Oud en nieuw in balans
.
Warmdraaien
James Blake niet, natuurlijk. Hij boeit wel, maar is niet de klapper waar iedereen op hoopte: van zijn eigen Spartaanse techsoul via D’Angelo naar volvet baswerk, van hard naar zacht, het is of hij wat warmdraait voor zijn liveset begin april in dezelfde zaal. Al met al een wat rommelige, maar boeiende set van een echte liefhebber; en misschien is dat authentieke van Blake nog wel het bijzonderst in dubland. Zijn kompanen die avond lijken toch vooral bezig het publiek te pleasen, met Skream als extreme uitschieter. De rauwheid doet anders vermoeden, maar eigenlijk maakt hij een medley van populaire plaatjes, gericht op maximaal effect. Een deel van het publiek smult er van, een deel loopt teleurgesteld weg.
2Many DJs doen op donderdag eigenlijk hetzelfde, zij het wat meer tongue-in-cheek. Ze hebben hun protegés duidelijk geïnstrueerd om de beuk er alvast in te gooien, en als de Dewaeles het stokje overnemen van Paul Chambers is er al geen droge oksel meer te vinden. De formule werkt nog altijd: binnen een paar minuten zet 2Many DJs de zaal op zijn kop met hun mix van houseklassiekers en technokrakers. In de Melkweg meer ingetogenheid, waar John Roberts degelijk draait en voor de rustige nummers van zijn laatste plaat kiest; alsof hij zich realiseert dat het publiek zijn energie nog even reserveert voor wat gaat komen. Al met al een gemiste kans. Isolée durft wat meer werk te maken van zijn laatste album en levert een dansbare puike set. Ellen Allien doet gewoon wat ze moet doen, en dat is de zaal twee uur lang boeien met haar soulvolle minimal. Keurig, professioneel, niets op aan te merken.Geprikkelde fantasie
Crystal Fighters krijgt zoals verwacht ook Paradiso aan zijn voeten, met een uitbundige mash-up van flamenco en zomers opgewekte housebeats, een leuke vinding en erg goed gebracht. Of ze volgend jaar nog succesvol zijn is de vraag, maar reken er op dat je ze komend festivalseizoen gaat tegenkomen. De complexe ‘luisterdance’ die op woensdag in Paradiso is te horen heeft vermoedelijk een langere houdbaarheidsdatum, al is het maar omdat de fantasie zo lekker geprikkeld wordt. Gold Panda springt er uit en blijft drie kwartier spannend; hij vormt precies het juiste midden tussen al te abstracte acts als Teebs enerzijds en de wat behoudende Matthew Dear en Caribou anderzijds.Ook op zondag valt op hoe nieuw en oud elkaar in balans houden. Waar Siriusmo en Kyle Hall het publiek verwennen met speelse en pakkende cross-overs, leveren Apparat en Modeselektor hun zeer degelijke, maar enigszins bekende werk. De zogenaamde vaandeldragers doen deze vijfdaagse datgene wat van ze wordt verwacht en zorgen stuk voor stuk voor een echte finale van ‘hun’ clubavond. Het experimenteren en prikkelen wordt aan de ‘nieuwe lichting’ overgelaten, en juist hun bijdrage verbindt de reeks goede clubavonden tot een festival. Een groot compliment aan de organisatie dat ze die balans zo goed hebben weten te treffen.