Een stapje hoger op de meta-ladder
Zeven schone kunsten. Zeven zonden. Zeven sacramenten. Zeven wereldwonderen. Of in het geval van Zandvliet, zeven stenen. Zeven momenten van samengebalde energie en concentratie. Seven Stones, zoals zijn nieuwe serie schilderijen heet, is het stralende middelpunt van Zandvliets tentoonstelling Stones & Sketches in De Pont.
Rode draad in het oeuvre van Robert Zandvliet (1970) is niet het afbeelden van een specifiek object, maar de zoektocht naar datgene wat onder de steeds veranderende verschijningsvorm van de dingen ligt, door hemzelf het archetype genoemd. Doordat Zandvliets schilderijen in verf gestolde zoektochten naar het archetype zijn, bevragen ze je als toeschouwer in hoe je kijkt, ziet en waarneemt, gelijk aan hoe de kunstenaar zichzelf bevraagt in het maakproces. In de serie Seven Stones (2013 – 2014) wordt deze archetypische zoektocht naar een nieuw niveau getild: niet langer lijkt de vraag te zijn wat de essentie van het ding is, maar wat de essentie is van het ding in het doek en van ding, doek en schilderij in relatie tot elkaar. Zandvliet klimt iets verder op de spreekwoordelijke ladder, het metaniveau wordt hoger: op zoek naar een energetisch samenvallen, een eeuwige vanzelfsprekendheid.
Referentiekaders
In de huidige museale context kun je haast niet om de informatie heen, tekstbordjes en hand-outs leiden ons een weg naar de motieven van de kunstenaar of de tijdgeest waarin deze werkzaam is. Zo weten we wat er aan Zandvliets Seven Stones ten grondslag ligt omdat het genoemd wordt in het persbericht en de kwartaalfolder van De Pont. Natuurlijk is het goed duiding te geven aan tentoonstellingen en werken. Maar het roept wel de vraag op of we zien wat we kennen en weten – een beamen dus – of dat we ook in staat zijn buiten dat kennen en weten te ervaren. Met betrekking tot het oeuvre van Zandvliet toepasselijke vragen: wat is perceptie, hoe neem je de dingen waar en hoe kun je de dingen waarnemen?
De tentoonstelling in De Pont geeft genoeg handvatten om met die vragen aan de slag te gaan. Want naast Seven Stones bestaat Stones & Sketches uit de 24 meter lange muurschildering One Hundred Views (2014) en wordt er, de titel van de tentoonstelling verwijst er al naar, voor het eerst Zandvliets werk op papier getoond. Zowel in de tekeningen als in de muurschildering zien we Zandvliets referentiekaders, archetypes en motieven terug. Het is alsof we delen van citaten teruglezen, waardoor je je als toeschouwer goed kunt verhouden tot de werken maar toch ook steeds met iets nieuws kennismaakt. Zo dienen de referentiekaders (of motieven, zo je wilt) van de schilder nu als referentiekaders voor de museumbezoeker. Ze vormen een manier van navigeren door de tentoonstelling.
Voorbeelden van motieven die je kunt ervaren zijn de cipressen in de muurschildering die je ook tegenkomt in de, op een aquarel van Turner uit 1841 geïnspireerde, schets Funeral at Lausanne. Evenals de achteruitkijkspiegel, veelvuldig motief in Zandvliets vroegere werk, die zowel in de schetsen als in de muurschildering terug te vinden is. Daarnaast zijn er in de tekeningen motieven te ontwaren die onder de noemer ‘zien wat je kent’ vallen. Dit zijn voornamelijk motieven die verwijzen naar oude meesters in de kunst. Zo zijn er meerdere studies van schedels, verwijzend naar Cézanne’s Pyramide de Crânes (1901). Een ander voorbeeld is de schets Am Genfersee die Zandvliet maakte als onderzoek naar het schilderij van de Zwitserse schilder Ferdinand Hodler uit 1909. Overigens blijven deze motieven overeind als de kunstgeschiedenis-component je ontgaat, dan verwijzen de motieven onderling naar elkaar: schedels naar schedels in andere schetsen. Idem dito voor het landschap.
Waar in de tekeningen en in One Hundred Views meerdere motieven bij elkaar komen, kenmerkt de serie Seven Stones zich juist door het isoleren van één motief: de steen. Zeven maal onderzoekt Zandvliet in acryl op linnen de energie die de steen met zich meebrengt. Of nu het komt door het heilige getal, het grote formaat van de doeken of de tactiele sensatie van de verf die bijna fluwelig aandoet: Seven Stones straalt zowel berusting als energie uit. Krachtig samengebracht op schilderslinnen.
Flirten met het kader
Het exposeren van tekeningen en schetsen brengt doorgaans nogal een risico met zich mee, namelijk dat de museumbezoeker het idee krijgt dat de tekeningen het uiteindelijke werk (en vice versa!) moeten legitimeren. De studie is dan interessant bij de gratie van het eindproduct of het eindproduct rekent teveel op bijval van de studies. Maar bij Stones & Sketches is dat geenszins het geval.
Dat komt doordat de tekeningen als series geordend zijn. Hierdoor staan ze, weliswaar gebroederlijk, op eigen benen. Voor het samenstellen van de series was soms een titel, dan weer een bepaalde vorm aanleiding. Deze associatieve manier van selecteren maakt dat er naast de kennismaking met de werkwijze van Zandvliet aangaande de toekomstige doeken nog iets te ontdekken valt, namelijk het samenspel van vorm, kleur, licht en taal.
Dit laatste heeft ook betrekking op One Hundred Views. In warm grijs worden, met de voor Zandvliet zo kenmerkende brede kwaststreken, oude motieven weer tot leven gewekt. In het midden hangt een doek in blauw eitempera met daarop een achteruitkijkspiegel. Het feit dat het grootste gedeelte van dit werk direct op de wand is aangebracht werkt vervreemdend doordat het speelt met een ander soort concentratie en spanning dan dat we van Zandvliet gewend zijn. Immers, er is niet langer sprake van een kader van papier of doek waarbinnen het werk haar wortels heeft. One Hundred Views mondt uit in de museale ruimte. Wat een samenvatting of inleiding lijkt is veeleer een momentum, een kantelpunt waarin het heden en verleden een schilderkunstige context geven aan het doek met de achteruitkijkspiegel. Het lijkt te zeggen: kijken is verbindingen maken.
De tentoonstelling Stones & Sketches en het werk van Zandvliet in het bijzonder valt het best uit te leggen aan de hand van het motief van de achteruitkijkspiegel (Rückblick zoals er onder een van deze schetsen staat). Wat doet een achteruitkijkspiegel? Zij verbindt twee zaken met elkaar, overbrugt en fungeert dus als een metafoor. Ze brengt dat wat achter je ligt samen met dat wat voor je ligt en dat doet ze in het nu. En dat is precies de kracht van de tentoonstelling en de reden waardoor geen van de werken slechts gelegitimeerd wordt door de context die ze bieden. Elke serie is een metaforische achteruitkijkspiegel en al het werk bij elkaar intrigerend als een eindeloos spiegelparadijs.