael Jackson
De Japanse muziekindustrie is daardoor ook heel anders dan die in Europa. Silvana Breur (voormalig voorzitter van de Robby Valentine Fanclub) merkt hierover op dat “alles wat rockt en lang haar heeft en uit het westen komt” erg populair is in Japan. Ook vertelt ze dat veel Japanse CD’s ook als collector’s item in de rest van de wereld worden verkocht, waardoor de markt van Japan groter is dan puur de eilandengroep zelf.
Valensia zelf zegt in de Nieuwe Revu van 18 juni 2004 cynisch dat: “ik lang haar had en veel make-up, en daar werd dat veel meer geaccepteerd. In Japan zagen ze me echt als een grote rockster in de categorie Prince of Michael Jackson.” Sonja ten Hoonte (webmaster van valensia.com) voegt hier aan toe dat er “niet zoveel symfonische muziek wordt gemaakt door Japanse artiesten. Japanse muziek is redelijk één-laags, dus liefhebbers van symfonische muziek zullen daar al snel hun blik op het buitenland richten”. De Japanse fan Reiko Shi merkt hierover op dat muziek hem aantrekt vanwege “de mooie melodie, de mooie stem en koortjes en de regelmatige veranderingen van toonsoort die je niet verwacht”.
Het succes in Japan is dus zowel te verklaren aan de hand van het imago (lang haar en make-up) als de bombastische muziek, die in schril contrast staat met de traditionele Japanse muziek.
De man van het hoesje
Naast de vraag waarom het tweetal succesvol is in Japan kun je je tevens afvragen waarom het Valentine en Valensia niet gelukt is om in Nederland succesvol te zijn. Fans wijten dit aan een gebrek aan promotie voor de albums van de heren. Zo zegt Freddie van ter Beek (fan van Robby Valentine) dat “Robby in zijn beginjaren niet had moeten vertellen dat hij Queenfan is en door Queen geïnspireerd is. Helaas was dat juist voeding voor de pers om hem af te kraken.”
Ook liet de promotie te wensen over, zegt Sonja ten Hoonte: “Na het debuut werd het stil en ik – als fan – kwam er pas een maand na de release van zijn tweede cd achter dat die al uit was (terwijl ik elke week de platenzaken afliep)”. Ook Valensia zelf denk dat vooral het gebrek aan promotie hem de das om heeft gedaan, zo zegt hij in het Brabants Dagblad van 15 juni 2004: “Ik botste gigantisch met de ontwerper van het hoesje. Hij vond dat iets niet kon wat ik wilde. Ik ben gewoon naar mijn manager bij de platenmaatschappij gestapt en toen kon het wel. Maar mijn mannetje bij Universal vertrok. En wie werd zijn opvolger: ja, de man van het hoesje.”
Doe maar gewoon
Het floppen in Nederland van de beide artiesten hangt dus samen met een gebrek aan promotie, maar ook zeker met een imago dat te wensen over laat. Waar Silvana Breur aangeeft dat in Japan “alles wat rockt en lang haar heeft en uit het westen komt” erg populair is lijkt dit in Nederland juist niet het geval te zijn. De hele uitstraling met het lange haar en de make-up slaat niet aan. Ook de muziek met de bijna vrouwelijke stem en de bombastische begeleiding van synthesizers en gitaren is voor Nederland veel te expressief. In ons land heerst eerder een sfeer van ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’.In juni is in de Benelux de CD Queen tribute bij platenmaatschappij V2 verschenen. Ook de single Man from Manhattan is inmiddels gereleased, maar is nog niet hoog in de hitlijsten beland. Het lijkt alsof Nederland ook dit keer ondanks de goede promo van V2 weer niet wil gaan voor de langharige muzikant. Valensia zal er niet onder lijden. Binnenkort verhuist hij van Spanje naar Los Angeles waar hij wil gaan werken aan een nieuw album met Robby Valentine en ook een nieuw soloalbum. Zijn muziek verkoopt dan in Nederland niet goed, Japan blijft gevoelig voor de man uit Waalwijk, en daar zal hij er voorlopig nog goed van kunnen leven.