Bloed, zweet en alcohol
De Tennessee Williams Collection vormt een perfect overzicht van een tijdperk waarin Williams’ toneelstukken populair waren in Hollywood en een kleine revolutie veroorzaakten in het doorbreken van taboes. Het is ook een mooie verzameling die een beeld geeft van veranderende tendensen in regie en acteerwerk binnen de Amerikaanse cinema.
Het begon allemaal met Elia Kazans filmadaptatie van A Streetcar Named Desire, waar een jonge en krachtige Marlon Brando impact maakte op een hele nieuwe generatie cinefielen. Het was ook de film die method acting introduceerde bij een groot publiek. A Streetcar is in zijn kracht niet verouderd.
Tennessee Williams |
Een vervallen dame uit het zuiden van de Verenigde Staten, Blanche Dubois, komt wegens onduidelijke reden bij haar zus Stella terecht in een zwoel New Orleans. Daar raakt ze al snel in strijd met Stanley Kowalski (Brando), de agressieve man van Stella. Kazan koos ervoor om de Britse Vivien Leigh (toen al wereldberoemd door haar rol als Scarlett O’Hara in Gone with the wind) tegenover de rauwe en jonge energie van Brando te plaatsen. Het contrast werkt perfect door in de film en de toeschouwer wordt langzaam getuige van Blanches geestelijke crisis die door Stanley manipulatief in werking wordt gezet, met fatale gevolgen.
Tennesse Williams speelt in zijn stukken met personages die op verschillende manieren afhankelijk van elkaar zijn. De verschillen tussen de personages veroorzaken een prikkelende frictie. Er ontstaan conflictsituaties tussen man en vrouw of tussen verschillende generaties, en de langzame woordenstrijd die zich ontspint zorgt voor een arsenaal aan emotionele trucs en spelletjes.
Scène uit A Streetcar Named Desire |
De drukkende setting van veel van Williams’ toneelstukken is ook een belangrijke factor binnen zijn oeuvre. De zuidelijke broeierigheid, waarbij emoties langzaam lijken te koken, gekoppeld aan de altijd aanwezige alcohol versterken de reacties van de personages in hun strijd en twijfel.
Benauwde wulpsheid
Ook met Richard Brooks’ Cat on a Hot Tin Roof en Sweet Bird of Youth is de setting ongeneerd zuidelijk. De vlaggen van de confederacy hangen in veel scènes nog in volle trots buiten alsof de Amerikaanse burgeroorlog nooit heeft plaatsgevonden. En alle personages praten met de nonchalante ritmiek van een zuidelijke cadans.
In Cat on a Hot Tin Roof zijn verlangen en zingeving de voornaamste ingrediënten voor een borrelend conflict. Een verlopen sporter (Paul Newman) kampt met een alcoholprobleem en een teleurgestelde vader, terwijl zijn vrouw Maggie (Elizabeth Taylor) langzaam gek lijkt te worden door een gebrek aan seksuele aandacht.
Scène uit Cat on a Hot Tin Roof |
Taylor acteert als Maggie alle kanten op. Ze wisselt van stemmingen en van motivatie. Ze speelt de bitcherige schoondochter, maar is tegelijkertijd ook kwetsbaar en vertwijfeld. Taylors rol was ontstaan door haar eigen ongenoegen met haar imago. Voor die tijd was ze ongekend erotisch en wulps en haar rol straalt nog steeds die gloed uit.
Zuidelijke patriarchen en verloren dromers
Sweet Bird of youth (wederom Brooks) heeft een coole Paul Newman als Chance Wayne die achter zijn zonnebril een kwetsbare dromer en mislukkeling blijkt te zijn. Chance komt na een mislukte poging om bekend te worden in Hollywood terug naar het zuiden om op zoek te gaan naar zijn oude jeugdliefde Heavenly. Heavenly’s vader is een machtige politicus die vulgair en sluw wordt gespeeld door Ed Begley en die Chance ziet als een bedreiging voor zijn dochter.
Het personage van Chance Wayne kan tussen twee films binnen de filmgeschiedenis worden geplaatst. Aan de ene kant lijkt Chance op de mislukte scenarioschrijver gespeeld door William Holden uit Sunset Boulevard (1950) die gekoppeld is aan de vervallen actrice Norma Desmond. In Sweet Bird of Youth heeft Chance een oude actrice (Geraldine Page) op sleeptouw. Al snel blijkt hij een simpele gigolo te zijn die probeert rond te komen van haar gewilligheid. Page is in haar verloren glorie als afgeschreven filmdiva erg scherpzinnig in haar alcoholische beslommeringen.
Scène uit Sweet Bird of Youth |
Maar Newmans rol lijkt ook een soort vooruitblik te zijn op de naïeve dromen van Joe Buck uit Midnight Cowboy (1969). Daarmee is Sweet bird of Youth een soort overgangsfilm, waarbij Hollywood zijn eigen helden en dromen ter discussie lijkt te stellen.
Een duistere nacht van de ziel
John Hustons Night of the Iguana speelt zich af in Mexico, waar een ex-priester (Richard Burton) met zichzelf in het reine probeert te komen, terwijl hij als een reisgids een bus met vrouwen begeleidt. De film is erg levendig door een energieke Ava Gardner en een zweterige en twijfelende Burton die vecht tegen vleselijke verlokkingen.
Hustons verfilming is broeierig en eindigt in een mooie conclusie waarbij Burton verward en koortsachtig naar zingeving en vergiffenis zoekt. Die vind hij bij een pure maar tegelijk ook complexe Deborah Kerr. Zij zet een prachtige rol neer als een frigide Engelse die door een intieme bekentenis nog een mate van troost lijkt te bieden.
The Roman Spring of Mrs. Stone is het netste deel in de serie en is wat stijfjes. Het mist de drukkende sfeer van de andere films. Opmerkelijk is wel de bijrol van Lotte Lenya (voornamelijk bekend als de echtgenote van componist Kurt Weill en als de vertolkster van zijn beroemde liedjes) als barones die gigolo’s koppelt aan eenzame oude dames.
Scène uit A Streetcar Named Desire |
De serie laat ook tweemaal het regietalent zien van Richard Brooks, die ook de scriptbewerkingen van twee verfilmingen ter hand nam. Hij kreeg voor zijn bewerking van Cat on a Hot Tin Roof wel felle kritiek (“een schande!”) van Williams.
Toch was Brooks als regisseur een perfect tussenpersoon in de tijd dat Hollywood vernieuwend probeerde te zijn voor een breed publiek. Met zijn bewerking van Truman Capotes In Cold Blood (1967) leek Brooks perfect in staat te zijn om een nieuwe filmtaal te hanteren voor interessante thema’s.
De Tennessee Williams Collection verscheen bij Warner en bevat A Streetcar Named Desire (Elia Kazan, 1951), Cat on a Hot Tin Roof (Richard Brooks, 1958), Sweet Bird of Youth (Richard Brooks, 1962), The Roman Spring of Mrs. Stone (José Quintero, 1961) en The Night of the Iguana (John Huston, 1964). De serie bevat een aantrekkelijk pakket aan extra’s. Elke film bevat audiocommentaar van een Williams-biograaf en andere kenners. Daarnaast heeft elke film ook nog eens een bijbehorende documentaire die genoeg achtergrondinformatie bevat om de films in hun context te plaatsen. De uitgave van A Streetcar Named Desire bevat zelfs een hele dvd aan extra’s, waaronder vijf documentaires en een serie screentests van Brando.