Kunst / Achtergrond
special: Peter Struycken - Het Digitale Paradijs

Uitsnedes van dynamische kleurruimtes

Het Groninger Museum toont tot 2 december vrij en opdrachtgebonden werk van Peter Struycken. Daarnaast verscheen over hem ook een uitgebreide monografie met een overzicht van 50 jaar kunstenaarschap. Struycken is het bekendst van de Beatrix-postzegels uit 1979. Die zegels zijn een beetje atypisch, want vrijwel al zijn andere werk is abstract. Zowel expositie als boek tonen ontwikkeling, verbanden en verschillen in het werk van Struycken.

Er is een hechte band tussen de kunstenaar en het Groninger Museum, dat in het bezit is van de grootste Struycken-collectie. Dat begon met directeur Westers in de jaren zestig en werd geïntensiveerd onder Frans Haks, die Struycken vroeg om een kleurpalet voor de binnenmuren van het in 1994 geopende nieuwe museum. Ook de huidige directeur, Kees van Twist, houdt de band levend.

Een expositie dient een meerwaarde te hebben ten opzichte van een kunstboek. Dat plaatste het Groninger Museum voor een probleem, toen het besloot juist nadruk te leggen op de monumentale, meestal plaatsgebonden kunstwerken van Struycken, want die allemaal het museum inslepen is natuurlijk onmogelijk. Een oplossing heeft het museum gevonden in wandgrote projecties van panoramafoto’s, gemaakt door Carel Struycken (acteur, regisseur, fotograaf en broer). De grootte en de interactiviteit benadert enigszins het werkelijk aanwezig zijn.

Parkeerterrein Mandelabrug, Arnhem, 1972-77
Parkeerterrein Mandelabrug, Arnhem, 1972-77

Dat is bijvoorbeeld het geval bij de vormgeving van het verkeersplein rond de Mandelabrug in Arnhem. We laten onze ogen glijden over de 4 meter brede golvende blauwe en witte banen. Wat de panoramafoto niet laat zien, is dat dit kunstwerk slecht onderhouden is. Gemeentes en andere opdrachtgevers huldigen een nieuw kunstwerk met een opening, toespraak en een borrel, vervolgens worden er een paar mooie foto’s geschoten voor de nieuwe gemeentebrochure of het jaarverslag, maar daarna verslapt de aandacht snel en zet het verval in.

De panoramafoto’s worden op de expositie geflankeerd door gerelateerd vrij werk. Dat pakt opvallend goed uit; de werken versterken elkaar én het roept een interessante vraag op: komen de principes van Struycken beter tot hun recht in een geïsoleerde omgeving als het museum of in de open ruimte waar de waarneming vluchtig en misschien wel bij toeval is?

Een ander hoogtepunt is de museale ‘première’ van dynamische kleurbeelden op basis van ‘…explosante-fixe…’, een compositie van Pierre Boulez, die Struycken in opdracht van de Stichting Pierre Boulez en het Groninger Museum maakte. Op vijf schermen in het Coop Himmelb(l)au paviljoen, vensters op een oneindige ruimte, zien we soms rustig, soms als een wervelwind door de ruimte bewegende vormen, ingegeven door de stemmingswisselingen en overgangen in de muziek. Meteen is duidelijk dat dit niet slechts een illustratie is, maar dat de twee kunstvormen hier alleen als gelijkwaardig, elkaar complementerend, waargenomen kunnen worden.

Monografie

~

Het boek biedt, naast een uitgebreide inleiding en een overzicht van de kleurenleer, een overzicht van zo’n 80 werken en de achterliggende theorie. Het toont een voorzichtig begin in de formele kunst van de jaren ’60 van de vorige eeuw. Dat ontwikkelt zich langzaam tot apparatieve kunst. Eind jaren ’70 resulteert dit in kleurenprints door een volwaardige inzet van de computer. Daarna groeien de mogelijkheden die de computer biedt, maar altijd blijkt dat het slechts een hulpmiddel is en dat elk werk begint en eindigt bij de afwegingen en keuzes van de kunstenaar zelf.

Sommige kunstwerken tonen stipjes in variërende dichtheid, als zomerse zwermen spreeuwen, andere, met name die uit de jaren ’80, tonen uitsnedes van oneindige ‘kleurruimtes’ waarin kleurwaarden een vijfde dimensie vormen. Het zijn als het ware plakjes uit een kleurrijke kosmische marmercake.

Die ruimtelijkheid is het best te zien in de centrale hal van het Aegon hoofdkantoor in Den Haag. In een driedimensionaal grid hangen clusters gekleurde bollen die vanuit ontelbare hoeken bekeken kunnen worden en evenzoveel associaties opleveren. Het is een fascinerend idee dat dit eigenlijk een materialisatie is van een patroon dat zich tot in het oneindige voortzet; in een gebouw honderden kilometers verderop zou op basis van dezelfde berekening het kunstwerk voortgezet kunnen worden.

Hal Aegon hoofdkantoor, 1983-86
Hal Aegon hoofdkantoor, 1983-86

Dit kunstwerk komt uitgebreid aan bod in het prachtig verzorgde boek. In foto’s en toelichting, maar ook op de bijgesloten dvd met daarop o.a. links naar Google Earth en de eerder genoemde panoramafoto’s van enkele plaatsgebonden kunstwerken. Enig minpuntje van het boek is de moderniteit van een belachelijk mager lettertype voor de bijschriften en het nawerk.

Paradijs

In een kunstwereld die soms lijkt te draaien om flauwe en slecht uitgevoerde ideeën of bandeloze expressie is het ingenieuze werk van Struycken een verademing. In de Nederlandse abstracte en monumentale kunst is zijn oeuvre een belangrijk ijkpunt. Tegelijkertijd is het veelzijdig genoeg om niet álles in gelijke mate te waarderen. Bijvoorbeeld twee of drie recente projecten met computergestuurd gekleurd licht vallen volgens sommigen een beetje tegen. Expositie en boek bieden ruimschoots materiaal om zelf een mening te vormen. Ze zijn een kroon op het werk van Struycken. Niet dat hij al klaar is; ongetwijfeld droomt hij van een allesomvattend kunstwerk, een digitaal paradijs vol muziek en continu veranderende vormen van gekleurd licht.

Expositie:

P. Struycken, Het Digitale Paradijs Groninger Museum, Groningen Tot 2 december 2007

Boek:
P. Struycken Door Carel Blotkamp, Daniel Dekkers, Jonneke Jobse, Ruud Schenk Uitgever: NAi Uitgevers € 45,00 272 bladzijden Inclusief dvd ISBN 9789056626051