Keuzes maken
Crossing Border is na drie jaar terug in Den Haag. Waar de bezoeker vorig jaar nog van de Amsterdamse Stadsschouwburg naar de Melkweg moest lopen, kon men nu de jassen laten hangen, omdat het programma de eerste drie dagen in zijn geheel plaatsvond in de Haagse Koninklijke Schouwburg. De Grote Kerk was de lokatie voor de laatste twee dagen. In dit verslag belichten we alleen het eerste deel van het programma.
The Flaming Lips |
Literatuur en andere kunstdisciplines hand in hand laten gaan. Dat is kortgezegd het doel van Crossing Border. Vandaar de grote verscheidenheid in het programma. Van een korte film tot een twee uur durende spoken word participation en van een Groots Opgezette Multimedia Spektakelshow tot een korte voordracht van Joost Zwagerman. Vele disciplines waren vertegenwoordigd.
‘Crossing the Borders’
In principe een goed concept. Het is alleen jammer dat het eigenlijk allemaal een beetje tegenviel met dat hand in hand gaan. Neem bijvoorbeeld het programma van het grote podium (Royal Room) op woensdag. Een korte film werd gevolgd door een voordracht van niemand minder dan Booker Prize winnaar DBC (Dirty But Clean) Pierre en zijn collega en vriend Dan Rhodes. Hoe gevat en oprecht Rhodes ook vertelde en hoe spannend DBC Pierre ook voorlas: bijna iedereen was gekomen voor het latere optreden van The Flaming Lips. Er zat zelfs een dronkelap in de zaal die tijdens de korte film al om ‘The Lips’ begon te roepen.
Dat je verschillende kunstvormen achter elkaar programmeert, wil nog niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk hand in hand met elkaar gaan. Misschien uit oogpunt van de programmeur en de artiesten wel, maar het publiek denkt daar wel eens anders over. En dan hebben we het toch wel over het meest intellectuele publiek van Nederland. Van dat hele ‘crossing the borders’ effect kwam dan ook niet zoveel terecht.
Woensdag: multimedia, feminisme, confetti en ballonnen
Bob Geldof |
Het programma van Crossing Border is zo uitgebreid dat je bij aanvang om acht uur al kunt kiezen uit vijf verschillende acts, waaronder Johnny Dowd, die in een verschrikkelijk hete zaal mooie bluesy liedjes speelde. Ook Harry en Gerry Arling begonnen al vroeg met hun Groots Opgezette Multimedia Spektakelshow. Op een groot scherm werden animatiefilmpjes geprojecteerd, die door de broers en hun band werden voorzien van muziek, wat resulteerde in een leuke show met veel mooie en ook veel oermelige momenten. Harry’s gortdroge diapresentatie à la Herman Finkers viel echter een beetje tegen.
Onlangs werd er op de publieke omroep nog een registratie uitgezonden van een debat dat in de jaren zeventig werd gevoerd door een aantal vooraanstaande feministen. Germaine Greer was met afstand de meest felle deelneemster. Nu in 2003 stond zij als eminent grise op Crossing Border. Er is echter niets veranderd. Greer doet nog net zo sarcastisch in de richting van het mannelijke geslacht als vroeger. Al lijkt ze nu meer een cabaretière dan een voorvechtster van het feminisme. Haar lezing over haar pas verschenen boek The Boy was onderhoudend, interessant en zat boordevol humor. Een interessant college van een gedreven gepensioneerde docente.
Die ene Flaming Lips-fan die zich zo ontzettend misdroeg, heeft zijn zin wel gekregen. Wayne Coyne en zijn in beestenpakken gehulde bandleden maakten van hun laatste show van de tournee een gedenkwaardige. Voor de mensen die niet zoveel interesse hadden in Lou Reeds vertelkunsten. The Lips stonden dit jaar al eerder in de Amsterdamse Melkweg waar zij een gelijksoortige show lieten zien. Inclusief ballonnen, confetti, handpoppetjes, nepbloed, draagbare rookmachines en bovenal natuurlijk fantastische muziek.
De band speelt eigenlijk alleen nog maar nummers van de laatste twee albums: The Soft Bulletin en Yoshimi Battles The Pink Robots. Wel wilde Coyne een uitzondering maken voor de culthit She Don’t Use Jelly, omdat hij het nog steeds een leuk nummer vindt en zich weigert af te keren van die ene grote hit zoals zoveel bands doen. Op de MTV Awards speelden The Flaming Lips een nummer getiteld The Golden Path samen met The Chemical Brothers. In Den Haag waren laatstgenoemden niet van de partij, wel was het nummer een absoluut hoogtepunt. Net als Seven Nation Army van The White Stripes, die gecoverd werd omdat The Lips ooit eens moesten invallen voor broer en zus White. De band en het publiek waren dolgelukkig, de baas van de schouwburg iets minder, want ze vinden daar over tien jaar nog confetti terug.
Donderdag: Hasselhoff, Avant-Garde, Rebus, nog meer Avant-Garde en Ierse Pub
Lee Ranaldo & The Master Musicians of Jajouka |
De donderdag bracht de volslagen absurde Strømbloque Phantasieën, gebaseerd op muziek van Schubert en de biografie van niemand minder dan David Hasselhoff. Onbegrijpelijk, maar heel erg de moeite waard, vooral door de – op een kleine zwembroek na – naakte figuranten. Ook oudgediende Holger Czukay deed het goed op het podium van the Royal Room. De man die bekend is geworden met de Keulse avantgarde-groep Can en daarmee al in 1969 een album uitbracht, stond als een wetenschapper in zijn laboratorium te zoeken naar de juiste opzwepende beats, samples en geluidjes. Wel moet gezegd worden dat dit soort muziek in deze tijd niet meer zo opzienbarend is. Wel erg goed.
Misdaadschrijver Ian Rankin, die een miljoenenpubliek aan zich wist te binden met zijn personage Rebus, beantwoordde de vragen van de interviewer als een volleerd entertainer. Hij gaf aan dat hij mensen, onder wie de bassist van Belle & Sebastian, liet betalen om in zijn romans voor te komen. Zo kreeg een prostituee de naam van een niet nader te vernoemen dame. Je moet het maar willen. De vaste lezers van Rankins misdaadromans hoeven niet te vrezen. De schrijver gaat nog wel even door met de serie. Het volgende deel verschijnt over niet al te lange tijd.
Lee Ranaldo, bekend als de gitarist van Sonic Youth, gaf donderdag een lezing onder meer over zijn ervaringen met de Master Musicians of Jajouka, met wie hij op vrijdag een van de interessantste optredens van het festival gaf. Schrijver Michel Faber was net als het publiek voor David Sylvian gekomen, maar wist de zaal toch stil te krijgen met zijn mooie vertelstem. Sylvian, die de grote naam van deze avond was, vond het tot irritatie van presentator Dimitri Verhulst niet nodig aangekondigd te worden. Dit gebrek aan gevoel voor humor blijkt ook naar voren te komen in zijn experimentele avantgardistische muziek. Voor de een enerverend, voor de ander slaapverwekkend.
Misschien stond de meest beroemde man echter wel te spelen in Guido’s Room. Bob Geldof, die we allemaal kennen als initiator van Live Aid en als voorman van Boomtown Rats, speelde ouderwetse Ierse folksongs. Goede band, maar wat Sir Bob nog toevoegt aan een festival als Crossing Border mag Joost weten. Het publiek koos dan ook en masse voor David Sylvian.
Kippenvel, Marokko, Paardekracht, Maarten en Solex
Tom McRae |
Tom McRae stond eerder dit jaar al een paar honderd meter verderop in het Theater aan het Spui tijdens The Music In My Head. Daar speelde hij een fantastische show met een flink aantal muzikanten. Op Crossing Border bestond de begeleiding alleen uit een toetsenist en een cellist. McRae zelf bespeelde de akoestische gitaar en zong de sterren van de hemel. Bloedmooi, net als een paar maanden geleden. Ook zijn zwartgallige humor mag er zijn.
De al eerder genoemde Master Musicians of Jajouka wisten het publiek te bezweren met hun Marokkaanse inheemse muziek. Lee Ranaldo stelde zich gedienstig op en was geenszins van plan om een grote rol voor zichzelf op te eisen. Af en toe volgde een kleine gitaaruitbarsting, maar de rest van het gepiel op de gitaar stond geheel in het teken van de door de Master Musicians ingeluide motieven en ritmes. Fantastisch om te zien en te horen.
‘Bezwerend’ is een woord dat vaak voor de muziek van 16 Horsepower wordt gebruikt. David Eugene Edwards en de zijnen deden wat zij meestal doen: de zaal helemaal platspelen. Met name de passages waarin Edwards zijn vermaarde slidegitaar bespeelt, waren als vanouds magisch. Het is prachtig een dergelijke passionele, expressieve band te zien optreden in een schouwburg. 16 Horsepower maakte als grote publiekstrekker de verwachtingen helemaal waar. Jammer voor Solex en het Maarten Altena Ensemble, die in een andere zaal met het project 1+1=11 hun opwachting maakten, dat overigens ook zeer de moeite waard was.
Verkeerde keuzes?
Net als ongetwijfeld veel niet genoemde optredens de moeite waard waren. Een festival is altijd een kwestie van kiezen. Met name op Crossing Border gebeurt in die vier uur per avond zo veel, dat je het risico loopt teveel te willen zien of gewoon de verkeerde gok te wagen. Een algemeen oordeel vellen over een dergelijk festival is dan ook vrijwel onmogelijk. Een ander heeft misschien een heel ander festival doorgemaakt. Ik werd echter zelden getroffen door het aangebodene. Het eigene van kunst is toch dat het bij wijze van spreken je geest verruimt en je waarnemingskaders verandert, om maar eens een wetenschappelijke term te gebruiken. Dat is slechts zelden gebeurd op deze editie van Crossing Border. Verkeerde keuzes of een minder goed programma? Ik zou het niet weten.