It all started with a big bang
.
In den beginne was er… muziek! Althans, de achter-achter-achter-achter-kleinzoon van Adam bleek de stamvader ‘van allen die op de lier of de fluit speelden’. Maar van wie hij dat had geleerd wordt niet duidelijk. Wie gaf de mensch zijn muziek? Het zou in elk geval een gewaagde ouverture zijn als de muziek zijn intrede deed met een Big Bang…
Muziek is misschien wel een van de meest bijzondere eigenschappen van de mens. Verspreid over alle tijden en volken, vluchtig als de tijd zelf, maar toch vol van herinnering en voor velen een onverklaarbare dagelijkse behoefte. Maar hoe komt muziek aan die sterrenstatus? Wat is het nut van muziek waardoor de muzikale capaciteiten van de mens niet zijn verdwenen?
Darwin-Schmarwin
Natuurlijk waren anderen ons voor met deze redenatie. Zelfs Darwin himself trachtte het mysterie op te lossen. Gelukkig wist hij er een multiplechoicevraag van te maken. De keuzemogelijkheden zijn (lekker kort door de bocht) a. natuurlijke selectie of b. seksuele selectie. Aangezien ook vogels hun lief veroveren met gezang en alleen Orpheus wist te overleven door het maken van muziek, is het logisch om voor optie b. te gaan. Mensenmuzikanten zijn natuurlijk ook woest aantrekkelijk, maar hebben ze echt een streepje voor op de rest?
Anders dan bij andere dieren is er namelijk geen wezenlijk verschil in de manier waarop mannen en vrouwen zingen of muziek in hun hersenen verwerken. Er is dus geen sluitend bewijs dat muziek helpt bij de seksuele selectie van een partner. Zoals Darwin zelf ook al zei ‘As neither the enjoyment nor the capacity of producing musical notes are faculties of the least use to man in reference to his daily habits of life, they must be ranked amongst the most mysterious with which he is endowed.’Tussen de oren
Het mysterie zou eenvoudiger zijn opgelost als we de muziek konden traceren in de hersenen, als er een speciale muzikale hersenkwab zou bestaan die de mens als muzikale soort zou rechtvaardigen. Helaas, die is er niet. Gebleken is dat muziek in de hersenen een haast belachelijke hoeveelheid gebieden activeert. Elk onderdeel van muziek (toonhoogte, ritme, timbre, emotie, et cetera) wordt in een ander deel van de hersenen verwerkt. Het is pas voor te stellen hoe al die gebieden in je hoofd samenwerken als er iets misgaat.
Gezelligheid kent geen tijd
Als er geen specifiek muzikale hersenkwab is, zou het natuurlijk kunnen zijn dat onze hersenen tijdens een mensenleven om leren gaan met muziek net zoals we lezen, de verkeersregels en een bepaalde sociale etiquette aanleren. Is het dan niet de mens, maar de muziek die is geëvolueerd? Het zou natuurlijk kunnen zijn dat de eerste homo sapiens in Afrika al een soort bonte avonden hield met zang en dans. Met de verspreiding van de wijze mens namen ze de muziek gratis mee. En zoals mensen zich aanpassen aan hun omgeving, zal cultuur en daarmee muziek zich ook hebben geevoluëerd naar de veelheid aan muziek die er nu op de wereld bestaat.
Na de Tweede Wereldoorlog was de druk wel van de ketel om alles maar met de evolutietheorie te willen verklaren, en kwam er meer nadruk op de culturele en sociale aspecten van muziek. Pas tegen het einde van de eeuw laaide de biomuzikale discussie weer op nadat psycholoog Steven Pinker muziek had gedegradeerd tot ‘auditieve kwarktaart’; een heerlijk hapje om de functies van het brein die wél nut hebben te pleasen, waarvan het plezier dat je eraan beleeft het enige doel is. Want laten we eerlijk zijn, als de muziek morgen uitgaat, zou dat het einde van de mensheid betekenen? Misschien zouden we er in sommige gevallen zelfs dankbaar voor zijn.
Het poldermodel
In dezelfde tijd dat Pinker de knuppel in het hoenderhok smeet, werden er ook grote stappen gedaan binnen het neurologisch onderzoek. Met behulp van scans en het meten van de hersenactiviteit is gebleken dat muziek misschien geen specifiek hersengebied inneemt, maar dat muzikaliteit wel degelijk is aangeboren. Je kunt muzikaliteit vergelijken met het taalvermogen van de mens. Vrijwel ieder kind leert een taal voor zijn vierde verjaardag. Sommigen leren er een, maar je kunt kinderen ook met meerdere talen bekend maken zonder veel extra moeite. Als je op latere leeftijd een tweede taal wilt leren, is dat een stuk moeilijker.
Al met al een lastig vraagstuk met nog lastigere antwoorden. Want ook al weten we nu dat muziek zich op het biologische én het culturele vlak ontwikkelt, het werkelijke nut ervan is nog steeds niet bewezen. Het ene kamp vindt muziek niks waard, terwijl daar in het andere kamp duidelijk anders over wordt gedacht. Er wordt zelfs beweerd dat muzikaliteit en de wisselwerking die zij veroorzaakt in de hersenen een cruciale rol heeft gespeeld in de vorming van de wijsheid in de homo sapiens. Hoe je het ook wendt of keert, muzikaliteit is een van de meest bijzondere eigenschappen van de moderne mens.